Comités en organisaties die zich bezighouden met 4 en 5 mei en andere herdenkingsdagen moesten het programma wederom aanpassen aan de pandemie. Herdenken en vieren in het tweede coronajaar, hoe zag dat eruit? Hoe gingen de voorbereidingen? Wat ging er wel of niet goed? Welke nieuwe vormen willen ze vasthouden?
4 mei Harlingen
De gemeente Harlingen had, naast corona, een extra uitdaging. Dit jaar namen ze het stokje over van CC’45 Harlingen, dat de afgelopen 75 jaar de herdenking op 4 mei en de feesten op 5 mei organiseerde. Käthe Kuperus en Adry Attema-Dijkstra hebben dit vol enthousiasme gedaan namens de gemeente, dankbaar gebruikmakend van de toolbox op de site van het Nationaal Comité. “Ik was al actief voor de Oorlogsgravenstichting en ik wil dat we blijven herdenken, voor onze nabestaanden”, aldus Adry. “Als we de jongeren niet meekrijgen, verwatert het. Käthe staat er net zo in, samen vormen we een sterk team.”
De herdenking op 4 mei vond plaats in kleine kring. Radiostad Harlingen verzorgde een live uitzending en er werd een videoverslag gemaakt dat mensen na afloop konden zien. Om 16.00 uur startte de herdenking bij het Zeeliedenmonument bij de haven. ’s Avonds was de herdenking op de algemene begraafplaats. “Samen met de burgemeester en het hoofd van de Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur liepen we alle monumenten langs, waarbij telkens twee afgevaardigden stonden om een krans te leggen”, vertelt Käthe Kuperus. Deze tocht ging langs het Neuengamme Monument, het Indië Monument en het Joods Monument. En het eindigde bij het Cross of Sacrifice, het militaire ereveld, daar legden de burgemeester en het hoofd van de politie een krans.
Jongeren van de scouting strooiden bloemen op de graven van de omgekomen militairen. Een persoon van de Stedelijke Muziekverenging speelde de Last Post. Daarna volgden de twee minuten stilte en twee coupletten van het Wilhelmus. Naderhand werd een gedicht voorgedragen door een leerling van groep 8 om zo de jongeren erbij te betrekken. De burgemeester sloot af met een speech.
De organisatie kijkt tevreden terug en kreeg complimenten van de burgemeester. Attema-Dijkstra: “Je kunt alles plannen, behalve het weer. Dat was die dag dramatisch, vooral ’s middags bij de haven. We hebben de krans met tiewraps vastgebonden, maar de bladeren vlogen in het rond.”
Deze keer was alles rondom de herdenking besloten, normaal gesproken komen er veel belangstellenden naar de haven en naar de monumenten. Volgend jaar hopen ze weer met meer mensen te herdenken. Eén keer in de vijf jaar houden ze in Harlingen een stille tocht vanaf het monument Sint Joris en de Draak naar de algemene begraafplaats.
Onderschrift foto: Käthe Kuperus (links) en Adry Attema-Dijkstra op het militaire ereveld in Harlingen
4 mei Soest
Fred Heidinga, voorzitter van Stichting Comité 4 en 5 mei Soest-Soesterberg, legt uit dat er meerdere herdenkingen zijn in Soest. “Naast 4 mei, herdenken wij op 15 augustus de Japanse capitulatie van 1945. En op 19 november herdenken wij met elkaar de 33 verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog die op 19 november 1942 op de vliegbasis Soesterberg door de bezetter zijn gefusilleerd.”
Op 4 mei zijn de scoutinggroepen uit Soest altijd voltallig aanwezig en houden een erewacht. Ook dragen zij de kransen en bloemen tijdens de herdenking. In 2020 is er een video van de plechtigheid gemaakt door vier scoutinggroepen uit Soest op initiatief van de scoutinggroep de Fakkeldraagsters. Door corona konden er weinig mensen bij zijn en scouting wilde iets doen. Tjerda van Vugt, bestuurssecretaris van de Fakkeldraagsters, vertelt: “Dit jaar zijn wij gevraagd om in samenwerking met Stichting Comité 4 en 5 mei Soest-Soesterberg een video te maken; we hebben het grootser aangepakt. We wilden op beeld brengen wat een normale herdenking zou benaderen.” Alle onderdelen komen erin terug: de toespraak van de burgemeester staat erop, het vlaggenceremonieel, de twee minuten stilte, het Wilhelmus, de gedichtenwedstrijd van de middelbare school, de basisschoolleerlingen die de monumenten schoonmaken en ook bloemen leggen tijdens de herdenking.
“Het was best hectisch om alles erop te krijgen, maar de scouting is gewend snel te schakelen”, aldus Van Vugt. De film mocht maximaal tien minuten duren, anders zou het te statisch worden. De filmmakers liepen wel tegen de nodige hobbels aan. “Zoals een vliegverbod dat door Defensie was afgekondigd boven Soest terwijl we met drones wilden filmen. Toen wij contact opnamen, was het geen probleem.” Tjerda vervolgt: “Wat opvalt is dat iedereen die we benaderden zo betrokken was. Ze deden direct een toezegging en hielpen mee. Binnen scouting is het een morele verplichting om bij de herdenking te zijn, iedereen is er graag bij, maar ook daarbuiten leeft het dus.” Heidinga las in een onderzoek dat 4 mei als verbindend moment het meest wordt gewaardeerd, ook onder jongeren. “We moeten dat koesteren en blijven zoeken naar aansprekende vormen, zoals de video van de scouting.
Heidinga kijkt met tevredenheid terug op de herdenking én de film. “Het was een geslaagd project, maar zo’n video is wel bewerkelijk om te maken. Een live-uitzending is voor een lokale herdenking zeker niet haalbaar. Het voordeel van video is dat het bereik groter is, met name bij jongeren. Het levert mogelijk ook nieuwe geïnteresseerden en contacten op.”
Onderschrift foto: Fred Heidinga en Tjerda van Vugt leggen bloemen bij het Verzetsmuseum in Soest
Vrijheidsmaaltijden Limburg
Toos Hofstede van Viastory Creative Agency was zeer vereerd toen ze door het Nationaal Comité 4 en 5 mei werd gevraagd om als kwartiermaker een Vrijheidsmaaltijd in Limburg te organiseren. “Het idee om stil te staan bij het thema ‘vrijheid’ sprak me aan. Door een eenvoudige maaltijd te nuttigen met iemand die je nog niet goed kent en daar het gesprek mee aan te gaan.” Het ideaalbeeld van mensen aan lange tafels moesten ze door corona al snel laten varen. Hofstede: “We bedachten wat wél kon, we waren het er al snel over eens dat we de hele provincie erbij wilden betrekken en ons niet op één stad wilden richten. Ook ontwikkelden we samen met Ria Joosten onze eigen soep met lokale producten. Sharik Derksen hebben we erbij betrokken om een sterke koppeling te maken met het Bevrijdingsfestival Limburg.”
Sharik Derksen: “We hebben iedere Limburger uitgenodigd om zelf een maaltijd te organiseren, bijvoorbeeld met nog onbekende buren of een vluchteling. Ieder kon het op z’n eigen manier invullen. Wij leverden de blikken soep.” Nu het Bevrijdingsfestival niet door kon gaan, was er tijd en budget over om de soep te financieren. De soep werd vervolgens gratis beschikbaar gesteld aan alle Limburgers. Bij de zes poppodia door de hele provincie konden mensen na aanmelding soep halen voor zichzelf en voor een ander. Ook werd er aan huis geleverd met hulp van studenten van het VISTA college. Zo is het gelukt de hele provincie erbij te betrekken.
Hofstede vult aan: “Daarnaast hebben we potten Limburgse vrijheidsmaaltijdsoep naar alle gemeentehuizen gebracht met een brief aan de burgemeester en een draaiboek (met vragen die uitnodigen tot een gesprek) zodat ze helemaal coronaproof hun eigen maaltijden konden organiseren, met kleine groepjes of digitaal.”
Hofstede: “Met mijn collega’s van Viastory organiseerden we eind mei, bewust na de ramadan, een eigen Vrijheidsmaaltijd. Iedereen had thuis een of meerdere mensen uitgenodigd voor een gesprek over vrijheid. We trapten gezamenlijk digitaal af met het ontroerende en inspirerende levensverhaal van Abbie Chalgoum. Het bleek een groot succes.”
Derksen: “Met het thema ‘vrijheid’ spreken we mensen aan die een andere oorlog hebben meegemaakt. Er waren zoveel blikken, dat er ook blikken naar een goed doel zijn gebracht: Containers of Love voor Libanon. Een donatie van 1000 blikken is die kant opgegaan. En er kwam meer bekendheid voor deze stichting dankzij een Vrijheidsmaaltijd.”
Hofstede kijkt met trots terug: “We hopen dat afgelopen 5 mei een zaadje is geplant zodat er volgend jaar maaltijden voor grotere groepen aan lange tafels komen. Met optredens en sprekers uit de regio.”
Onderschrift foto: Sharik Derksen en Toos Hofstede
Indiëherdenking Rotterdam
Sinds 11 jaar organiseert Rotterdam zijn eigen Indiëherdenking op 15 augustus. Sinds vier jaar is Tenny Tenzer daarbij betrokken, dit jaar voor het eerst als voorzitter van de Stichting 15 augustus regio Rotterdam. “Vorig jaar konden we voor het eerst de herdenking niet live doen en werd deze lokaal uitgezonden. We trokken zelfs landelijke aandacht omdat het 75 jaar geleden was en kwamen op het NOS-journaal. Dit jaar hebben we de herdenking professioneler aangepakt, met een livestream van de regionale omroep. Het bereik was hierdoor veel groter. Onze secretaris, Dewi Reijs, is de creatieve duizendpoot, haar brein heeft de vlaggenactie bedacht.”
Dewi Reijs: “Ik dacht na over hoe we thuis intensiever kunnen herdenken in coronatijd. Het idee is ontstaan toen ik eerst op 4 mei naar de herdenking op de Dam keek en daar burgemeester Halsema op het lege plein zag. Een paar weken later waren er Black Lives Matter-demonstraties en stond ze midden in de menigte mensen. Dat moest toch anders kunnen? Toen heb ik een actie bedacht om een schoen achter te laten als demonstratie, dat is een indrukwekkend beeld en coronaproof.” Vanuit dat idee dacht ze verder: hoe kunnen we thuis en inclusief herdenken? Reijs: “Niet iedereen wil een Nederlandse vlag ophangen, maar mensen vinden het wel mooi om een vlag met hun eigen familie erop te eren.” Zo kwam de actie om een vlag met foto van een familielid thuis op te hangen op een vlaggenstok of balkon. De vlaggen brengen de dialoog op gang met bijvoorbeeld buren die willen weten wie er op de vlag staat en wat voor dag 15 augustus precies is. De actie is dit jaar overgenomen door de Vlaggenparade; 33 banieren met foto’s hingen vier weken naast de Erasmusbrug in het hart van de stad. Via een QR-code op de grond zijn de (oorlogs-)verhalen erachter online te lezen. De hoop is dat deze actie ook landelijk een vervolg krijgt. Het is een duurzaam project, de vlaggen kunnen ieder jaar opnieuw worden opgehangen.
Tenzer is trots op deze actie. “We zijn een klein creatief team van verhalenvertellers. Vroeger was er op 15 augustus een programma van een uurtje. Met deze actie zijn we meer zichtbaar op straat. We zoeken naar andere manieren om te herdenken en denken na over de toekomst.” De wens is om te herdenken en om het leven te vieren in een festivalopzet waar de verhalen op een creatieve manier worden gedeeld, bijvoorbeeld via zang, dans en eten. “We blijven de eerste generatie eren, maar mijn zoon van bijna 10 moet zich ook aangesproken voelen”, aldus Tenzer.
Onderschrift foto: Dewi Reijs en Tenny Tenzer bij het Indiëmonument bij de Vlaggenparade aan de Boompjes in Rotterdam
Herdenking 18 september Eindhoven
In Eindhoven ligt de nadruk bij herdenken op 18 september, met een groot fakkeldefilé. Peter Kemp van Stichting 18 september legt de achtergrond uit: “Eindhoven werd als een van de eerste Nederlandse steden op 18 september 1944 bevrijd, en Bayeux als eerste Franse stad. Al in 1946 gingen fietsers naar Frankrijk om het Bevrijdingsvuur op te halen. In Bayeux woonde een Nederlandse man, Martin Brokken, die de organisatie vanuit de Fransen op zich nam. Dat doet zijn familie nog steeds.”
Wielrenners haalden in 2021 voor de 75ste keer het Bevrijdingsvuur via de bevrijdingsroute vanuit Bayeux naar Nederland. Na Eindhoven gaat de fakkel ieder jaar met een loopgroep naar Wageningen om te overwinteren. En dan in mei wordt met deze fakkel op 5 mei het Bevrijdingsvuur aangestoken, dit is niet bekend bij veel mensen.
Pascal van de Haar moest uitdenken hoe herdenken in coronatijd ging. “In 2020 was alles nog nieuw. We hebben de herdenking toen heel klein gehouden. De stilte van het plein deed zijn werk. Dit jaar hebben we het groter gemaakt. Het werd een geplaceerd evenement voor 250 genodigden op het plein met stoeltjes.” Kemp: “Deze volgende stap laat de betrokkenheid zien en is symbolisch voor onze samenleving die meer vrijheid krijgt.”
De organisatie hoopt dat er volgend jaar weer een echt fakkeldefilé kan worden georganiseerd. Dan sluiten in de stad verschillende verenigingen zich aan bij de wielrenners. Oude voertuigen rijden mee en scholieren van de Bayeuxreis lopen het laatste stuk. Deze optocht is ieder jaar een begrip in de wijde omgeving en trekt veel mensen van generatie op generatie aan.
Het defilé is ook de start van de jaarlijkse Lichtjesroute. Deze route van 22 kilometer markeert de tocht die de bevrijders destijds door Eindhoven reden. Drie weken lang wordt de route ’s avonds verlicht door ornamenten.
De veteranen komen elke herdenking hun verhaal aan scholieren vertellen. En er zijn warme banden, ook met de jonge veteranen die zich na de Tweede Wereldoorlog hebben ingezet voor ons land.
Stichting 18 september steunt daarnaast actief het struikelstenenproject en organiseert scholierenreizen naar Bayeux en Auschwitz. Kemp hierover: “Ze gaan heen als giebelende puber en komen terug als jongvolwassenen. De boodschap blijft hangen als ze bij graven staan van leeftijdsgenoten. Zo zorgen we dat de jeugd blijft herdenken en de vrijheid koestert.”
Onderschrift foto: Peter Kemp (links) en Pascal van de Haar bij het Oorlogs- en Bevrijdingsmonument in Eindhoven
Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr.20 (najaar 2021). Het artikel is geschreven door Dorine van der Wind, de foto’s zijn van Ben Houdijk.