Lezing voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei

Door Jonathan Holslag

Toespraak ter ere van het 35-jarig bestaan van het Nationaal Comité 4 en 5 mei
15 april 2023

Vorige week sprak ik in Tunesië met een broer van een mensenrechtenactivist die door de geheime dienst van zijn bed werd gelicht. Wekenlang werd de familie verteerd door onzekerheid en angst. De man had kritiek geuit op de wijze waarop de president het parlement aan de kant had gezet en de pers het zwijgen oplegde. “Wat ik het minst van al kan vatten,” merkte hij op, “Is de wijze waarop de massa dit laat gebeuren. Alsof de vrijheid haar niets waard is. Alsof zij aanvaardt te leven in een staat die de vorm aanneemt van een gevangenis.”

In de medina’s en rondom de gebedshuizen leken mijn gesprekken dat oordeel te bevestigen. Mensen erkenden dat de president de vrijheid beknotte en de democratie fnuikte, maar, zo klonk het: “Il y a des autres urgences, plus importantes.” Het beteugelen van de migratiestroom doorheen het land. De enorme werkeloosheid die jongeren wanhopig maakt. De enorme inflatie een stukje vlees of een gekookt eitje op de markt onbetaalbaar maakt. Het is niet dat de Tunesiërs democratie en vrijheid niet belangrijk vinden, maar zij zijn totaal gedesillusioneerd over de wijze waarop de democratie werkt en zien geen alternatief.

Dat klinkt ons bekend in de oren. Ook in onze contreien wantrouwen erg veel mensen de wijze waarop onze democratie functioneert. Voorlopig werken de brandmuren van de democratie nog. Maar zelfs het welvarende Nederland met traditioneel groot vertrouwen in de democratie staat voor uitdagingen.[i] En denk nooit dat het hier niet kan gebeuren. Het kennispeil van jongeren over de werking van de democratie is bedroevend. Nederlanders, zo toont de World Values Survey, keuren sterk leiderschap zelfs minder kordaat af dan Tunesiërs (51 t.o.v. 75 procent).

Het is nét omdat democratie zo’n evidentie lijkt, dat we soms vergeten hoe kwetsbaar zij is. Ik zie vier belangrijke verklaringen voor de huidige kwetsbaarheid.

Een eerste verklaring is de onvermijdelijkheid van historische vervaging. Al naar gelang een democratie ouder wordt, vervaagt het besef van de historische offers die gebracht werden om de gruwel van de dictatuur te bestrijden. Wereld Oorlog II was voor ons zo’n bepalend moment. Gedenken is uitermate belangrijk, maar al naar gelang de tijd verstrijkt wordt gedenken minder dwingend.

Een tweede verklaring is dat onze democratie decadent geworden is, dat de vrijheid gespeend werd van verantwoordelijkheid. De vrijheid is vadsig geworden. De vrijheid van de Verlichting bestond uit drie componenten: onbelemmerde openheid, verstandelijke emancipatie en morele deugdzaamheid. Onze vrijheid gaat voornamelijk over de eerste component en dat maakt burgers bijzonder vatbaar voor de enorme invloed van materialisme en kapitalisme. Mill spreekt in dat opzicht over “de onevenwichtige invloed van de commercie”.[ii] Het mensbeeld van veel jongeren wordt bijvoorbeeld meer bepaald door influencers en Temptation Island dan door Aristoteles en Kant. Het resultaat is een generatie van burgerconsumenten die niet langer de fut heeft om de democratie te verdedigen en verschillen te overstijgen.

Een derde verklaring, die hiermee samenhangt, is dat de democratie procedureel geworden is. Het mechanisme van het stemmen en de machtsbalansen werkt nog, maar de begeestering deemstert weg. Voor de burgerconsument houdt de politieke verantwoordelijkheid op bij het buitenwandelen van het stemhokje. Een kaste betuttelende beroepspolitici bestendigt dat gedrag door steevast de complexiteit te benadrukken, van de besluitvorming een technocratisch labyrint te maken met af en toe een waan van aan consultants uitbesteedde participatie. Eén van de cruciale voorwaarden van een gezonde democratie wordt daardoor geschonden: transparantie. Het resultaat is een vicieuze cirkel waarbij het beleid steeds meer lijkt als een hofhouding grijze eunuchen en de bevolking steeds meer afhaakt.

Tot slot heeft die decadente democratie van openheid zonder verantwoordelijkheid te veel ruimte gegeven aan haar vijanden: dictatoriale handelspartners, kapitalistische vrijbuiters die de wereldmarkt afschuimen zonder enige loyaliteit, haatdragend extremisme en de banaliteit die er langs alle hoeken en kieren uit gutst – brood en spelen. Langs alle kanten wordt de democratie nu belaagd en gepraaid door krachten die we met ons eigen geld blijven grootmaken.

Het feit dat u hier vanavond aanwezig bent, dames en heren, doet me vermoeden dat u die krachten wenst te bestrijden, dan u de democratie wil redden. Dat siert u, maar alvorens we ons beraden over de remedie, lijkt het me toch belangrijk dat we ons bewust zijn van de aard van de uitdaging. Veel filosofen, van Plato met zijn anacyclose, over de Tocqueville met zijn sceptische analyse van de betuttelende technocratische democratie, tot Hannah Arendt lijken uit te gaan van een zekere onvermijdelijkheid. Voor Plato leidt democratie naar de heerschappij van de meute en zo naar de tirannie. Arendt lijkt te vermoeden dat vrijheid van tijd tot tijd een crisis nodig heeft om zichzelf heruit te vinden. De kans is reëel dat het eerst slechter zal gaan alvorens het opnieuw beter wordt.

Ik ben echter niet defaitistisch. Europa en zijn democratie zijn niet terminaal. Diversiteit is een voordeel. De dwaze beslissingen van de ene staat leiden tot introspectie in andere staten. Denk maar aan Brexit. Hoewel Europees geld blijft vloeien in de richting van dictatoriale rivalen als Rusland, Saudi-Arabië en China, staan ook zij voor een zeer lastige transitie. Het resultaat is een bijzonder woelige wereld, maar in die wereld maken we nog steeds een kans – als we die grijpen, natuurlijk.

Als we dan nadenken over de aanpak, dan zie ik het als onze belangrijkste opdracht om ervoor te zorgen dat we héél snel een nieuwe generatie democratische leiders klaarstomen om onze samenleving door dit zware weer te loodsen, leiders met idealen, een moreel kompas, leiders met volharding, leiders met het vermogen ook om moeilijke kwesties helder uit te leggen.

Dat impliceert in de eerste instantie een correcte definitie van leiderschap. Leiderschap draait niet alleen om stemmen, om roem en om welvaart; leiderschap hangt vooral af van de legitimiteit om met die troeven mensen tot handelen aan te zetten, offers te brengen, en van de wijsheid die de juiste doelen vooropstelt.

Daarnaast is het belangrijk om ons een correcte voorstelling van macht te maken. Macht heeft een zachte kern van moraal en deugdzaamheid. Zonder duidelijkheid over welke waarden ons in dat opzicht binden, kan er geen eenheid bestaan, geen leiderschap, geen democratie, geen verantwoordelijke vrijheid.

Als we het dan hebben over waarden, is Europa een boom. We hebben onze wortels in verschillende Mediterrane tradities, waarvan de Joods-Christelijke en de Grieks-Romeinse de meest belangrijke zijn. Langsheen de noestige stam van de Middeleeuwen is die boom tot wasdom gekomen in de Renaissance, met het ideaal van de menselijke waardigheid dat voor mij nog steeds het mooist wordt samengevat door Pico della Mirandola: “Je bent sterfelijk noch onsterfelijk, zodat je de vrije en trotse beeldhouwer kan zijn van je eigen persoonlijkheid.” En vanuit die humanistische revolutie ontsprongen de grote takken die Europa vormgeven: vrijheid, gelijkheid, broederschap, en, steeds belangrijker respect voor onze natuur. Europa is geen verhaal van kiezen tussen die takken, maar floreert vooral als er evenwicht tussen die takken bestaat.

Wat kunnen we verder doen?

Vaak is het gemakkelijker te verduidelijken wat ons bindt door te wijzen op wat ons bedreigt. Ik ben me ervan bewust dat dit discutabel is, maar de eenheid in veel democratieën is vaak een antwoord op externe uitdagingen. Lees er de Federalists op na, of kijk naar de ontwikkeling van de Staten-Generaal der Nederlanden. Enerzijds kan dat door historisch onrecht te gedenken en te bestuderen, door jongeren uit te leggen welke offers onze voorouders brachten. Anderzijds moeten we de moed hebben om de huidige belagers van de democratie en vrijheid expliciet te benoemen.

We moeten onze afhankelijkheid van die belagers sneller afbouwen: of dat nu gaat om China als leverancier van noodzakelijke goederen of van multinationals die als monopolistische poortwachters een te grote greep hebben op onze sociale interactie. Het streven naar autonomie is belangrijk om onze eigen keuzes te maken, maar ook om de macht en de welvaart hier te houden waarvan het floreren van de democratie mee afhankelijk is. Dat wordt een moeilijk proces, maar het is een onontkoombaar proces.

De belangrijkste bedreiging die we moeten bezweren zit echter intern. Ondanks de informatiemaatschappij, ondanks de ongeziene kansen om te studeren, merken we dat er slechts beperkt wordt ingezet om morele en intellectuele emancipatie. We praten veel over kritisch denken, maar we leren het jongeren slechts beperkt aan. We praten veel over burgerschap, maar het blijft een randverschijnsel in ons onderwijs. Ik pleit voor meer ruimte voor die zaken in de scholen, een verplichte burgerstage voor jongeren van een jaar en meer aanmoedigingen om levenslang te ontdekken wat onze samenleving uniek maakt.

Dat alles staat of valt opnieuw met het weerbaar maken van een nieuwe generatie. Hoe zeer ik ook geloof aan het belang van initiatief van onderuit, we hebben nood aan een nieuwe generatie leiders. Ik denk dat we moeten investeren aan een landelijk leiderschapsprogramma dat de meest geëngageerde en getalenteerde krachten voorbereidt om de democratie te verdedigen, in plaats van vaak dure, plutocratische en waardenledige MBA’s te gaan werken als consultant. Dat programma moet een extra laag zijn bovenop reguliere programma’s, geen reservaat voor politicologen en sociologen. Cruciaal in dat programma staat de intrinsieke motivatie, het vermogen om door te gaan in de moeilijkst mogelijke omstandigheden, een scherp moreel kompas, empathie en alle vaardigheden die nodig zijn om macht te verwerven en wijs te gebruiken.

Want daar gaat het in een democratie vooral om macht en wijsheid, het vermogen om macht te verwerven om idealen na te streven.

Noten
[i] Den Ridder, Josje, et al. 2022. Burgerperspectieven. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
[ii] CW, 1.4.

Tooltip contents