Monumenten vertellen stuk voor stuk een eigen verhaal over de Tweede Wereldoorlog in verbinding met hun locatie. Deze plekken zijn van grote maatschappelijke waarde. Daarom is het belangrijk dat er met aandacht gekeken wordt naar het beheer en behoud van oorlogsmonumenten.
Ondanks het feit dat oorlogsmonumenten vaak zijn opgericht vanuit particulier initiatief, staan deze objecten meestal in de openbare ruimte en ligt er verantwoordelijkheid bij de gemeente. Toch heeft een groot deel van de gemeenten geen beleid voor het beheer en behoud van oorlogsmonumenten. Dit zorgt er voor dat het vaak moeilijk is om verval te voorkomen. Ook maakt dit het lastig om gevoeligheden die kunnen ontstaan bij verplaatsing, aanpassing of verwijdering op tijd te herkennen.
Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in het kader van het programma ‘Erfgoed van de Oorlog’ heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei de Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmonumenten ontwikkeld. Het doel van deze handreiking is de maatschappelijke noodzaak van beheer en behoud duidelijk te maken. Daarnaast biedt het beheerders, waaronder gemeenten, praktische adviezen die de ontwikkeling of aanscherping van beleid gemakkelijker maken.
In bijna elke gemeente staan een of meerdere oorlogsmonumenten. Bij slecht onderhoud is het vaak onduidelijk wie verantwoordelijk is voor het opknappen van het monument. Probeer via het gemeentearchief, een lokaal 4 en 5 mei comité, de historische vereniging of de database van het Nationaal Comité 4 en 5 mei te achterhalen wie het monument heeft opgericht, wie de kunstenaar is en wanneer het is onthuld.
Of de gemeente direct verantwoordelijk is hangt af van de afspraken die er in het verleden zijn gemaakt. Vanaf pagina 46 uit de beleidshandreiking wordt uitgebreid ingegaan welke afspraken dit kunnen zijn. Als er geen afspraken zijn gemaakt en het monument op gemeentegrond staat, ligt zowel de praktische als financiële verantwoordelijkheid bij de gemeente.
Als een gemeente al lange tijd een oorlogsmonument onderhoudt, betekent dat niet automatisch dat de gemeente eigenaar is. Toch kan de gemeente in juridische zin wel als verantwoordelijke partij worden aangesproken.
Aan het beheer en behoud van oorlogsmonumenten kleven verschillende juridische aspecten. Hier moet de beheerder en de gemeente rekening mee moet houden. Het gaat hier vooral om situaties waarin sprake is van verandering (aanpassing), verplaatsing of verwijdering (en vernietiging) van het monument. Aangezien de eigenaar beslist wat er met zijn eigendom gebeurt, zal hij dan ook bij het beheer en behoud betrokken worden. Want zonder goedkeuring van de eigenaar is restauratie niet toegestaan.
Let op! Het eigendomsrecht is een absoluut recht. Dit houdt in dat de eigenaar zijn eigendomsrecht tegen iedereen kan ‘inroepen’. Het betekent ook dat de eigenaar vrij is om met zijn eigendom te doen en laten wat hij wil. Alleen is het zo dat de eigenaar niet in strijd met rechten van anderen mag handelen. Een voorbeeld daarvan is het auteursrecht van de maker, dat de eigenaar zal moeten respecteren. Het is daarom van groot belang te weten wie de eigenaar maar ook de maker is van het monument.
Bovendien is het belangrijk om plannen voor een monument in goed overleg met direct betrokkenen te maken. Betrokkenen zoals nabestaanden, zij die jaarlijks een herdenking organiseren, omwonenden en overige geïnteresseerden kunnen namelijk bezwaar maken tegen een besluit van de eigenaar/gemeente.
Het beheer en behoud van oorlogsmonumenten wordt gemakkelijker wanneer rekening wordt gehouden met een aantal veelvoorkomende vragen waarmee een gemeente mee te maken kan krijgen.
Anticipeer op gevoeligheden
Gemeentelijke herindeling
Evalueer of alle monumenten voor eeuwig behouden moeten blijven
Een plan voor beheer en behoud begint allereerst met een inventarisatie van alle monumenten in de betreffende gemeente. In veel gevallen is namelijk niet bekend hoeveel monumenten zich binnen de gemeentegrenzen bevinden. Van elk monument worden bij voorkeur de volgende gegevens in de inventarisatie opgenomen:
Per monument is nu een dossier opgebouwd. Op basis hiervan kan er een onderhoudsstrategie opgesteld worden. Na een afweging welke monumenten zullen worden onderhouden, is het noodzakelijk vast te stellen of er achterstallig onderhoud is en of er regulier onderhoud nodig is. Het achterstallig onderhoud moet zijn uitgevoerd voordat een beheerplan voor regulier onderhoud wordt ontwikkeld.
De volgende stap is het regelen van de praktische uitvoering van het onderhoud en/of de restauratie. Zo is duidelijk wie welke bijdrage levert aan het onderhoud.
Lees verder in hoofdstuk 4 van de beleidshandreiking voor een uitgebreid stappenplan.
In veel gemeenten ontstaan er om de zoveel tijd initiatieven om een nieuw monument op te richten. Gezien het feit dat er ruim 4000 oorlogsmonumenten in Nederland staan en het beheer en behoud hiervan met regelmaat te wensen overlaat, is het de vraag of er nog meer monumenten bij moeten komen. Bovendien kan het zo zijn dat voor de betreffende persoon of groep al een gedenkteken is opgericht.
Onderzoek de noodzaak:
Het noemen van namen op een monument kan gevoelig liggen. De spelwijze van een naam is niet altijd eenduidig bekend evenals geboorte- en overlijdensdata of de plaats van overlijden. Ook is niet altijd duidelijk of iemand een oorlogsslachtoffer is. Het Netwerk Oorlogsbronnen kan een vertrekpunt vormen voor verder onderzoek.
De situatie kan ontstaan dat een monument ‘in de weg’ staat vanwege vernieuwingen in de openbare ruimte. Als er plannen zijn om veranderingen in de staat van een oorlogsmonument aan te brengen – inclusief verplaatsing – dient er contact te worden opgenomen met de kunstenaar en de eigenaar. Indien de kunstenaar is overleden, is het zaak om contact op te nemen met de erven aangezien auteursrecht tot 70 jaar na de dood van de kunstenaar geldt. De kunstenaar of de erven kunnen zich verzetten tegen aanpassingen van het monument. Pagina 51 in de beleidshandreiking gaat verder in op het auteursrecht.
Ook is het raadzaam om direct betrokkenen op de hoogte te stellen van de nieuwe plannen en hen te betrekken in dit proces. Direct betrokkenen zijn nabestaanden, organisatoren van herdenkingen en basisscholen die in het kader van Adopteer een Monument het gedenkteken hebben geadopteerd. In het geval van verplaatsing is het van belang om met alle betrokken partijen overeenstemming te bereiken, voordat tot verplaatsing wordt overgegaan.
In de meeste gevallen staan oorlogsmonumenten in de openbare ruimte. Op plekken met een bijzondere historische betekenis. Deze openbare locatie maakt het monument toegankelijk maar ook kwetsbaar. Allerlei factoren hebben invloed op deze objecten en kunnen ongewenste veranderingen en schade veroorzaken. Regen, wind, vorst en zonlicht veroorzaken verwering van de materialen van kunstwerken. De snelheid daarvan is afhankelijk van het materiaal en de mate van blootstelling. Algen, schimmels, mossen en planten kunnen de structuur van onder meer hout en steen verzwakken. Daarnaast zijn er verschillende vormen van vandalisme. De meest extreme vorm is moedwillige vernieling, maar ook graffiti en bekrassing komen veel voor. Diefstal van met name kleinere beelden neemt toe en is vaak gericht op het materiaal waarvan het monument is gemaakt. Een bekend voorbeeld is koperdiefstal.
Onderhoud van oorlogsmonumenten kan worden uitbesteed, maar het is belangrijk dat de kwaliteiten van het onderhoudsbedrijf in kaart zijn gebracht. Zorg dat het onderhoud gedocumenteerd wordt. Neem vooraf en achteraf foto’s van het monument. Wanneer restauratie aan de orde is, schakel dan erkende, gespecialiseerde restauratoren in.
Helaas kan het voorkomen dat oorlogsmonumenten worden vernield. Als gemeente is het zinvol om voorbereid te zijn op de gevoeligheden die dit met zich meebrengt. Het is verstandig om het monument op korte termijn te herstellen en bij dit herstel alle betrokken partijen – zoals kunstenaar en nabestaanden – te betrekken. Het is tevens aan te raden om een gespecialiseerd onderhoudsbedrijf in de arm te nemen.
In het geval van vandalisme of diefstal is het daarnaast raadzaam om aangifte te doen en om de achtergrond van het voorval te onderzoeken. Als er sprake is van racisme, is het verstandig om hier melding van te maken bij het Meldpunt Discriminatie. Breng dan tevens de betekenis van het monument extra onder de aandacht bij de lokale samenleving zodat gevoeligheden die samenhangen met dit erfgoed in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Meer lezen over:
Meer weten over: