Op weg naar 80 jaar vrijheid: ‘Sommige verjaardagen zijn specialer dan de andere’

In september 2024 gaat de viering van 80 jaar vrijheid van start. Het is dan precies 80 jaar geleden dat de zuidelijke provincies bevrijd werden. Terwijl de voorbereidingen voor het lustrumjaar in volle gang zijn, blikken Wim van de Donk, en Femke Klein – voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en coördinator van het lustrumprogramma 80 jaar vrijheid – alvast vooruit.

“Het is Den Bosch geworden in plaats van Flevoland”, zegt Wim van de Donk tegen Femke Klein als ze tijdens de videocall in beeld verschijnt. Zij hebben pas later die week in de Brabantse provinciehoofdstad met alle commissarissen van de Koning een eerste gesprek over de viering van 80 jaar vrijheid. Dat is nodig, want hoewel de viering over een jaar start, zijn de voorbereidingen voor het lustrumjaar van september 2024 tot en met augustus 2025 al in volle gang. Het Nationaal Comité is daarbij verantwoordelijk voor de afstemming, de communicatie en de ondersteuning van de landelijke en regionale programma’s.

Waarom is het belangrijk dat het 80-jarige jubileum wordt gevierd?
Klein: “Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en het vieren van de bevrijding is elk jaar belangrijk. Het gaat om terugkijken naar de verschrikkingen van de oorlog: de rechtsongelijkheid, de militaire strijd, het verzet. En om vooruitkijken: hoe zorgen we ervoor dat dat niet weer gebeurt? Daar iedere vijf jaar samen extra aandacht aan besteden, zorgt voor een extra focus op de kwetsbaarheid van onze vrijheid en democratie.”

Van de Donk: “Je zou kunnen zeggen: je viert sommige verjaardagen ook wat bijzonderder. Als je 50 jaar wordt, geef je ook een specialer feestje dan wanneer je 49 wordt. Het is natuurlijk belangrijk dat we ieder jaar herdenken. Het feit dat de oorlog geen geschiedenis is maar een levende actualiteit, notabene vlak bij ons om de hoek, geeft nu een extra lading aan de vrijheidsviering en een extra opdracht om het goed te doen. Na 80 jaar vrijheid voelt 100 jaar vrijheid niet meer ver weg. We moeten het lustrum daarom ook gebruiken om al na te denken over de vraag hoe we aan nieuwe generaties de betekenis van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust en het vieren van de vrijheid doorgeven. De generaties die het zelf hebben meegemaakt, zijn op een gegeven moment niet meer bij ons. Hoe bestendigen we die traditie dan?”

Probeert u eens antwoord op die vraag te geven.
Van de Donk: “Ik heb een lunch georganiseerd met alle ambassadeurs van de geallieerde landen en Duitsland om hier samen over na te denken. Tijdens de internationale herdenking in Normandië staan we op het strand met de parachutes en de militaire voertuigen, maar de veteranen die toen gevochten hebben voor onze vrijheid zijn inmiddels bijna allemaal overleden. Toen zei een van de ambassadeurs: ‘Maar hun kleinkinderen niet.’ Die derde generatie is vaak meer dan hun ouders in gesprek geweest met hun opa’s en oma’s over wat
er toen gebeurde. Dus misschien moeten we kleinkinderen of kinderen uitnodigen om een rol te spelen, als vertegenwoordiger van hun grootouders die voor onze vrijheid hebben gevochten.”

Mevrouw Klein, u werkt namens het comité samen met onder meer de provincies, het ministerie van VWS en het vfonds aan de totstandkoming en uitvoering van het lustrumprogramma. Kunt u al iets over de invulling vertellen?
“Daarover zijn we volop in gesprek. We maken het programma echt samen met alle betrokken partners. En er is veel aandacht voor lokale verhalen en perspectieven. We staan stil bij alle mijlpalen, zoals de start van de bevrijding in Limburg en vervolgens in Brabant en Gelderland, waar vreselijk gevochten is. In januari 2025 herdenken we dat Auschwitz 80 jaar daarvoor bevrijd is. In april 2025 vieren we de bevrijding van Oost- en Noord-Nederland. Het hoogtepunt van de vieringen en herdenkingen zijn natuurlijk 4 en 5 mei 2025. De laatste mijlpaal is de Indië-herdenking in Den Haag op 15 augustus. Bij alle programmaonderdelen kijken we niet alleen terug naar dat verleden, maar vertalen we dat ook naar nu. Door op persoonlijke verhalen in te zoomen wordt die geschiedenis beter invoelbaar. Dat kan door een kunstenaar te vragen die verhalen te verbeelden, of door bij een campagne jongeren te betrekken die hun eigen interpretatie geven van de geschiedenis. Maar zo concreet zijn de plannen in deze beginnende fase nog niet, wat dat betreft komt die vraag te vroeg.”

Wanneer bent u tevreden?
Van de Donk: “Als we erin geslaagd zijn om op een heel waardige manier, met veel betrokkenheid van veel mensen, en alle generaties, dat lustrumjaar die extra kleur te geven. Als we hebben laten zien dat het niet alleen om de geschiedenis gaat, maar dat we ook vooruitkijken. Niet alleen in de zin van hoe gaan we dat doen, met al die herdenkingen in het land, op 4 en 5 mei en ook op andere dagen in het jaar. Maar, die we nu in dit land heel bijzonder en goed doen. Ons streven is dat we daarnaast alle discussies over deze traditie op een goede en waardige manier samenbinden, en dat er ook weer wat nieuwe elementen in ontstaan.”


Wim van de Donk (1962, Veghel) is voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur van Tilburg University. Daarvoor was hij commissaris van de Koningin/Koning in Noord-Brabant (2009- 2020), voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2004- 2009) en hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde.

Femke Klein (1974, Doetinchem) is sinds mei 2023 coördinator van het lustrumprogramma 80 jaar vrijheid bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Daarvoor was ze programmadirecteur van het Brabantse herdenkingsprogramma in het kader van de viering van 75 jaar vrijheid. In 2022 organiseerde ze de Nationale Viering van de Bevrijding in de provincie Noord-Brabant. Sinds 2019 is ze als bestuurslid betrokken bij de Vrijheidscolleges.


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 24 (najaar 2023). Het artikel is geschreven door Yasmina Aboutaleb, de foto is van Frank van Delft.

Tooltip contents