‘Jodenhaat blijft de kanarie in de kolenmijn’

Eddo Verdoner was voorzitter van het Centraal Joods Overleg en bestuurslid van het CIDI. Sinds een halfjaar is hij Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB). Een functie die tot nu toe niet bestond. Wat viel hem op in de beginperiode?

Het is de taak van Eddo Verdoner beter zicht te krijgen op discriminatie en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Nederland, en te adviseren over de aanpak ervan. Ook moet hij de samenwerking versterken tussen de verschillende partijen die zich bezighouden met de bestrijding van antisemitisme, zoals politie, gemeentes en het onderwijs. Verdoner: “Wij zijn een land van gedogen. Maar het probleem is dat we veel te lang tolerant zijn geweest op dit vlak. Over voetbalsupporters die op de tribune zangkoren aanheffen, zeggen we: ‘Ze weten niet wat ze zeggen’. Over mensen die online tekeergaan, zeggen we: ‘Ach, het is maar iemand op een toetsenbord’. We moeten hiermee stoppen, een streep zetten onder het gedogen.”

Waarom een coördinator specifiek voor antisemitisme?
“De Tweede Wereldoorlog heeft laten zien waar antisemitisme toe kan leiden. Maar ook die stond niet op zichzelf. Door de eeuwen heen zijn de Joden vervolgd om allerlei verschillende redenen. Ook nu is het aantal meldingen van antisemitisme disproportioneel groot. Sommigen durven niet meer herkenbaar als Jood over straat te gaan of voor hun identiteit uit te komen op de sportclub of op het werk.

De aandacht voor deze problematiek is vaak incident-gestuurd. Daarnaast is het beleid gefragmenteerd, waardoor de bestrijding minder effectief is dan die zou kunnen zijn. Jodenhaat heeft een specifieke dynamiek en kan uit verschillende hoeken komen: extreemlinks, extreemrechts, religieus. Als je oog hebt voor deze specifieke problematiek, kun je doelgerichter beleid maken en toezien op de uitvoering daarvan, ook als er even geen incident is. Daarnaast blijft Jodenhaat de kanarie in de kolenmijn.”

Waar treft u deze uitingen vooral aan?
“Op het internet of in het voetbalstadion komt antisemitisme het meest aan de oppervlakte. Neem het voorbeeld van afgelopen juli, toen vanwege de transfer van Steven Berghuis van Feyenoord naar Ajax een muurschildering van hem verscheen in Rotterdam, waarop hij werd afgebeeld met een grote neus en een Jodenster in concentratiekampkleding. Dit soort heel zichtbare uitingen in de sport en online vertalen zich vervolgens naar het dagelijks leven, waar een Joods kind op school ermee wordt geconfronteerd. Of het leidt ertoe dat Joden hun identiteit niet durven te beleven.”

De coronapandemie heeft het antisemitisme aangezwengeld?
“Jazeker, overal duiken complottheorieën op waarin Joden een rol spelen. Dat het virus expres is verspreid omdat ze uit zouden zijn op werelddominantie, dat mensen massaal vaccins moeten nemen zodat Joden er rijk van worden, dat de Holocaust net als corona een hoax is, et cetera. Het antisemitisme heeft door corona, ook internationaal, een enorme vlucht genomen. De vraag voor mij is dan: hoe kun je dat aanpakken? Er zijn bijvoorbeeld aangiftes gedaan, maar zijn er voldoende tools voorhanden om tot vervolging te komen? Zo is ontkenning van de Holocaust momenteel alleen impliciet strafbaar – het valt onder ‘groepsbelediging’. Ik heb ervoor gepleit om het expliciet strafbaar te maken. De minister gaat daar nu gevolg aan geven door het expliciet in de wet op te nemen.”

Kunt u een ander voorbeeld geven van wat het eerste halfjaar uw aandacht heeft gevraagd?
“Recentelijk speelde de kwestie dat je op online verkoopplatforms antisemitische boeken kunt kopen, in dit geval Bol.com. Bol zegt: ‘Wij kijken niet actief naar antisemitische boeken op ons platform, maar onderzoeken dat wel bij klachten.’ Maar in Nederland heeft iedereen zelf de verantwoordelijkheid zich aan de wet te houden, niet alleen als een ander daarover klaagt. Ik wil dat hier actief op wordt gehandhaafd, zodat marktpartijen gedwongen worden hun verantwoordelijkheid te nemen.

Ook kijk ik hoe het aangifteproces kan worden vergemakkelijkt. Zo is in 2014 toegezegd dat er een vinkje zou komen in het aangiftesysteem om aan te geven of er sprake is van antisemitisme. Dit is echter nog steeds niet goed geïmplementeerd.

Dat mensen eenvoudiger aangifte kunnen doen, is van belang voor de directe aanpak van discriminatie en bedreiging, maar ook om beter zicht te krijgen op de cijfers om het beleid toe te spitsen. Overigens wordt op dit moment ook gewerkt aan een nulmeting van online-antisemitisme, want daarvan bestaat in Nederland nog geen goed beeld.”

U heeft ook internationaal contacten, bijvoorbeeld met de International Holo- caust Remembrance Alliance (IHRA), hoe belangrijk is dat?
“De IHRA heeft in 2016 een definitie vastgesteld van wat nu eigenlijk onder antisemitisme valt. Het is slechts een leidraad, maar die blijkt enorm handzaam te zijn om antisemitisme überhaupt te herkennen. Daar begint het vaak al mee. Deze leidraad kan worden gebruikt voor trainingen bij de politie en ambtenarij. Op dat vlak valt nog veel te doen, maar het begin is er.”

Wat raakt u het meest in uw werk?
“Wat ik heel erg vind is het bagatelliseren. Dat mensen een gele ster dragen bij een protest tegen coronavaccinatie. Waarmee ze zeggen: dat ik niet naar de kroeg mag is even erg als dat jouw familie is vermoord. Dat is een uitermate kwetsende vorm van relativeren.

De Holocaust is nergens mee te vergelijken. Maar het is wel belangrijk om ons af te blijven vragen wat we ervan kunnen leren. In Nederland is de Tweede Wereldoorlog deel van ons morele fundament, het kompas voor wat goed en fout is. Het is belangrijk om te blijven herdenken en onderwijzen. Maar niet alleen over de oorlog. Je moet kinderen ook leren dat Joden altijd al onderdeel zijn geweest van de Nederlandse samenleving, laten zien hoe de Joodse cultuur eruitziet: wat zijn Joodse gerechten, wat zijn joodse feestdagen? Dat dat soms nieuw is voor een kind, maar altijd al deel is geweest van Nederland, al meer dan duizend jaar. Hier geldt namelijk ‘onbekend maakt onbemind’. Alleen door over al deze onderwerpen te leren, kunnen we antisemitisme terugdringen.”

 


 

IHRA
Binnen de International Holocaust Remem- brance Alliance (IHRA) werken overheden en experts samen aan het bevorderen van educatie over, herdenking van, en onder- zoek naar de Holocaust en het bestrijden van antisemitisme. Nederland is een van de 34 leden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is lid van de Nederlandse IHRA-delegatie. Meer informatie: holocaustremembrance.com.

 


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 20 (najaar 2021). Het artikel is geschreven door Monique van Hoogstraten, de foto is van Sem van der Wal / ANP

Tooltip contents