Lees meer over de geschiedenis van de Nationale Viering van de Bevrijding.
De Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei is in 1946 door de overheid ingesteld. In de loop van de jaren is de aandacht voor de historische bevrijding verschoven naar het algemene belang van vrijheid.
Capitulatie
In 1945 werd de bevrijding gevierd op 31 augustus, de verjaardag van koningin Wilhelmina. De regering besloot dat de viering vanaf 1946 op 5 mei zou plaatsvinden. Deze dag werd gekozen omdat op deze datum in 1945 de capitulatie van de Duitsers in werking was getreden¹. In de opvolgende jaren werd er vaak geschoven met de datum wanneer 5 mei op een zondag viel. Hieraan kwam een einde toen de regering in 1968 besloot de bevrijding altijd op 5 mei te vieren.
Tijdens de wederopbouwperiode in de naoorlogse jaren ging de voorkeur uit naar een vrije dag op Koninginnedag en nam het enthousiasme voor het vieren van de bevrijding af. De organisatie van 5 mei was lange tijd in handen van wisselende comités die er helaas niet in slaagden een nationale traditie, zoals de Dodenherdenking, op te bouwen. Dit verbeterde in 1955 met de militaire herdenking van de capitulatie in Wageningen. In 1958 werd besloten 5 mei voortaan eens in de vijf jaar nationaal te vieren.
Nationale feestdag
Toen in 1975 de Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers in werking trad, raakten meer oud-verzetsmensen en mensen uit Joodse en Indische kring bij 5 mei betrokken. Mede dankzij de aanwezigheid van de koningin groeide de belangstelling vanaf 1980 zodanig dat 5 mei in 1982 tot algemeen erkende feestdag werd uitgeroepen. Het Nationaal Comité Viering Bevrijding probeerde van 1980 tot 1988 een jonger publiek te bereiken, met gering succes. Omdat ook de samenwerking met het Comité Nationale Herdenking moeizaam verliep, besloot de regering in 1987 tot de oprichting van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. In 1990 kreeg 5 mei bij Koninklijk Besluit de status van jaarlijkse nationale feestdag. Met Koninginnedag (nu: Koningsdag) zijn dat de twee nationale feestdagen die Nederland vanaf dat moment kent.
Bezinning en viering
De invulling van de viering van 5 mei heeft sinds 1988 geleidelijk aan steeds meer samenhang gekregen met de Dodenherdenking op 4 mei. Gaandeweg is het accent op de feitelijke historische bevrijding verschoven naar het belang van vrijheid in het algemeen. Met een ingetogen ochtendprogramma wordt – door stil te staan bij de kwetsbaarheid van vrijheid – een overgang gemaakt van herdenken naar vieren. De 5 mei-lezing speelt daarin sinds 1995 een belangrijke rol. Sinds 1996 is elk jaar een andere provincie betrokken bij de uitvoering van het nationale programma: Ter inspiratie voor de invulling van het programma wordt gebruik gemaakt van een jaarthema.
In de provincie waar het ochtendprogramma plaatsvindt, geeft de minister-president sinds 1996 het startschot voor de Bevrijdingsfestivals. Met de veertien Bevrijdingsfestivals – in iedere provincie, de hoofdstad Amsterdam en de hofstad Den Haag – die vanaf 1994 ’s middags en ’s avonds worden georganiseerd, is het gelukt veel jongeren te bereiken; een miljoen bezoekers vieren daar jaarlijks de vrijheid. Sinds 1996 wordt 5 mei, in aanwezigheid van de koning en de koningin, feestelijk afgesloten met het 5 mei-concert op de Amstel in Amsterdam. De NOS zendt het concert live uit.
Noot
1: Op 4 mei 1945, om 18.30 uur werd op de Lüneburger Heide in Duitsland de onvoorwaardelijke overgave van alle Duitse troepen in Nederland, Noordwest-Duitsland, Helgoland en Denemarken geaccepteerd. Het document van overgave (‘Instrument of surrender‘) trad op 5 mei om 08.00 uur in werking. De Duitse vijandelijkheden in Nederland stopten en Nederland was bevrijd. In Wageningen zijn op 5 mei de bevelen ter implementatie van het document van overgave getekend, de zogenaamde overgavebevelen (‘Orders on the surrender‘).
De invulling van 4 en 5 mei als dagen van herdenken en vieren is vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog continu in ontwikkeling. Hieronder een schets van de ontwikkeling van de Nationale Herdenking door de jaren heen.