Het monument
Vorm en materiaal
Het oorlogsmonument in Lindenheuvel (gemeente Sittard-Geleen) is een beeld van Franse zandsteen. Een soldaat ondersteunt zijn stervende wapenbroeder. Het beeld is geplaatst op een gemetseld voetstuk van Kunrader-steen. Op het voetstuk zijn een smeedijzeren kruis en een schaal aangebracht. Naast het beeld staat een marmeren gedenkplaat opgesteld. Het beeld is 1 meter 70 hoog en 1 meter 40 breed. Het voetstuk is 1 meter 20 hoog en 1 meter 50 breed. Aan weerszijden van het voetstuk bevindt zich een steunbeer van 90 centimeter breed.
Teksten
De tekst op het voetstuk luidt:
'GEDENKT HEN
ZIJ VIELEN VOOR ONS'.
De tekst op de gedenkplaat luidt:
'VOOR HEN DIE VIELEN'.
Hieronder staan de namen van de gesneuvelde stadsgenoten.
Symboliek
Met dit beeld wordt door beeldhouwer Jean Weerts steun en lijden tot uitdrukking gebracht: 'De schoonste tradities van het verzet zijn tot uitdrukking gebracht: de kameraadschap en het offer, dat ging tot het leven toe. De stervende blik omlag, maar de levende heeft zijn vertrouwen niet verloren en zal de strijd onversaagd voortzetten, tot het laatste ogenblik steunend en schragend wat viel'. Het kruis is niet alleen een symbool van het christelijke geloof, maar herinnert tevens aan het offer dat de oorlogsslachtoffers brachten voor een leven in vrijheid.
Wijziging
De gedenkplaat is in 1995 aan het monument toegevoegd, in het kader van de 50ste dodenherdenking.
De geschiedenis
Het oorlogsmonument herinnert de inwoners van Lindenheuvel (gemeente Sittard-Geleen) aan de strijd tegen de bezetter en aan het offer dat de oorlogsslachtoffers brachten voor een leven in vrijheid. Met het monument worden alle soldaten, verzetsmensen en burgers uit de gemeente herdacht die in de Tweede Wereldoorlog of tijdens de strijd in het voormalig Nederlands-Indië door oorlogshandelingen zijn omgekomen.
Omgekomen in het verzet: M.H. Brouns (11 april 1945), A.G.G. van Hilten (24 februari 1945), E.L.J. Janssens (29 mei 1943), F.G.P. Linders (12 september 1944), C.J. Veerman (17 januari 1945) en Karel Zaicsek (12 september 1944).
Gesneuveld als militair tijdens de Tweede Wereldoorlog: Jan J. Buskens (27 juni 1940), Hubert J. Debie (10 mei 1940), Jozef Molin (14 mei 1940), Petrus van de Meer (8 januari 1945), Ludovicus H.M. de Morèe-van Lierde (2 maart 1945), Sjoerd Poelstra (22 maart 1945), Uilke van der Heide (11 augustus 1943, als K.N.I.L.-militair overleden in Japanse krijgsgevangenschap), Jacobus A. Jacobs (juni 1944), Otto van Tergouw (15 januari 1943, als K.N.I.L.-militair overleden in Japanse krijgsgevangenschap), Martinus Wassenberg (31 augustus 1943, als K.N.I.L.-militair overleden in krijgsgevangenschap), Alphonse T. Roosen (28 augustus 1945, verongelukt tijdens dienst bij de Binnenlandse Strijdkrachten) en Albert E.G. Ernst (1944, vermist ten gevolge van Duitse krijgsgevangenschap).
Gesneuveld als militair in het voormalig Nederlands-Indië: Hendricus W. Burgers (27 mei 1947), Martinus Cornelissen (19 juli 1946), Michael H.K. Meex (28 december 1947), Hendrikus J. Schuman (27 januari 1948), Jan de Boer (6 Juli 1949), Antoon L. Theuns (6 juli 1949), Jacques J.H. Perebooms (13 augustus 1949) en Jozef Zelen (6 september 1949).
Om mannen in Geleen te behoeden voor een verplichte tewerkstelling, werd in de loop van 1941 een verzetsgroep opgericht door Jan Maenen (voorzitter van de Katholieke Werkbond) en zijn jeugdvriend Huub Smeets. Een van de leden van deze groep wist te achterhalen wie voor de arbeidsinzet in aanmerking kwam en speelde de namen door. Op de huid van de mensen die op de lijst stonden werd crétonolie gesmeerd, zodat eczeem ontstond. Dit wekte bij de bezetter een enorme weerzin op. Op deze wijze werden dankzij de 'wonderolie' 50 personen voor uitzending naar Duitsland behoed. Het hoofd van de Afdeling Bevolking van de gemeente Beek was ook bij dit complot betrokken. Hij bedacht methoden om persoonsbewijzen vrij te maken.
De Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers (L.O.) was van deze illegale activiteiten op de hoogte gebracht. De organisatie verzocht de hulp aan onderduiker in het rayon Geleen te organiseren voor een gebied dat behalve Geleen ook de plaatsen Berg, Urmond, Elsloo, Beek, Meers, Stein en Schimmert omvatte. Kapelaan Deckers werd aangesteld als duikhoofd van dit rayon. In het hele gebied werd contact opgenomen met gemeenteambtenaren om effectiever te kunnen frauderen met persoonsbewijzen en distributiebonnen. Zo werden maandelijks vele duizenden distributiebonnen aan het officiële circuit onttrokken. In totaal herbergde het gebied zo'n vier- tot vijfhonderd onderduikers, die waren ondergebracht bij boeren, in scholen en in kloosters. Voor de verzorging van de onderduikers werd de 'Vriendenkring Beek' opgericht, die geld ging inzamelen. Ook het 'Fonds Bijzondere Nooden' wist een aanzienlijk bedrag bijeen te brengen, waardoor de afdeling Geleen van de L.O. vrij was van materiële zorgen.
Op 22 februari 1944 kwam er een kink in de kabel. De Sicherheitsdienst (SD) arresteerde mijnpolitiebeambte J. van der Schaar en telefoniste Th. Kerens, die door middel van een overval op de Staatsmijn Maurits toeslagbonnen voor mijnwerkers hadden buit gemaakt. Van der Schaar kwam in een Duitse gevangenis om het leven. Na samenspraak met de Raad van Verzet en de Knokploeg Sittard werd onder leiding van J.H. Adriaans uit Geleen besloten het overschot aan bonnen te gebruiken voor de aankoop van wapens in Amsterdam. Het plan mislukte door de alertheid van SD'er Nitsch uit Maastricht, die blijkbaar al geruime tijd op de hoogte was van de verzetsactiviteiten in en om Geleen. Een groot aantal illegale werkers werd aangehouden. Tijdens de verhoren kwam de Sicherheitspolizei erachter dat in samenwerking met een verzetsorganisatie uit het Brabantse Gemert diverse acties werden voorbereid. Toch kwamen twee arrestanten al spoedig vrij. Adriaans voorkwam een langdurige hechtenis door tuberculose voor te wenden. De overige vijf bleven tot de bevrijding in gevangenschap. Door de arrestaties viel verzetsgroep Adriaans uiteen. Sommige leden zetten hun werk voort in andere groepen.
In Meers-Stein gaf H.H.A. Meijers leiding aan een zeer actieve verzetsgroep. Begin september 1944 ontstond er een gevecht tussen leden van deze groep en een aantal zwaar bewapende Duitse militairen die zich bij de brug van Meers hadden ingegraven. Eén Duitser kwam hierbij om het leven, twee anderen raakten gewond. Uiteindelijk gaf de Duitse eenheid zich over. De krijgsgevangenen werden verspreid over Meers, waar al 40 ontwapende Duitsers werden vastgehouden.
In Geleen hadden leden van de Knokploeg Sittard een gepantserde brandweerwagen buitgemaakt. Gekleed in Duitse uniformen pleegden de KP'ers in de nacht van 25 op 26 juli 1944 een overval op het gemeentehuis te Stein. De burgemeester en de gemeenteontvanger werden door de verzetslieden van hun bed gelicht, waarna het complete bevolkingsregister, de gemeentestempels, een groot aantal zegels voor de distributiestamkaarten, schrijfmachines, radio's en een geldbedrag van ongeveer ƒ 3.000,- werden meegenomen. Op de terugweg van de overval werd door marechaussees op de brandweerwagen geschoten. Niemand raakte gewond, maar de volgende dag arresteerde de SD vijf betrokkenen. Deze werden naar het Huis van Bewaring in Maastricht overgebracht. Lang hebben ze daar echter niet gezeten, want hun verzetsmakkers zagen kans hen te bevrijden. Alle moeite van de spectaculaire overval werd tenietgedaan toen de SD de plaats wist te vinden waar de buit verstopt was. Alleen het gestolen geld werd niet aangetroffen.
Oprichting
Na de bevrijding verzamelde de oud-strijders van Lindenheuvel zich en richten in 1945 de Vereniging van Oud-strijders op. Al spoedig kwam men met het idee een oorlogsmonument op te richten ter nagedachtenis aan de gesneuvelde militairen. Dit plan was niet eenvoudig te verwezenlijken. Burgermeester Damen wilde in die tijd ook een oorlogsmonument oprichten, maar dan liever in het centrum van Geleen. Als de initiatiefnemers bij de gemeente aanklopten, kregen ze meer dan eens te horen dat er te weinig geld was voor hun monument. In 1946 werd een inzamelingsactie gehouden, welke muzikaal omlijst werd door een rondtocht van het muziekkorps van de voormalige bewakingstroepen. In zeer korte tijd zamelde de oud-strijders een bedrag van ƒ 3200,- in. Vervolgens kreeg de Maastrichtse beeldhouwer Jean Weerts opdracht een monument te ontwerpen.
Onthulling
Het monument is onthuld op 29 augustus 1948 door burgemeester Damen. In een gedenkboekje, dat is uitgegeven ter gelegenheid van de onthulling van het monument, schrijft de voorzitter van de vereniging, de heer M. Salden: 'Toen, op een koude Novemberdag, Allerheiligen 1940, een viertal oudstrijders te Lindenheuvel een krans gingen leggen op het graf van hun gesneuvelde vriend, sprak een van de mannen: "Veer moosje eigenlijk ei monument oprichte veur höm, want dae haet zie jonk laeve veur os gegaeve." En vanaf die dag ontstond er tussen deze vier een band, één innige band, een gelijk gezond streven om te komen tot een monument, dat onze gesneuvelden aan de vergetelheid zou ontrukken en hen steeds midden tussen de levenden zou plaatsen. Deze vier kerels waren onze Pioniers.'
De gedenkplaat is onthuld op 4 mei 1995 door burgemeester Hans Lurvink.
Oorlogsslachtoffers
Achternaam | Voornamen | Geboren | Overleden |
---|
De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.
Meer informatie
Locatie
Het monument is geplaatst in het plantsoen tegenover de parochiekerk 'Onze Lievevrouw van Altijd Durende Bijstand' aan de Bloemenmarkt te Lindenheuvel (gemeente Sittard-Geleen).
Bronnen
- Vereniging Oud-strijders en Oud-militairen Geleen;
- Limburgse monumenten vertellen 1940-1945 van H.J. Mans en A.P.M. Cammaert. (Maastricht, Stichting Historische Reeks Maastricht, 1994). ISBN 90 70356 67 8;
- Sta een ogenblik stil… Monumentenboek 1940/1945 van Wim Ramaker en Ben van Bohemen. (Kampen, Uitgeversmaatschappij J.H. Kok Matrijs, 1980). ISBN 90 242 0185 3;
- www.oudstrijders-geleen.nl. Op deze website van de Vereniging Oud-strijders en Oud-militairen Geleen staat ondermeer de tekst uit het gedenkboekje dat is uitgegeven bij de onthulling van het monument.