IHRA PLENARY BERLIJN

Mei en December 2020

In 2020 is Duitsland voorzitter van de IHRA. Vanwege de coronapandemie vinden beide plenaire vergaderingen online plaats. In online meetings ontmoeten werkgroepen en comités elkaar, worden zoals gebruikelijk best practices uitgewisseld, discussies gevoerd en wordt gewerkt aan projecten. Zo zetten de ongeveer 200 diplomaten en experts op het gebied van Holocausteducatie, -onderzoek en -herdenken hun werk online voort. De Nederlandse delegatie blikt terug op beide vergaderingen onder het Duitse IHRA-voorzitterschap van 2020.

Educatie
IHRA heeft in december 2019 de Recommendations on Teaching and Learning about the Holocaust gepresenteerd. De publicatie dient als ondersteuning voor educatieve beleidsmakers, docenten en lerarenopleiders en medewerkers van musea en herinneringsinstellingen. Deze aanbevelingen benadrukken het belang van Holocausteducatie, bieden suggesties voor bronnenonderzoek en sluiten aan bij het meest recente onderzoek naar dit complexe thema. Daarmee zijn ze van groot belang voor de borging van de kwaliteit van Holocausteducatie en kunnen bijdragen bij aan een betere inbedding van dit onderwerp in het formele en informele onderwijs in Nederland.

De aanbevelingen zijn in 2020 vertaald in het Nederlands en worden in 2021 verspreid onder belanghebbenden. Annemiek Gringold van het Joods Cultureel Kwartier: “Vanuit het Nationaal Holocaust Museum, onderdeel van het Joods Cultureel Kwartier, start binnenkort een project om de Aanwijzingen voor het lesgeven en leren over de Holocaust bekend te maken bij de educatoren van de verschillende oorlogsmusea verenigd in de SMH, lesmateriaalmakers en onder docenten. Het ministerie van VWS maakt dit financieel mogelijk.”

Antisemitisme
Het antisemitisme en het toenemen van Holocaust ontkenning door onder andere de wereldwijde Covid-19 pandemie is gedurende beide vergaderingen van het Committee Antisemitism and Holocaust denial besproken. Diverse leden van het comité hebben voorbeelden vanuit hun eigen land gegeven, waarbij het dragen van Jodensterren tijdens anti-Covid demonstraties meerdere malen is genoemd. Experts van buiten IHRA hebben middels presentaties inzicht gegeven in hoe internationale antisemitische groeperingen te werk gaan, waaronder de Nordic Resistance Movement en QAnon.

Veel aandacht was er voor de Taskforce Holocaust Distortion and Denial. Samenwerking binnen deze Taskforce heeft geleid tot de publicatie Recognizing and Countering Holocaust Distortion: Recommendations for Policy and Decision Makers. In deze publicatie wordt uiteengezet wat Holocaust verdraaiing is, hoe het te herkennen is en waar het toe kan leiden.  Lees deze publicatie online: Recognizing and Countering Holocaust Distortion | IHRA (holocaustremembrance.com)

Antiziganisme
Een andere IHRA-mijlpaal dit jaar was de totstandkoming van de Werkdefinitie van Antiziganisme en de discriminatie van Roma. Het comité dat zich bezighoudt met de genocide op de Roma heeft de werkdefinitie opgesteld en in oktober gepresenteerd. Bas Kortholt van Herinneringscentrum Kamp Westerbork: “Tijdens de online vergadering in december in Leipzig is op een constructieve wijze besproken hoe de werkdefinitie in de komende jaren in de lidstaten geïmplementeerd kan worden.”

Nederlandse rapportage|Binnen IHRA presenteren ieder jaar enkele landen een rapport over de stand van zaken rondom onderzoek naar, educatie over en herdenken van de Holocaust. In 2020 presenteert Nederland zijn rapport, waarin het een beeld geeft van voortgang op IHRA werkterreinen in de periode 2012-2019.

Het Nederlandse Country report is positief ontvangen in de IHRA gemeenschap. De landen Litouwen en Noorwegen hebben het rapport gereviewd en zijn tevreden over de helderheid en openheid van het rapport. De IHRA-experts die het rapport hebben beoordeeld waren eveneens positief. Er zijn drie concrete aanbevelingen gedaan:

  1. Intensiveer de bestrijding van antisemitisme, vooral online antisemitisme;
  2. Verbeter de coördinatie van het onderwijs en de educatie over Holocaust en versterk het internationaal perspectief in het onderwijs over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust;
  3. Besteed meer aandacht aan de Porajmos en de hedendaagse situatie de Sinti en Roma gemeenschappen.

Julia Sarbo van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en sinds december deel van de delegatie zegt over de opvolging van de aanbevelingen het volgende: “De IHRA-delegatie is in samenwerking met partners aan de slag gegaan met deze aanbevelingen. Het CIDI start in een opvolging op een pilot in 2019 met een project voor de monitoring van online antisemitisme en Holocaustontkenning. De kennis en expertise in de IHRA-gemeenschap biedt daarbij inspiratie en meerwaarde. Daarnaast zullen de Aanwijzingen voor het herkennen van Holocaustverdraaiing en het Europese Commissie Werkprogramma voor de bestrijding van antisemitisme hiervoor worden ingezet.”

Coronacrisis
Tijdens de twee digitale vergaderingen in 2020 zijn ook veel ervaringen uitgewisseld over effecten van Covid-19 op instellingen vertegenwoordigd in IHRA. Diverse musea sluiten de deuren voor langere of kortere tijd, herdenkingen verlopen digitaal, evenals educatie. De financiële steun die de Nederlandse herinneringssector ontvangt is ook besproken binnen IHRA. Tijdens de vergaderingen is duidelijk geworden dat lang niet in alle IHRA-landen musea en instellingen extra financieel (kunnen) worden ondersteund.

Over de IHRA
De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) is opgericht in 1998. Het doel van deze intergouvernementele organisatie is vergroting van het bewustzijn over het belang van Holocausteducatie, -herdenking en -onderzoek. Het lidmaatschap van de organisatie staat open voor alle democratische landen. Nederland is lid, samen met 33 andere landen. Elf landen hebben een waarnemersstatus, daarnaast heeft de IHRA zeven Permanente Internationale Partners waaronder UNESCO en de Raad van Europa.

De Nederlandse delegatie bestaat uit medewerkers van de ministeries van VWS en Buitenlandse Zaken, Anne Frank Stichting, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Joods Cultureel Kwartier, het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het NIOD, Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.

Tooltip contents