Het monument
Vorm en materiaal
Het Spoorwegmonument in Mill (gemeente Land van Cuijk) bestaat uit circa 60 meter rails en een aantal aspergeversperringen. Het doodlopende spoorlijntje eindigt abrupt en de laatste meters staal zijn verwrongen. Daarvoor zijn stukken H-profiel zo ingegraven dat ze een kleine twee meter boven het baanvlak uitsteken: de zogeheten asperges. Bij de rails zijn een rustbank en een informatiebord geplaatst.
Symboliek
Dit stukje spoorweg bij Mill is een symbool van alle verschrikkingen die een oorlog met zich mee kan brengen. Vanaf de brug zijn de asperges goed te zien. Het vredige landschap rondom doet verder niet vermoeden wat zich hier zestig jaar geleden heeft afgespeeld, maar wie richting Mill loopt, ziet de groteske krullen aan het eind van het spoorlijntje blijvend getuigen van het geweld dat hier toen een etmaal lang dat zelfde landschap overheerste.
De geschiedenis
Het Spoorwegmonument herinnert de inwoners van Mill (gemeente Land van Cuijk) aan de hevige strijd die hier in de vroege ochtend van 10 mei 1940 heeft gewoed, nadat op deze plek een Duitse pantsertrein was ontspoord.
In het kader van de mobilisatie besloot de Nederlandse regering in juli 1939 tussen Griendtsveen en de Raam een defensieve waterweg aan te leggen, genaamd het Peelkanaal (ofwel het Defensiekanaal). Dit kanaal maakte deel uit van de Peel-Raamstelling, die vanaf Grave langs het riviertje de Raam en door het Peelgebied naar de Belgische grens ten zuidwesten van Weert liep. In die stelling vormde Mill een militair belangrijke plaats. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het kanaal gereed en in staat van verdediging gebracht. Op de westelijke oever waren met onderlinge afstanden van 200 tot 400 meter kazematten gebouwd.
In de meeste sectoren lag achter deze kazemattenlinie nog een tweede lijn, opgebouwd uit hout en grond gemaakte veldversterkingen. Prikkeldraadversperringen, hier en daar aangevuld met mijnenvelden, versterkten de verdedigingslinie. Aanvankelijk werd de Peel-Raamstelling aangelegd in het verlengde van de Grebbelinie, maar toen men besefte dat de Peel-Raamstelling niet aansloot op de Belgische verdediging en er onvoldoende troepen waren om hen in volle sterkte te kunnen verdedigen, werd de stelling een zwak bezette linie, waarmee men de oprukkende vijandelijke troepen wilde vertragen, zodat in de ‘hoofdverdediging’ de laatste voorbereidingen konden worden getroffen.
Dwars door de stelling liep een van de weinige oost-west lopende spoorlijnen, namelijk van Goch (in Duitsland), via de Maasbrug bij Gennep naar Tilburg. Op 10 mei 1940 vond over dit spoor een opvallend transport plaats. In de vroege ochtend reed een Duitse pantsertrein, gevolgd door een troepentrein (bestaande uit een locomotief en 23 wagons), ongehinderd naar het dorpje Zeeland (ten westen van Mill), waar een infanteriebataljon (circa 1.000 man) werd afgezet. Het transport kwam als een volslagen verrassing voor de Nederlanders. In de sector Mill waren circa 2.000 Nederlandse militairen gelegerd, die deel uitmaakten van I-6 en I-3 Regiment Infanterie.
Vlug werd de spoorlijn nabij het spoorbruggetje over het Defensiekanaal alsnog versperd met ijzeren balken en opgegraven landmijnen. Toen de pantsertrein even later terugreed, liep hij door de asperges met een donderend lawaai uit de rails. Verschillende wagons tuimelden van de spoordijk en de rails werden verwrongen. De Duitse soldaten nestelden zich ten zuiden van de spoorlijn en overmeesterden twee kazematten. Ten noorden van het spoor lukte dat niet. Daar ontstond een hevig gevecht met de zich standvastig verwerende Nederlanders. De Duitse soldaten werden gedwongen dekking te zoeken in de trein, waardoor een patstelling ontstond.
Het bij Zeeland uitgeladen Duitse bataljon viel in noordoostelijke richting aan, maar stuitte al snel op een kort tevoren bij Mill gearriveerde III-20 Regiment Artillerie. Dit onderdeel was slechts bewapend met twaalf stokoude kanonnen uit het jaar 1880 (zogenaamde ‘8 Staal’) en een klein aantal pioniers voor het leggen van landmijnen. Door het geschut snel te draaien, waardoor de vuurmonden over elkaar heen moesten schieten, lukte het de kanonniers het aanstormende Duitse bataljon terug te slaan. In de noordelijke richting gestuit, zochten de Duitse militairen hun heil in het zuiden en oosten. De zuidelijke aanval werd afgeslagen door een gemengd groepje infanteristen en keukenpersoneel. Een derde aanval in oostelijke richting langs de spoorweg had meer succes. Door een actie in de rug wisten de Duitse troepen een aantal kazematten te overrompelen, waardoor er een gat in de verdedigingslijn ontstond. Vervolgens probeerden ze opnieuw naar het noorden op te trekken, maar ze werden tegengehouden door het handjevol verdedigers van een compagniescommandopost.
De situatie bij Mill noopte tot ingrijpen. Die taak werd toegewezen aan het 2de Regiment Huzaren-Motorrijders, dat uit slechts 500 man bestond. Vroeg in de middag vielen de huzaren aan en wisten een gedeelte van het bezette stellinggebied, inclusief een aantal kazematten, te heroveren. Bij die actie werd ook de achtergebleven Duitse goederentrein in brand gestoken. Inmiddels waren de eerste Duitse troepen de Maas overgestoken en raakte de Peelstelling bij Mill in het nauw. Hier waren twee complete Duitse divisies (254ste en 256ste) gearriveerd, bestaande uit meer dan 30.000 man. Er ontstonden hevige gevechten, maar de Nederlanders hielden stand. Aanval na aanval werd afgeslagen. De Duitse troepen moesten ten slotte hun luchtmacht te hulp roepen.
Van zes tot zeven uur ‘s avonds volgde een verschrikkelijk bombardement van de beruchte ‘Stuka’ duikbommenwerpers. Terwijl de Nederlandse militairen dekking zochten, maakten de Duitse soldaten met lichtkogels hun positie kenbaar om niet geraakt te worden. Direct na het bombardement vielen de Duitse troepen weer met grote kracht aan. De bezetter slaagde er in de late avonduren in bij Mill over het Defensiekanaal te komen en een bres in de verdediging te slaan. De divisie drong in nachtelijke gevechten door naar het noorden. De toestand werd hopeloos en er was ten slotte geen houden meer aan. Tot in de morgen van 11 mei moesten de Duitse troepen vechten om de laatste restanten Nederlandse militairen letterlijk uit hun bunkers te schieten.
In de strijd bij Mill zijn 32 Nederlandse militairen gesneuveld. De Duitse verliezen bedroegen een veelvoud daarvan. Het oorlogsgeweld kostte het leven van negen burgers. In Mill waren vele tientallen boerderijen, woningen, fabrieksgebouwen en stallen verwoest. Ongeveer 400 inwoners waren dakloos geworden.
Oprichting
De stichtingen Menno van Coehoorn en Myilesheem en de gemeente Mill hebben er samen voor gezorgd dat het gedenkteken er kwam. Een van de initiatiefnemers, overste b.d. J.A.Ph. Laguette, over de totstandkoming van het monument: ‘De gemeente Mill heeft er nu bijna zonder kosten een indrukwekkend monument bij. De dienst gemeentewerken ondersteunde ons wel, maar in natura. Daarnaast heeft de NS-dochter Struktongroep het materiaal voor de spoorrails, het bruggetje en de asperges geleverd. De commandant van 47 Pantserinfanteriebataljon stelde mankracht beschikbaar in de vorm van acht militairen van het geneeskundig peloton van de Stafverzorgingscompagnie. Al die hulp is enorm waardevol geweest. Dit monument is belangrijk, om de jeugd te kunnen blijven informeren over de verschrikkingen van de oorlog.’
Het monument wordt beheerd door de Stichting Sporen van de Oorlog Mill.
Onthulling
Het Spoorwegmonument is op 10 mei 1990 onthuld.
Oorlogsslachtoffers
Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.
De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.
Meer informatie
Locatie
Het monument is geplaatst aan de Spoordijk te Mill (gemeente Land van Cuijk).
Bron
- Website De Slag bij Mill;
- Gemeente Land van Cuijk.