Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het monument Kapelsche Veer te Sprang-Capelle is een zwarte plaquette, omlijst door rode bakstenen. Het gedenkteken is aangebracht in een talud aan de voet van een wilg. Het monument is 85 centimeter hoog en 1 meter 25 breed.

Wijziging
Op 31 januari 2007 is er aan het monument een informatiebord toegevoegd. In 2008 is dit bord vervangen door een bord met verbeterde informatie. Bij het monument zijn in de loop van de tijd ook vier kleine plaquettes aangebracht. Zo is op 1 november 2009 een plaquette voor de Noorse commando’s onthuld. In februari 2015 zijn twee plaquettes aan de rechterzijde van het monument gestolen. Deze zijn later vervangen. In april 2016 zijn de twee plaquettes aan de linkerzijde ook gestolen. Om te voorkomen dat ook de laatste plaquette door koperdieven zou worden gestolen heeft de gemeente besloten het monument weg te halen. In 2017 is het monument volledig herbouwd. Op het monument in hernieuwde staat is de bronzen plaquette centraal op het monument met speciale bevestigingsbouten vastgemaakt. Voor de ongenoemde regimenten zijn tien wapenschilden toegevoegd. Hiermee is de gedenkmuur een stuk groter geworden. Het vernieuwde monument werd in 2018 onthuld. Er zijn echter klachten over de leesbaarheid van nieuwe plaquettes.

De geschiedenis

Het monument Kapelsche Veer te Sprang-Capelle is opgericht ter nagedachtenis aan de hevige strijd in de winter van 1944/1945 die hier heeft gewoed tussen de geallieerden en de bezetter.

De inzet van de gevechtshandelingen bij het Kapelsche Veer was een Duits bruggenhoofd van een paar vierkante kilometer. Deze strijd kostte in totaal ongeveer 1200 man aan militaire verliezen (gesneuvelden, gewonden, krijgsgevangenen en vermisten). De wilg die bij het monument staat, heeft deze oorlogshandelingen van nabij meegemaakt en overleefd.

In september 1944 bevrijdden de geallieerden een gedeelte van Limburg. VVan 17 tot 26 september 1944 wilden de geallieerden met een groot offensief (operatie ‘Market Garden’) een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland creëren. In een bliksemsnelle aanval moesten luchtlandingstroepen bruggen veilig stellen. Grondtroepen moesten daarna vanuit België over deze bruggen oprukken naar het IJsselmeer. Bij de Amerikanen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen en de meeste bruggen in de omgeving van Eindhoven vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. De Engelse para’s werden verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich onder zware verliezen terugtrekken naar de Betuwe. Nadat de Slag om Arnhem werd verloren, is de aanval gestokt.

Een gedeelte van Nederland ten zuiden van de grote rivieren was echter al wel bevrijd. In de maanden hierna werd deze corridor van bevrijd Nederland langzaam uitgebreid. Zo ook naar Noord-Brabant. De frontlinie van de geallieerden liep onder meer tot aan de Bergsche Maas. Bij het Kapelsche Veer (tussen de Bergsche Maas en het Oude Maasje) had een Duitse eenheid zich gevestigd en zo een bruggenhoofd gevormd. De 1ste Poolse Pantserdivisie bewaakte dit gedeelte van de frontlinie. Het front was rustig.

Op 16 december 1944 ontketenden de Duitsers in de Ardennen hun laatste grote offensief met als einddoel Antwerpen en het doorsnijden van het geallieerde front. Om deze aanval te ondersteunen had de Duitse generaal Kurt Student een aanval gepland vanuit bezet Nederland richting Antwerpen. Deze aanval is echter nooit uitgevoerd, maar Student liet wel eenheden van de 712­­e Infanteriedivisie en daarna van de 6­e Parachutistendivisie de rivier oversteken om het bruggenhoofd te versterken. Vanaf 19 december raakten de patrouilles met elkaar in gevecht. Een Poolse verkenningseenheid stuitte in de nacht van 28 op 29 december op hevige weerstand. Er werd besloten om het Duitse bruggenhoofd te vernietigen.

In de nacht van 30 op 31 december 1944 werd de eerste aanval door de Polen uitgevoerd. Deze aanval mislukte en ook de volgende aanval, op 6 en 7 januari, werd teruggeslagen. De verliezen op beide dagen waren hoog. Voor de volgende aanval werden commando’s van de 47 Royal Marine Commando ingezet. Zij werden ondersteund door Noorse commando’s. Deze derde aanval liep ook uit op een mislukking.

Ondertussen was al lang duidelijk dat de Duitse aanval vanuit de Ardennen op niets was uitgelopen. Fall Braun, de ondersteunende aanval, werd dus ook niet uitgevoerd. Maar zowel Student, als zijn geallieerde tegenhanger Generaal Sir John Crocker, wilden niet van stoppen weten.

Op 26 januari 1945 werd overdag een grootscheepse aanval door eenheden van de 4e Canadese pantserdivisie uitgevoerd. Hierbij deden ook eenheden in kano mee. De gevechten bleven aanhouden tot 31 januari toen de Duitse troepen zich opeens terugtrokken over de Bergsche Maas (later is bekend geworden dat Student vervangen was en dat zijn opvolger een einde maakte aan dit onnodige gevecht).

Oprichting
De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van het Herdenkingscomité 1945. Op 4 mei 1985 omschreef het comité zijn motivatie tot oprichting van het gedenkteken als volgt: ‘De bijval, die het ‘Comité van Ontvangst 1980′ kreeg bij de herdenking samen met de oud-strijders geeft ons het vertrouwen, dat vele mensen de gedachte zullen steunen om bij Kapelsche Veer een blijvende herinnering aan te brengen. Zeker nu de generatie van tóen, soldaten en burgers, er nog bij kan zijn.’ Met regelmaat komen Canadese oud-strijders het monument bezichtigen.

Op 31 januari 2007 is er naast het monument een informatiebord geplaatst. Hierop wordt beschreven wat er zich tussen december 1944 en eind januari 1945 op deze plaats heeft afgespeeld. De juistheid van de informatie op het informatiebord werd bestreden. Een commissie onder leiding van prof. dr. J.C.H. Blom adviseerde over de teksten op het bord. Het informatiebord is naar aanleiding van dit advies aangepast. Toch is er nog steeds discussie over de formulering van de tekst op het informatiebord.

Oorlogsslachtoffers

Achternaam Voornamen Geboren Overleden

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument Kapelsche Veer bevindt zich in de nabijheid van het veer bij Sprang-Capelle (gemeente Waalwijk).

Bronnen

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers

Wil en Elsbeth Hoyer-Vugts | 05 mei 2020

Wij herdenken alle gesneuvelden maar in het bijzonder Donald Douglas MacKeracher van Argyll and Sutherland Highlanders of Canada. Hij stierf op 30 januari 1945 op 22 jarige leeftijd. Hij was de vriend van mijn moeder, Riet Laurijsen.


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents