Het monument
Vorm en materiaal
Het verzets- en oorlogsmonument ‘As ‘t nedich is’ in Ferwerd (Fries: Ferwert) (gemeente Noardeast-Fryslân) is een beeld van een staande mannenfiguur, uitgevoerd in Franse kalksteen. Het beeld is geplaatst op een zuil van gele handvorm baksteen. Op de zuil is een bronzen gedenkplaat bevestigd. Het monument is 3 meter 50 hoog, 75 centimeter breed en 75 centimeter diep.
Teksten
De tekst bovenin de zuil luidt:
‘AS ‘T NEDIG IS ‘.
De tekst op de gedenkplaat luidt:
‘J. WILDEBOER R.H. KUIPERS
S.J. BOERSMA J. DOORNBOS
G.W.H. ESSELINK K. WESTRA
J. ANDRAE O. BRANDSMA
A.R. GERRITSEN J. GREIJDANUS
J. HOFMAN T. KALVERDA
T. LOOIJENGA F. SIERKSMA
P.J. SMIT W. VALK
G. ZEEMANS J. WASSENAAR’.
Symboliek
Het monument, zoals beschreven in de aanvraag tot plaatsing van het beeld, ‘is bedoeld tot uitdrukking te brengen het verzet der bevolking in de jaren 1940-1945. Dit verzet is gesymboliseerd in een krachtige mannenfiguur, die het karakter van deze streek draagt. Enerzijds, enigszins teruggehouden, heeft de figuur een schop in de hand, anderzijds, meer in het centrum van de aandacht wordt een geweer omklemd met de vastberaden houding van een mens, die, indien hij gedwongen wordt, niet aarzelt er zijn vrijheid mee te verdedigen.’
De geschiedenis
Het verzets- en oorlogsmonument ‘As ‘t nedich is’ in Ferwerd (gemeente Noardeast-Fryslân) is opgericht als teken van verzet en strijd voor vrijheid. Met het gedenkteken worden tevens achttien medeburgers herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
De namen van de achttien slachtoffers luiden:
Joeke Andrae, Sijbren Jan Boersma, Oebele Brandsma, Johannes Doornbos, Gerardus Willem Hendrik Esselink, Albertus Roelof Gerritsen, Johannes Greidanus, Jacob Hofman, Tjisse Kalverda, Ds. Rienk Hendrik Kuipers, Theunis Looijenga, Fokke Sierksma, Pieter Jan Smit, Willem Valk, Johannes Wassenaar, Klaas Westra, Johannes Wildeboer en Gerrit Zeemans.
Joeke Andrae werd geboren op 18 maart 1919 in Ferwert. De landarbeider woonde bij zijn ouders aan de zeedijk onder Ferwerd. Tijdens een razzia werden de joodse onderduikers bij het gezin Andrae niet gevonden. Toch werden vader en zoon gearresteerd toen de bezetter een gedeelte van een machinegeweer ontdekten. Dit wapen was afkomstig van een neergeschoten Brits vliegtuig. Andrae sr. werd na enige dagen weer vrijgelaten, maar Joeke werd op 26 mei 1944 in Utrecht doodgeschoten op beschuldiging van verboden wapenbezit.
Sijbren Jan Boersma werd geboren op 5 augustus 1920 in Hallum. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was hij lid van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten. Tijdens het opstellen van een groepsfoto van oud-leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten in Ferwerd ging een vuurwapen af, waardoor Boersma ernstig werd verwond. Hij stierf in het ziekenhuis van Nijmegen op 21 juli 1945 en werd begraven op de N.H. begraafplaats in Hallum.
Oebele Brandsma werd geboren op 25 april 1923 in Ferwerd. Om aan de arbeidsinzet in Duitsland te ontkomen, sliep hij ‘s nachts met andere onderduikers in een bewoonbaar gemaakt hok op de tuinderij waar hij hovenier was. Op 16 mei 1944 werd Brandsma gearresteerd tijdens een grootschalige razzia en naar de Leeuwarden gevangenis gebracht. Na een week werd hij op transport gezet naar kamp Amersfoort en vandaar via het Duitse eiland Nordeney naar Helgoland. Hier werd hij tewerkgesteld bij de bouw van bunkers en andere verdedigingswerken. Op 18 maart 1945 werd hij via Cuxhaven naar Stade vervoerd, waar vele medegevangenen de benen namen. Brandsma was te ziek om te vluchten en stierf hier door ondervoeding op 12 augustus 1945. Hij werd begraven op het Nederlands Ereveld te Lübeck.
Johannes Doornbos werd geboren op 30 december 1921 in Blija. Ook Doornbos werd dodelijk getroffen tijdens de bijeenkomst op 24 april 1945 van de groep oud-leden van de N.B.S. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Blija. Tevens is in dit dorp een straat naar hem vernoemd.
Gerardus Willem Hendrik Esselink, zoon van de burgemeester van Ferwerderadeel, werd geboren op 27 februari 1921 in Adorp (Groningen). Zijn illegale werk bestond uit het verspreiden van het blad Vrij Nederland. Ook heeft hij zich bezig gehouden met het vervalsen van persoonsbewijzen. Esselink werd gearresteerd op 28 juni 1944 in de trein bij Arnhem en naar het concentratiekamp Neuengamme gebracht. Daarna werd hij op transport gesteld naar Versen, waar hij op 26 december 1944 door uitputting stierf. Hij werd begraven op het Ereveld Loenen.
Albertus Roelof Gerritsen werd geboren op 28 juni 1918 in Hallum. De 27-jarige metaalbewerker van de firma F.K. Oreel werd als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd. Hij stierf aan bloedvergiftiging op 30 april 1945 in Merseburg.
Johannes Greidanus werd geboren op 15 april 1924 in Westernijkerk. De boerenzoon woonde op Leliastate onder Marrum. Toen hij in oktober 1943 op het bouwland bij de zeedijk ploegde, werd hij door twee groepen van de bezetter in de gaten gehouden. Toen hij met zijn familie om tafel zat om thee te drinken, werd de boerderij omsingeld. Johannes en zijn broer Jacobus moesten op de fiets mee naar het gemeentehuis in Ferwerd. Jacob mocht terug naar huis, maar Johannes werd naar het Huis van Bewaring in Leeuwarden gebracht en na vier dagen op transport gesteld naar kamp Amersfoort, waar hij tot maart 1944 verbleef. Nadien werd hij naar Duitsland gestuurd. Na verblijf in een aantal kampen, werd hij ziek en opgenomen in een kliniek in Halberstadt. Op 8 april 1945 werd de stad door de geallieerden gebombardeerd. Toen ook de kliniek werd getroffen, lag Johannes twee dagen ernstig gewond onder het puin. Op 5 juni 1945 stierf hij in het Salvator ziekenhuis. Greidanus werd begraven op de N.H. begraafplaats in Marrum.
Jacob Hofman werd geboren op 11 mei 1924 in Hallum. De landarbeider woonde in Vijfhuizen. Op 23 oktober 1943 werden tijdens een dansavond in de boerderij van Pier Jippes te Hallumerhoek 29 jongemannen gearresteerd. Hofman werd naar Amersfoort gebracht en tewerkgesteld op vliegveld Soesterberg. Op 8 maart 1944 raakte hij ernstig gewond toen het vliegveld werd gebombardeerd. Diezelfde dag stierf hij in het Sint Elisabeth ziekenhuis. Hofman werd begraven op de N.H. begraafplaats in Hallum.
Tjisse Kalverda werd geboren op 5 februari 1923 in Ferwerd. De 21-jarige banketbakker werd op 21 juni 1944 tijdens een razzia gearresteerd en overgebracht naar Drenthe. Via kamp Amersfoort kwam hij terecht in Neuengamme. Op 31 december 1944 moesten twaalf gevangenen even buiten het kamp zes graven delven. Daarna werden ze willekeurig op een rij gezet en genummerd van 1 tot 12. De even nummers moesten voor de graven gaan staan en werden ter plaatse gedood. Kalverda was de laatste van de rij; hij had nummer 12. De zes andere gevangenen keerden terug naar het kamp.
Ds. Rienk Hendrik Kuipers werd geboren op 14 januari 1905 in Den Haag. Op zondag 5 februari 1945 merkte een passerende patrouille van de bezetter bij het uitgaan van de Gereformeerde kerk te Wanswerd aan de Streek (thans Birdaard), dat enkele jongens weer terug gingen in de kerk. Zij stelden een onderzoek in en vonden enkele radiotoestellen die ingeleverd hadden moeten worden. Ds. Kuipers, één van de leidende figuren van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers in die streek, werd medeverantwoordelijk gesteld voor dit vergrijp. Hij werd gevangen genomen en kwam via Groningen terecht in het concentratiekamp Neuengamme. Kort voor de geallieerden kwamen, werd Kuipers met de andere gevangenen overgebracht naar Lübeck. Daar overleed hij op 28 april 1945. Bekend is geworden dat hij tijdens zijn gevangenschap veel lotgenoten tot steun is geweest. Zijn stoffelijke overschot is op 27 augustus 1959 herbegraven op het Ereveld Loenen. De straat bij de kerk waar de overval plaatsvond, is naar de dominee vernoemd.
Theunis Looijenga werd geboren op 13 augustus 1916 in Marrum. Op 19 januari 1944 deed de bezetter een inval in het huis van zijn ouders nabij de zeedijk onder Westernijkerk. Er werd gezocht naar onderduikers. Looijenga probeerde tevergeefs te vluchten. De 27-jarige boerenzoon werd op het erf, in het bijzijn van zijn ouders, doodgeschoten. Hij werd begraven op de N.H. begraafplaats in Marrum.
Fokke Sierksma werd geboren op 3 februari 1924 in Lichtaard. Hij werd op 28 november 1943 op weg naar zijn werk door de bezetter gearresteerd. In het gemeentehuis van Ferwerd kwam zijn gewaarschuwde moeder bij hem, die door emoties overmand bewusteloos in elkaar zakte. De bezetter liet hen gaan en Fokke dook onder. Na enige tijd ging hij naar zijn werkgever Meekma terug, waar hij in april 1944 tijdens het ploegen voor de tweede maal werd gearresteerd. Wederom werd hij vrijgelaten, omdat hij beloofde zich te melden voor de arbeidsinzet. Maar weer dook hij onder. Twee weken later werd hij op zijn onderduikadres alsnog opgepakt en naar Dokkum gebracht. Hij zou naar de gevangenis van Leeuwarden worden gebracht, maar een Landwachter liet hem vrij. Sierksma dook onder bij de familie Meekma, waar hij tijdens een razzia op 21 augustus 1944 voor de vierde maal werd opgepakt. Via Leeuwarden en Amersfoort kwam hij terecht in het concentratiekamp Neuengamme, waar hij op 12 december 1944 stierf.
Pieter Jan Smit werd geboren op 4 augustus 1920 in Marrum. De 22-jarige metaalbewerker van de firma F.K. Oreel werd in het voorjaar van 1943 als dwangarbeider naar Duitsland gestuurd. Twee maal heeft Smit geweigerd ‘s zondags te werken in de fabriek te Spergau. Op 24 december 1943 kwam het bericht uit Duitsland dat Smit op 30 augustus in Spergau-Merseburg was overleden. Na de oorlog werd hij herbegraven op de N.H. begraafplaats in Hallum.
Willem Valk werd geboren op 17 juni 1924 in Marrum. De landarbeider kreeg tijdens de bezetting een oproep om zich te melden voor de arbeidsinzet. De verzetsbeweging in zijn dorp bood hem een onderduikadres aan, maar zijn vader vertrouwde het niet. Valk vertrok naar Kümmer bij Hannover. Toen hij met de trein naar huis probeerde te komen werd hij opgepakt en geinterneerd in het Arbeitserziehungslager Flughaven Essen-Mulheim. Hier stierf hij op 12 september 1943 als gevolg van difterie. Valk werd begraven op het Hauptfriedhof in Mülheim.
Johannes Wassenaar werd geboren op 25 december 1924 in Lichtaard. Hij dook onder in het voorjaar van 1942 in de Trijnwouden, omdat zijn ouders bezwaar hadden tegen de arbeidsdienst waarvoor hij was opgeroepen. Als spoedig moest hij een nieuw adres zoeken, omdat zijn gastvrouw mensen had verteld dat zij een onderduiker in huis had. Toen Wassenaar bij zijn ouders op bezoek was, nadat hij een nieuw adres had gevonden, werd hij gearresteerd. Wasenaar stierf in Neuengamme op 17 december 1944.
Klaas Westra werd geboren op 5 december 1891 in Anjum. Hij was opperwachtmeester bij de politie. Omdat Westra actief was in het verzet, heeft de Sicherheitsdienst op 27 oktober 1943 een inval in zijn huis te Wanswerd aan de Streek gedaan. Westra was niet thuis, omdat hij dienst deed in het ‘Judendurchgangslager’ in Westerbork. In zijn plaats werden zijn vrouw en twee kinderen gearresteerd, die na verloop van tijd weer behouden terugkeerden. De volgende dag werd Westra in Westerbork gevangen genomen en op 10 december overgebracht naar kamp Vught. Op 24 mei 1944 werd hij op transport gesteld naar het Beierse concentratiekamp Dachau. Het laatste bericht van Westra uit Duitsland dateert van 10 september 1944. Hij stierf op 20 februari 1945.
Johannes Wildeboer werd geboren op 12 september 1908 in Eindhoven. Hij was hoofd van de Christelijke ULO in Ferwert. Tijdens de bezetting was Wildeboer lid van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers. Daarnaast had hij een groot aandeel in allerlei facetten van het illegale werk. Wildeboer werd op 19 november 1943 door verraad gearresteerd. Hij heeft een jaar doorgebracht in kamp Vught en het kommando Oraniënburg van het concentratiekamp Sachsenhausen. Vervolgens werd hij naar Neuengamme getransporteerd, waar hij op 19 december 1944 stierf. In Ferwert is een straat naar Wildeboer vernoemd.
Gerrit Zeemans werd geboren op 3 mei 1885 in Marrum. Op 7 augustus 1943 werd om vier uur in de morgen een grootschalige razzia gehouden. De 58-jarige brandstoffenhandelaar had wat zijn leeftijd betrof niets te vrezen. Wel was hij in het bezit van een halve zijde spek, die bij een huiszoeking zeker gevonden zou worden. Om dit te voorkomen bracht hij het spek op een platje. De bezetter, die waarschijnlijk vermoedde dat iemand een vluchtpoging waagde, schoot Zeemans neer. Hij overleed dezelfde dag in het Diaconessenhuis aan zijn verwondingen en werd begraven op de N.H. begraafplaats in Marrum.
Onthulling
Het monument is onthuld op 4 mei 1956 door de heer A. Hellema (voorzitter van de Commissie gedenkteken 1940-1945 Ferwerderadiel).
Oorlogsslachtoffers
Achternaam | Voornamen | Geboren | Overleden |
---|
De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.
Meer informatie
Bronnen
- Gemeente Ferwerderadiel;
- Verzetsmuseum Friesland;
- Tekens aan de weg – Tekens aan de wand, C. Reitsma (Leeuwarden, 1980). ISBN 9033020009;
- Mw. J. Valk.