Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het monument ‘Het Vergeten Bombardement’ in Rotterdam is een sculptuur van cortenstaal, bestaande uit de cijfers die tezamen de datum van het bombardement (31-03-1943) vormen. De onderdelen staan verspreid in het gras, als door een bom getroffen. Het gedenkteken is 2 meter 60 hoog.

Symboliek
De ontwerper, Mathieu Ficheroux, probeerde de opdracht te benaderen op een beschouwende, introverte manier. Zijn monument is ingetogen en vrij van pathetiek.

De geschiedenis

Het monument ‘Het Vergeten Bombardement’ herinnert de inwoners van Rotterdam aan het zware bombardement van 31 maart 1943 dat door de geallieerden bij vergissing werd uitgevoerd op het havenbekken, oostelijk van de Schiedamse scheepswerf Wilton-Feijenoord. Deze fatale fout kostte het leven van 326 burgers en één Amerikaanse piloot, er vielen 400 gewonden en 10.000 Rotterdammers raakten dakloos.

Door een noodlottige vergissing werden de woonwijken Bospolder en Tussendijken zwaar getroffen door bommen van de Amerikaanse luchtmacht. Deze bommen waren eigenlijk bedoeld voor de bezetter in het westelijke havengebied van Delfshaven. Maar de bommen vielen op de zuidoever van de grens van de Nieuwe Waterweg en de Maas, de Wilhelminahaven, de Keilehaven en de Lekhaven. En op de huizen langs de Schiedamseweg, de Rozener Manzstraat en de Mathenesserweg, tot bij het Marconiplein.

Oprichting
Vijftig jaar na dato werd besloten een monument op te richten om het bombardement te gedenken. De werkgroep ‘Het Vergeten Bombardement’ zocht contact met het Centrum Beeldende Kunst om een blijvende herinnering in de vorm van een monument te maken. Drie kunstenaars deden een voorstel voor een monument: Mathieu Ficheroux, Paul Cox en René Verouden. Hun ontwerpen werden gepresenteerd aan de bewoners van Bospolder-Tussendijken. Uiteindelijk werd gekozen voor het ontwerp van Ficheroux. Het gedenkteken werd gefinancierd door de CBK, het SV-fonds en sponsoring. De kosten bedroegen 34.090 euro.

Onthulling
Het monument is onthuld op 31 maart 1993 door de heer Ruud Lubbers.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument is geplaatst in het Gijzingplantsoen van Park 1943, gelegen in de wijk Bospolder-Tussendijken van de deelgemeente Delfshaven te Rotterdam.

Bronnen

Voor meer informatie

  • Het tijdschrift: Het Gebaar, beeldende kunst in Rotterdam en omgeving, jaargang 4, nr. 4, december 1992, blz. 12-13;
  • Op de website www.exposurerotterdam.nl is een filmpje te zien over dit werk.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers

André Bek | 09 aug 2022

Het 14 mei bombardement van 1940 en het zogenaamde ‘vergeten bombardement’ van 31 maart 1943 hebben een grote rol in mijn leven gespeeld. Daar ben ik me steeds meer bewust van geworden.

Mijn vader was 9 toen het luchtalarm op 14 mei loeide. Met mijn oma en opa vluchtte hij halsoverkop naar de schuilkelder. Het enige wat zij nog mee konden graaien was de vogelkooi met kanarie Pietje. Tijdens de paniekvlucht stootte de kooi open en ontsnapte Pietje.

De brandbommen verwoestten het hart van Rotterdam. Niets bleef overeind, alles verbrandde. Mijn moeder zag Rotterdam branden vanaf het platteland van Vlaardingen. De stank is zij nooit vergeten. Mijn vader had geen jeugdfoto’s, geen speelgoed, geen tastbare herinneringen meer aan zijn jeugd. Maar ze hadden het overleefd en herpakten hun leven.

Hij verzette zich tegen de Duitsers door als kwajongen ruiten in te gooien van Duitse instellingen. De Duitsers kregen hem nooit te pakken. Mijn opa werkte als scheepsarbeider op de werf van Wilton-Fijenoord gedwongen aan het onderhoud van Duitse oorlogsschepen. Hij stal daar o.a. een verrekijker van een scheepsbrug. Voor beide vergrijpen kon je bij ontdekking gefusilleerd worden. Er staat nog een Duitse verrekijker bij mijn moeder in de kast. Mijn vader bleef altijd de kwajongen in zich hebben.

Later in de oorlog, op 31 maart 1943, was mijn vader met zijn vriendjes fietsend op de terugweg van een voetbaltraining. Het luchtalarm loeide weer en zij vluchtten naar een schuilkelder in Rotterdam-West. Amerikaanse bommenwerpers namen de scheepswerven waar onder meer torpedolanceerbuizen en onderdelen voor U-boot-dieselmotoren voor de Duitse Kriegsmarine werden geproduceerd onder vuur. Door falende doelwitindentificatie en de harde wind zwaaiden de zware brisantbommen af. De schuilkelder waar mijn vader zat kreeg een voltreffer. Al mijn vaders vriendjes stierven. Hij was één van de weinige overlevenden. Hij werd paradoxaal uitgegraven door de Duitsers. Al zijn botten in zijn benen waren verbrijzeld.

Hij vertelde het volledige verhaal pas op zijn sterfbed en gaf mij de opdracht zijn verhaal door te vertellen. Het zogenaamde ‘Vergeten Bombardement’ heeft in mijn vaders verdere leven een grote rol gespeeld. Ik realiseer me nu dat mijn vader zijn hele leven heeft geleden aan een vorm van PTSS. Alleen had het toen nog geen naam. Hij sloeg bijvoorbeeld volledig door als Duitsers een grote mond hadden en vocht zijn hele leven fel tegen onrecht. Mijn ouders voedden mijn broer en mij op met de boodschap dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn en dat je mensen nodig hebt die tegen het kwaad durven op te staan.

Hij schopte het ondanks zijn (verborgen) trauma’s ver. Hij werd directeur van twee scheepvaartbedrijven en gemeenteraadslid in Ridderkerk. Mijn broer en ik werden marinier.

Ik zag mijn vader voor het eerst huilen toen ons tamme kanariepietje, genaamd Pietje, stierf. Zijn ‘huisje’ was het kooitje wat het bombardement had overleefd. Het deurtje stond altijd open. Ons Pietje was altijd vrij…


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents