Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het bevrijdingsmonument in Zoutelande (gemeente Veere) is een zwartmarmeren gedenksteen.

Teksten
De tekst op de gedenksteen luidt:

‘1944 – 1994
50 JAAR VRIJHEID

“…..AAN DE UITGANG VAN
IEDER DAL, KOMT MEN IN DE
RUIMTE EN IN HET LICHT”

TER NAGEDACHTENIS AAN DE
INWONERS VAN ZOUTELANDE,
DIE TENGEVOLGE VAN DE
DUITSE BEZETTING, TIJDENS
DE JAREN 1940 TOT EN MET
1944 HUN LEVEN HEBBEN
VERLOREN.

NOVEMBER 1994.’

In 1994 is er ook een plaquette aangebracht, geschonken door de bevrijders van Zoutelande. De plaquette hangt naast het bevrijdingsmonument.

De tekst op de plaquette luidt:

‘ZOUTELANDE

PRESENTED TO THE PEOPLE OF ZOUTELANDE
IN COMMEMORATION OF THE 50TH. ANNIVERSARY
OF THEIR LIBERATION BY
“A” TROOP 48 COMMANDO, ROYAL MARINES
AT 11.00 HRS. ON 2ND. NOVEMBER 1944
—————
AANGEBODEN AAN DE INWONERS VAN ZOUTELANDE
BIJ DE VIERING VAN DE 50 JARIGE HERDENKING
VAN HUN BEVRIJDING DOOR
“A” TROOP VAN 48 COMMANDO ROYAL MARINES
OP 2 NOVEMBER 1944 OM 11.00 UUR.’

Wijzigingen
Het monument is in 2019 verplaatst in verband met de herinrichting van de kerktuin.

De geschiedenis

Het bevrijdingsmonument in Zoutelande (gemeente Veere) is opgericht ter nagedachtenis aan alle medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Het gedenkteken is opgericht ter gelegenheid van de 50ste herdenking van de bevrijding.

De Catharinakerk is vermoedelijk gebouwd aan het eind van de 13e eeuw en bestond oorspronkelijk uit twee beuken en een koor, een zogenaamde hallenkerk. Na gevechten in de tweede helft van de 16e eeuw bleef op den duur alleen de zuidelijke beuk over. In de Tweede Wereldoorlog werd de kerk op 2 november 1944 getroffen door scherven van granaten, afgevuurd door het slagschip ‘Warspite’. De beschadigingen waren zo groot dat de kerk niet meer gebruikt kon worden. In oktober 1947 begon de restauratie en op 28 januari 1950 werd de gerestaureerde kerk met een feestelijke dienst weer in gebruik genomen.

Om de haven van Antwerpen optimaal te kunnen gebruiken, was een vrije doorvaart van de Westerschelde essentieel voor de geallieerden. Maar Zuid-Beveland en Walcheren waren nog steeds bezet, waardoor de bezetter alle bewegingen op de Westerschelde controleerde. De planningsstaf van het hoofdkwartier van Cresars First Canadian Army (Simons en admiraal Ramsay) beschouwde Walcheren als de grootste hindernis bij het openen van de Schelde. De Zeeuwse kust was een sterk uitgebouwd onderdeel van de Atlantikwall. Deze diende de westkust van het Duitse Rijk te vrijwaren van een geallieerde invasie.

Op Walcheren bevonden zich zo’n veertig batterijen artillerie, die meestal in betonnen kazematten werden opgesteld. De batterijen werden door een netwerk van kleine bunkers, loopgraven, mortierposities, mitrailleursnesten en versperringen van prikkeldraad omgeven. Daarnaast waren er langs de hele kust mijnenvelden gelegd en hindernissen opgeworpen. De kracht van deze verdedigingsmuur maakte een aanval vanuit zee bijna onmogelijk.
De enige verbinding over het land was de Sloedam, een lange toegangsweg vanaf Zuid-Beveland. Omdat deze dam erg belangrijk was, waren door de bezetter zowel aan de Walcherse als Zuid-Bevelandse kant sterke verdedigingen opgeworpen. Typerend voor deze verdedigingsstelling was de rondomverdediging. Het grootste aandeel Duitse bunkers bevond zich aan de Zuid-Bevelandse kant, waar minstens vijftien bunkers waren gevestigd. Aan de Walcherse zijde bevonden zich ten minste drie bunkers. Men had kennelijk al tijdens de bouw voorzien dat een aanval op Walcheren ook vanuit het oosten viel te verwachten. Het hele gebied rond de Sloedam werd door de bezetter als ‘Stützpunkt Scharnhorst’ aangeduid, genoemd naar Gerhard Johann David von Scharnhorst. Von Scharnhorst was in vroegere tijden een belangrijk Pruisisch militair. Het ‘Stützpunkt’ werd bevolkt door militairen van de 70ste infanteriedivisie.

Om de bezetter tot overgave te dwingen, werd door de geallieerden besloten Walcheren door middel van luchtaanvallen onder water te zetten, gevolgd door een amfibieaanval. Op 2 oktober 1944 werden de bewoners van Zeeland via de BBC en Radio Oranje gewaarschuwd dat er een zware strijd op komst was op de eilanden ‘gelegen in de monding van de rivier de Schelde’. Diezelfde waarschuwing was ook te lezen op de pamfletten die in grote getale op 2 en 3 oktober boven Zeeland werden afgeworpen. De bewoners werden opgeroepen om onmiddellijk te evacueren: ‘Gaat weg zonder uitstel’ en ‘Verlaat de eilanden’. In de middag van de derde oktober vond het vernietigende bombardement op Westkapelle plaats. De dijk werd over een lengte van 120 meter totaal weggevaagd. Het oude dorp werd vrijwel geheel verwoest, waarbij zo’n 160 mensen om het leven kwamen. Op 7 oktober volgde de vernieling van de Nolledijk bij Vlissingen, waar een gat van 20 meter ontstond. Ook de zeedijk bij Rammekens werd die dag gebombardeerd, waardoor een gigantisch gat in de 400 meter lange dijk was ontstaan. Ten slotte moest de zeewering tussen Vrouwenpolder en Veere er op 11 oktober aan geloven. Door deze enorme gaten stroomde het laaggelegen eiland langzaam vol. Alleen de hooggelegen delen van Walcheren, zoals de duinen en de stads- en dorpscentra, bleven droog.

De daaropvolgende amfibieaanval verliep via drie lijnen: landing in Vlissingen (vanuit Breskens), landing bij Westkapelle (vanuit Oostende) en een aanval op de Sloedam vanuit Zuid-Beveland. Engelsen en Schotten van de Lowland Division landden in Vlissingen bij de Oranjemolen. Na een hevige strijd was de Duitse opperbevelhebber generaal Reinhardt gedwongen zich op 3 november 1944 over te geven. Ondertussen had ook de landing bij Westkapelle plaatsgevonden. Achtereenvolgens werden Westkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke (op 1 november) en vervolgens Zoutelande, Biggekerke en Meliskerke (op 2 november) bevrijd. Via Ritthem en Souburg (4 november) rukten de bevrijders op naar de geïsoleerde Zeeuwse hoofdstad, die volgepakt zat met vluchtelingen. Middelburg werd op 6 november 1944 bevrijd.

De tegenstand die de geallieerden ondervonden op Walcheren, behoorde tot de zwaarste die zij ontmoetten bij landingen op de Europese kust. Onderdelen van de 5de Canadese Infanterie Brigade (de regimenten The Black Watch of Canada, The Calagary Highlanders en het Régiment de Maisonneuve) zetten op 31 oktober 1944 via de Sloedam de aanval in. Zij slaagden er echter niet in een doorbraak via ‘the bloody causeway’ te forceren. Pas op 2 november lukte het de Schotten van de 52ste infanteriedivisie van de Glasgow Highlanders elders in het Sloegebied de Duitse linies te doorbreken. Op 5 november werden Arnemuiden en Nieuw- en Sint-Joosland bevrijd. Sint-Laurens en Veere volgden op 7 november. Een dag later werden Serooskerke, Oostkapelle en Vrouwenpolder ook bevrijd.

Toen uiteindelijk op 9 november 1944 heel Walcheren was bevrijd, konden de geallieerden de balans opmaken. De verliezen bedroegen 27.633 man (voornamelijk Canadezen en Britten), terwijl er 10.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Na de grote strijd om Walcheren en Zuid-Beveland werd de Nederlandse Prinses Irene Brigade op 14 november 1944 naar Zeeland verplaatst. Toen de brigade op Walcheren aankwam, trof ze een ontredderde bevolking aan. Het eiland stond voor het grootste gedeelte onder water en vele dorpen waren verwoest.

Onthulling
Het monument is onthuld in november 1994.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument is geplaatst in de tuin bij de Catharinakerk, gelegen aan het Willibrordusplein te Zoutelande (gemeente Veere).

Bronnen

  • De Willibrordusschool;
  • ‘Straatbeeld’ Walcheren van Nico Oud (1993);
  • Van obelisk tot oorlogsgraf – Kleine monumenten en ornamenten in Zeeland, deel 2 van Jan J.B. Kuipers en Peter Sijnke (Provincie Zeeland, oktober 2002). ISBN: 90-71565-70-x;
  • Website Historische Vereniging Arnemuiden http://www.arnehistorie.com.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents