Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het oorlogsmonument in Sint-Michielsgestel is een bronzen beeld, geplaatst op een gemetseld voetstuk met gedenkplaatje. Links en rechts van het beeld zijn het wapen van Sint-Michielsgestel en de Nederlandse leeuw aangebracht. Voor het beeld is een opengeslagen boek van brons geplaatst. Achter het beeld bevindt zich een muurtje met goudkleurige letters.

Teksten
De tekst op het muurtje luidt:

'GEDENK HEN DIE VIELEN.'

In het boek zijn de namen van dorpsgenoten aangebracht die gefusilleerd zijn of gesneuveld als militair:

'NEDERLAND

W. V. DOORN
15 05 1940 25 JAAR
L. PENNINGS
10 05 1940 21 JAAR
A. SCHELTUS
(BURGEMEESTER)
11 08 1944 49 JAAR
JAVAZEE
J. V. HAM
27 02 1942 25 JAAR

NED. OOST INDIË

L. KUIPERS
16 12 1947 21 JAAR
W. KUIJPERS
25 12 1945 21 JAAR
P. V. PINXTEN
20 05 1949 20 JAAR
A. V. WEERT
27 01 1946 19 JAAR
W. V. ZANDBEEK
21 07 1947 23 JAAR.'

Symboliek
Beeldhouwer Willem Wolfs laat boven de oorlogsverschrikkingen de zon oprijzen als teken van hoop.

De geschiedenis

Het oorlogsmonument in Sint-Michielsgestel is opgericht ter nagedachtenis aan alle dorpsgenoten die in de Tweede Wereldoorlog of bij de strijd in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogshandelingen zijn omgekomen. Tevens worden met het gedenkteken de gijzelaars van kamp Beekvliet herdacht die door de bezetter zijn gefusilleerd.

De namen van de oorlogsslachtoffers luiden:

W. van Doorn, Indiëganger Johan van Ham, L. Kuipers, W. Kuijpers, L. Pennings, P. van Pinxten, A. Scheltus, A. van Weert en W. van Zandbeek.

Op 4 mei 1942 werden 460 Nederlandse mannen in het katholieke Kleinseminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel vastgezet. Ruim twee maanden later werden nog eens 800 gijzelaars in het nabijgelegen Haaren geïnterneerd. Het waren mensen die volgens een op 17 mei 1942 gepubliceerde verklaring van het Reichscommissariat 'vroeger in het openbare leven stonden en van wie aan te nemen is dat zij met de aanstichters van de tegen de bezettende macht gerichte kuiperijen sympathiseren. Wanneer het door de kuiperijen van de emigrantenclique te Londen tot gewelddadige handelingen tegen Nederlanders en Duitsers in de bezette Nederlandse gebieden zou komen en de rust en orde verstoord zouden worden, dan staan deze gijzelaars met hun leven hiervoor borg.'

Door te dreigen de gijzelaars ter dood te brengen, probeerde de bezetter Nederlanders te weerhouden van het plegen van verzets- en sabotageacties. De opgepakte mannen waren vooral bekende en vooraanstaande Nederlanders uit politiek, religie, sport, bedrijfsleven, kunsten en media, zoals de schrijver Simon Vestdijk, de historicus Johan Huizinga, de cabaretier Lou Bandy, de president-directeur van Philips, Frits Philips en de bekende hardloper S. Petit. Ze vielen op en hadden een voorbeeldfunctie. Daarnaast kwamen de gijzelaars vooral uit kringen die aan bepaalde Duitse plannen hun medewerking geweigerd hadden. Velen waren lid van de Nederlandse Unie of hadden zich actief verzet tegen de gelijkschakeling van de Nederlandse vakbeweging in 1940 en 1941.

Binnen het kamp liet de bezetter veel toe en was de behandeling van de gijzelaars mild. Zij waren immers niet gevaarlijk zolang ze over hun politieke en maatschappelijke opvattingen maar niet konden uitdragen in de buitenwereld. Ook de materiële omstandigheden in het kamp waren goed. Er was sprake van een bonte mengeling van culturele activiteiten, zoals lezingen, filosofische beschouwingen en literaire avonden. Het leven in Beekvliet was zelfs nog luxer dan dat in het vergelijkbare kamp Haaren. Maar een leven in vrijheid was natuurlijk veel beter dan dat binnen een kamp, al was het dan een comfortabel kamp. Prof. dr. Jan de Quay schreef over 'een hinderlijk gebrek aan privacy' aan zijn vrouw: 'Ik krabbel heel klein, omdat het me goed afgaat en tevens omdat mijn buurman dan niet kan lezen wat ik schrijf, want we zitten soms met ons drieën aan onze kleine tafel.'

Na verloop van tijd nam het verzet tegen de bezetter steeds meer toe. Zo werd op 7 augustus 1942 door Rotterdamse leden van de Nederlandse Volksmilitie een bomaanslag gepleegd op het spoorwegviaduct tussen de stations Beurs en Delftse Poort. De bezetter reageerde met een ultimatum: de bevolking van Rotterdam kreeg tot 14 augustus de tijd om de daders aan te geven, anders zou op 15 augustus een aantal gijzelaars van het kamp Beekvliet worden doodgeschoten. De spanning werd door de bezetter doelbewust opgevoerd door het gerucht te verspreiden dat vijftig personen zouden worden berecht. Er kwamen echter geen tips over de daders. Uiteindelijk selecteerde de bezetter vijf gijzelaars: twee adellijke personen en drie Rotterdammers: de 48-jarige Willem Ruys, de 35-jarige Rotterdammer mr. Robert Baelde (die bekend was door zijn werk op sociaal-pedagogisch gebied en kaderlid was van de Nederlandse Unie), de 48-jarige Rotterdamse hoofdinspecteur van politie Christoffel Bennekers, de 49-jarige officier van justitie Otto Ernst Gelder graaf van Limburg-Stirum en de 28-jarige Zeeuwse landheer Alexander baron Schimmelpenninck van de Oye. In de ochtend van 15 augustus 1942 werden zij in de bossen van het landgoed Gorp en Rovert bij Goirle gefusilleerd. De twee adellijke slachtoffers liggen nog ter plaatse begraven. J. Haantjes, J. van den Kerkhoff en H. Vrind werden op 16 oktober 1942 door de bezetter op een andere locatie gefusilleerd.

Na deze vergeldingsactie ontstond er spanning in het kamp. Niet onterecht, want nauwelijks drie maanden later volgde er nog een executie. De aanleiding was een serie spectaculaire sabotagedaden in het oosten van het land. De Sicherheitsdienst vermoedde dat de daders communisten waren. Uit wraak fusilleerden ze op 16 oktober 1942 bij Woudenberg (Utrecht) vijftien mensen uit interneringskampen. Twaalf slachtoffers kwamen uit Amersfoort. De drie anderen waren afkomstig uit Haaren en Beekvliet: Jan Haantjes, Jacobus van den Kerkhoff, en Hein Vrind. Het totaal aantal gefusilleerde gijzelaars kwam daarmee op zeven. De bezetter schrok van de vijandige reacties van de Nederlandse bevolking op de executies. 'Ein Tiefstand nie erlebter Ablehnung, ein nie gekannter Hass gegen Deutschland gewinnt in den Niederlanden an Raum', stelde een hoge Duitse militair tijdens een geheime zitting van regerings- en legerfunctionarissen. Maar dit soort berichten bereikten de gijzelaars natuurlijk niet. Voor hen bleven de maatregelen van de bezetter onvoorspelbaar en willekeurig. Uiteindelijk werden in december 1942 ongeveer 250 gijzelaars vrijgelaten. Ongeveer 200 vlak voor de kerstdagen, de anderen vlak erna.

Oprichting
De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van de stichting 'Gedenk hen die vielen'.

Onthulling
Het monument is onthuld op 24 oktober 1984.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument is geplaatst op het Kerkplein te Sint-Michielsgestel.

Bronnen

  • De heer Martien Schuurmans uit Den Dungen;
  • Een monumentaal oorlogsverhaal – De Meierij tussen 1939 en 1945 in ruim 100 gedenktekens van Frans van Gaal, Jacques van Eekelen en Ruud Vermeer (‘s-Hertogenbosch, Adr. Heinen Uitgevers, 2003). ISBN 90 7070 6539;
  • Een Ruwe Hand in het Water van Saskia Jansens, Geraldien von Frijtag Drabbe Kunzel en J.C.H. Blom. ISBN 90-73052-59-9;
  • www.kampamersfoort.nl.

Voor meer informatie

  • De Gijzelaars van St. Michielsgestel en Haaren (Amsterdam, Uitgeverij Balans, 1992);
  • Gedenkboek Gijzelaarskamp Beekvliet St. Michielsgestel (Schiedam 1946);
  • De gijzelaars van Sint Michielsgestel van Madelon de Keizer (Uitgeverij A.W. Sijthoff’s, 1979);
  • Wij gijzelden van Philip Roest (‘s Gravenhage 1946);
  • Gijzelaar in Gestel van Robert Peereboom (Zwolle, Uitgeverij De Erven J.J. Tijl N.V., 1945).

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents