Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het monument voor R.F.C.H. Le Chantre in Voerendaal is een metalen kruis, geplaatst op een voetstuk van blokken hardsteen. In het voetstuk is een plaquette gemetseld. Het gedenkteken is circa 1 meter 50 hoog.

Tekst
De tekst op de plaquette luidt:

‘GEFUSILLEERD 9-9-1944
R.F.C.H. LE CHANTRE
UIT BELGISCH EISDEN.’

De geschiedenis

Het monument voor R.F.C.H. Le Chantre in Voerendaal is opgericht ter nagedachtenis aan de Belgische verzetsman die hier op 9 september 1944 door de bezetter is gefusilleerd.

Op 2 september 1944 werden in Belgisch Eisden twee gewapende verzetsmannen door de zich terugtrekkende bezetter aangehouden. Het waren leden van de Witte Brigade, te weten: Parra en Le Chantre. Het stoffelijk overschot van Parra werd enkele dagen later in Eisden teruggevonden. Marcel Le Chantre werd in Voerendaal gefusilleerd en op het kerkhof aldaar begraven. Enkele maanden nadien werd hij herbegraven in Eisden.

De Voerendaler Gerard Schreijen was in september 1944 als 16-jarige jongen de laatste burger die Le Chantre in levenden lijve heeft gezien. In de publicatie Limburgse monumenten vertellen wordt zijn getuigenis als volgt uiteengezet:

‘Op 9 september was Grèt Schreijen met de melkwagen van zijn buurman op weg naar huis, toen hij in de Kunderbergstraat een Duits militair voertuig met een dekzeil over de laadbak voorbij zag rijden. Voorin zaten twee gewone soldaten, achterin twee militairen met officierspetten op. Tussen hen in zat een burger in een witte gabardine. Toen Grèt thuis het paard uitspande klonken enkele schoten. Hij liep nieuwsgierig in de richting, die de Duitsers waren ingeslagen. Op een gegeven moment hoorde hij aan het geluid van de motor, dat de Duitsers de wagen aan het keren waren en verborg zich in het struikgewas. De burger bleek niet meer in de wagen te zitten. Met een bang gevoel drong Grèt verder door in het verlaten gebied. Even later stond hij oog in oog met het dode lichaam van de man in de gabardine. Het lag in een kuil met een papier op de borst en daarop in rode potloodletters ‘Terrorist’. De gabardine vertoonde geen kogelgaten. Even keek Grèt naar de gedode man en begon toen met trillende knieën terug te lopen naar het dorp. Daar zag hij mejuffrouw Tinie Moulen komen aanlopen. Zij had gehoord dat er op de Kunderberg iemand doodgeschoten was. Samen met haar is hij teruggegaan naar de fusilladeplaats. Toen hebben ze geconstateerd dat er onder het colbert drie kogelgaten in het vest van Le Chantre zaten. […] De Duitsers hadden Le Chantre in de linkerslaap het genadeschot gegeven. […] Aan de polsen van Le Chantre waren rode striemen te zien. Blijkbaar was hij lange tijd gebied geweest.

“Als ik er aan terugdenk, zie ik hem nog zo liggen,” zegt Grèt Schreijen. “Hij was op 2 september 1944 gearresteerd. Ze hebben er dus zeven dagen over gedaan voordat ze hem doodschoten. De papieren die Le Chantre bij zich droeg, vertelden dat hij 34 jaar was en dat hij René Vanderlinden heette. Later hoorde ik dat het zijn verzetsnaam was en dat dus de legitimatie was vervalst. ‘s Middags kwam de burgemeester in gezelschap van twee burgers en twee Duitsers naar de plaats waar Le Chantre nog lag. Een boer weigerde om het lijk te vervoeren, dus bood ik mij met paard en kar aan. Maar op weg naar het dorp dook plotseling een geallieerd jachtvliegtuig op ons neer. De vijf anderen zochten ijlings dekking, maar ik haalde de zweep over het paard en zocht in volle vaart dekking in de luwte van de kerkmuur aan de schaduwzijde. Ik was daar nog in dekking, toen de anderen weer opdaagden. Diezelfde dag werd de dode op het kerkhof van Voerendaal begraven.” Enkele dagen later richtte Grèt Schreijen samen met zijn buurman een kruis op, op de plaats waar Le Chantre gevallen was.’

Oprichting
De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van G. Schreijen te Voerendaal.

Onthulling
Het monument is onthuld in 1944.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Bronnen

  • Limburgse monumenten vertellen 1940-1945 van H.J. Mans en A.P.M. Cammaert. (Maastricht, Stichting Historische Reeks Maastricht, 1994). ISBN 90 70356 67 8;
  • Ben Savelkoul.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents