Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het Inundatiemonument in Vlissingen is een abstract beeld van brons, bestaande uit twee delen. Het monument is geplaatst op een ondergrond van natuurstenen keien.

Tekst
De tekst op het monument luidt:

‘DOOR HET GEALLIEERDE BOMBARDEMENT VAN DE NOLLEDIJK OP 7 OKTOBER 1944
WERD WALCHEREN GEÏNUNDEERD EN LATER BEVRIJD.
MONUMENT VERVAARDIGD DOOR MARI BOEYEN OP INITIATIEF VAN DE
STICHTING MONUMENTEN WALCHEREN 40-45.
ONTHULD DOOR DE HEER W. AARNOUTSE OP 4 OKTOBER 1990.’

Symboliek
Ontwerper Mari Boeyen omschreef de betekenis van zijn ontwerp als volgt: ‘Voor het ontwerp ben ik uitgegaan van twee vormen die op verschillende manieren relaties met elkaar hebben. Qua vormopbouw is er een duidelijke structuur te herkennen: de facetmatige opbouw van beide aan de voor en achterkant en de gebogen (organische) lijnen daar tussen. Beide hebben een duidelijke binnen- en buitenkant wat door de verschillende kleuren patines wordt benadrukt. Verder is er de relatie tussen de ‘Torso’- en de ‘Bloem’vorm die meerduidig is. De Torso vorm is niet in figuratieve zin een tors, maar meer als reminiscentie, zoals die er tegelijkertijd ook is naar een harnasachtige vorm, die verwijst naar het zich wapenen, het zich teweerstellen, ook in geestelijke zin. Aan de andere kant geeft deze vorm, door zijn ligging, het bijna op zijn zij liggen, iets van hulpeloosheid, iets van dramatiek weer. In tegenstelling tot de Bloemvorm (o.a. zinnebeeld van de vergankelijkheid) die op zich een veel stabieler karakter heeft. […] Beide elementen vormen als het ware achtergebleven omhulsels, als schelpen aan het strand, op de grens van water en land waar eens de bombardementen plaats vonden.’

Wijziging
Het monument is in 2010 tijdelijk verwijderd in verband met versterking van de zeewering. Het monument is teruggeplaatst op een nieuwe ondergrond van natuurstenen keien.

De geschiedenis

Het Inundatiemonument herinnert de inwoners van Vlissingen aan het geallieerde bombardement op de Duitse stellingen aan de Scheldemond.

Op 7 oktober 1944 werd daardoor de Nolledijk bij Vlissingen vernietigd, waardoor het gebied onder water liep. Om de haven van Antwerpen optimaal te kunnen gebruiken, was een vrije doorvaart van de Westerschelde essentieel voor de geallieerden. Maar Zuid-Beveland en Walcheren waren nog steeds bezet, waardoor de bezetter alle bewegingen op de Westerschelde controleerde. De planningsstaf van het hoofdkwartier van Cresars First Canadian Army (Simons en admiraal Ramsay) beschouwde Walcheren als de grootste hindernis bij het openen van de Schelde. De Zeeuwse kust was een sterk uitgebouwd onderdeel van de Atlantikwall. Deze diende de westkust van het Duitse Rijk te vrijwaren van een geallieerde invasie.

Op Walcheren bevonden zich zo’n veertig batterijen artillerie, die meestal in betonnen kazematten werden opgesteld. De batterijen werden door een netwerk van kleine bunkers, loopgraven, mortierposities, mitrailleursnesten en versperringen van prikkeldraad omgeven. Daarnaast waren er langs de hele kust mijnenvelden gelegd en hindernissen opgeworpen. De kracht van deze verdedigingsmuur maakte een aanval vanuit zee bijna onmogelijk. De enige verbinding over het land was de Sloedam, een lange toegangsweg vanaf Zuid-Beveland. Omdat deze dam erg belangrijk was, waren door de bezetter aan beide uiteinden sterke verdedigingen opgeworpen. Het hele gebied rond de Sloedam werd door de bezetter als ‘Stützpunkt Scharnhorst’ aangeduid, genoemd naar Pruisische militair Gerhard Johann David von Scharnhorst. Het ‘Stützpunkt’ werd bevolkt door militairen van de 70ste infanteriedivisie.
Om de bezetter tot overgave te dwingen, werd door de geallieerden besloten Walcheren door middel van luchtaanvallen onder water te zetten, gevolgd door een amfibieaanval.

Op 2 oktober 1944 werden de bewoners van Zeeland via de BBC en Radio Oranje gewaarschuwd dat er een zware strijd op komst was op de eilanden ‘gelegen in de monding van de rivier de Schelde’. Diezelfde waarschuwing was ook te lezen op de pamfletten die in grote getale op 2 en 3 oktober boven Zeeland werden afgeworpen. De bewoners werden opgeroepen om onmiddellijk te evacueren: ‘Gaat weg zonder uitstel’ en ‘Verlaat de eilanden’. In de middag van de derde oktober vond het vernietigende bombardement op Westkapelle plaats. De dijk werd over een lengte van 120 meter totaal weggevaagd. Het oude dorp werd vrijwel geheel verwoest, waarbij zo’n 160 mensen om het leven kwamen. Op 7 oktober volgde de vernieling van de Nolledijk bij Vlissingen, waar een gat van 20 meter ontstond. Ook de zeedijk bij Rammekens werd die dag gebombardeerd, waardoor een gigantisch gat in de 400 meter lange dijk was ontstaan. Ten slotte moest de zeewering tussen Vrouwenpolder en Veere er op 11 oktober aan geloven. Door deze enorme gaten stroomde het laaggelegen eiland langzaam vol. Alleen de hooggelegen delen van Walcheren, zoals de duinen en de stads- en dorpscentra, bleven droog.

De daaropvolgende amfibieaanval verliep via drie lijnen: landing in Vlissingen (vanuit Breskens), landing bij Westkapelle (vanuit Oostende) en een aanval op de Sloedam vanuit Zuid-Beveland. Engelsen en Schotten van de Lowland Division landden in Vlissingen bij de Oranjemolen. Na een hevige strijd was de Duitse opperbevelhebber generaal Reinhardt gedwongen zich op 3 november 1944 over te geven. Ondertussen had ook de landing bij Westkapelle plaatsgevonden. Achtereenvolgens werden Westkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke (op 1 november) en vervolgens Zoutelande, Biggekerke en Meliskerke (op 2 november) bevrijd. Via Ritthem en Souburg (4 november) rukten de bevrijders op naar de geïsoleerde Zeeuwse hoofdstad, die volgepakt zat met vluchtelingen. Middelburg werd op 6 november 1944 bevrijd.

De tegenstand die de geallieerden ondervonden op Walcheren, behoorde tot de zwaarste die zij ontmoetten bij landingen op de Europese kust. Onderdelen van de 5de Canadese Infanterie Brigade (de regimenten The Black Watch of Canada, The Calagary Highlanders en het Régiment de Maisonneuve) zetten op 31 oktober 1944 via de Sloedam de aanval in. Zij slaagden er echter niet in een doorbraak via ‘the bloody causeway’ te forceren. Pas op 2 november lukte het de Schotten van de 52ste infanteriedivisie van de Glasgow Highlanders elders in het Sloegebied de Duitse linies te doorbreken. Op 5 november werden Arnemuiden en Nieuw- en Sint-Joosland bevrijd. Sint-Laurens en Veere volgden op 7 november. Een dag later werden Serooskerke, Oostkapelle en Vrouwenpolder ook bevrijd.

Toen uiteindelijk op 9 november 1944 heel Walcheren was bevrijd, konden de geallieerden de balans opmaken. De verliezen bedroegen 27.633 man (voornamelijk Canadezen en Britten), terwijl er 10.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Na de grote strijd om Walcheren en Zuid-Beveland werd de Nederlandse Prinses Irene Brigade op 14 november 1944 naar Zeeland verplaatst. Toen de brigade op Walcheren aankwam, trof ze een ontredderde bevolking aan. Het eiland stond voor het grootste gedeelte onder water en vele dorpen waren verwoest. Op 13 maart 1945 stak koningin Wilhelmina vanuit België bij het Zeeuws-Vlaamse grensdorp Eede de grens over. Later bezocht de vorstin het ondergelopen Walcheren, waarvan ze zeer onder de indruk bleek. Koningin Wilhelmina schreef er zelf dit over: ‘Het was een koude, onvergetelijke tocht. Welk een tragische aanblik bood nu het eens zo schilderachtige Walcheren: één groot watervlak zover men kon kijken, met overal verdronken torens en boerderijen, en bomen die geen jong groen meer zouden geven.’

Oprichting
De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van de ‘Stichting Monumenten Walcheren 40-45’. Deze stichting slaagde erin om ter gelegenheid van de herdenkingen in 1990 (50 jaar uitbreken Tweede Wereldoorlog en 45 jaar bevrijding) de vreselijke gebeurtenissen op Walcheren blijvend in herinnering te brengen door de oprichting van vijf monumentale kunstwerken (in Middelburg, Ritthem, Westkapelle, Veere en Vlissingen).

Onthulling
Het monument is onthuld op 4 oktober 1990.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument bevindt zich op de dijk bij Vlissingen.

Bronnen

  • ‘Straatbeeld’ Walcheren van Nico Oud (1993);
  • Van obelisk tot oorlogsgraf – Kleine monumenten en ornamenten in Zeeland, deel 2 van Jan J.B. Kuipers en Peter Sijnke (Provincie Zeeland, oktober 2002). ISBN: 90-71565-70-x;
  • Gemeente Vlissingen.

Voor meer informatie
De publicatie 5 monumenten voor Walcheren ’40-’45 van Mari Boeyen, Peter Sinke. ISBN: 90 – 7231-100-55.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents