Herdachte groepen: Verzet Nederland, Vervolgden Nederland
Ontwerper: Ezechiël J. Hoek
Adopteer dit monument.
Vorm en materiaal
Het monument in het Barlaeusgymnasium te Amsterdam is een bronzen plaquette. Op de plaat is een davidster aangebracht.
Tekst
De Latijnse tekst op de plaquette luidt:
'STANTES PRO PATRIA CECIDERUNT FLORE IUVENTAE
NON CASURA ANIMO NOMINA STANT PARTIAE.
[namen van leerlingen die als verzetsstrijder zijn omgekomen]
BARBARIA ABREPTOS DOCTORES DISCIPULOSQUE JUDA
PROGENITOS FIDA TENET PIETAS.'
De Nederlandse vertaling luidt:
'STANDVASTIG VERDEDIGDEN ZIJ HET VADERLAND
EN VIELEN IN DE BLOEI VAN HUN JEUGD;
HUN NAMEN ZULLEN NIET WEGVALLEN,
ZIJ BLIJVEN IN HET GEHEUGEN VAN HET VADERLAND STAAN.
[namen van leerlingen die als verzetsstrijder zijn omgekomen]
DE DOOR DE BARBARIJ WEGGERUKTE
LERAREN EN LEERLINGEN VAN JOODSE AFKOMST
HOUDEN WE IN TROUWE EN LIEFDEVOLLE HERINNERING.
1940-1945.'
Op dit moment is dit monument nog niet gekoppeld aan personen uit het bestand van de Oorlogsgravenstichting.
Weet u of er op dit monument een naam voorkomt die ook bij de Oorlogsgravenstichting bekend is? Ga dan naar de website van de Oorlogsgravenstichting, zoek de persoon in de database en koppel dit monument aan deze persoon. U moet hiervoor wel een account aanmaken bij de Oorlogsgravenstichting. Na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.
Het monument in het Barlaeusgymnasium in Amsterdam is een eerbetoon aan de leerlingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog als verzetsstrijder zijn omgekomen. Hun namen staan op de plaquette. Het is ook een eerbetoon aan de 42 Joodse leerlingen en drie Joodse docenten die zijn weggevoerd en vermoord. Hun namen staan er niet bij.
Reina Prinsen Geerligs (geb. 7 oktober 1922) was één van de leerlingen van het Balaeus die vanwege haar verzetsactiviteiten is gesneuveld. Als beginnend schrijfster maakte ze tijdens de Tweede Wereldoorlog deel uit van de links-radicale verzetsgroep CS-6 (genoemd naar Corellistraat 6 te Amsterdam). Nadat deze groep werd verraden, is zij op 24 november 1943 in het Duitse concentratiekamp Sachsenhausen in Oranienburg gefusilleerd. De omstandigheden rond haar arrestatie zijn altijd onduidelijk gebleven. In de Reina Prinsen Geerlingsstraat
herinnert een plaquette aan deze verzetsvrouw.
Waarschijnlijk ontbreken de Joodse namen, omdat kort na de oorlog - toen
de plaquette werd vervaardigd - het lot van die leerlingen en docenten
niet te achterhalen viel. In 2004 is door de historicus Peter Hermans op verzoek van het Barlaeusgymnasium een boekje geschreven, waarin de namen van de omgekomen Joodse leerlingen en docenten alsnog staan vermeld.
In 1940 zaten er 350 leerlingen op het Barlaeus, waarvan tachtig Joods waren. In september 1941 moesten de Joodse leerlingen op bevel van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederland Seyss-Inquart, naar Joodse scholen. Van het Balaeus vertrokken de meeste leerlingen naar het Joods Lyceum. Van hen hebben 42 kinderen de oorlog niet overleefd. De meesten kwamen om in de vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor of in het Duitse plaatje Tröbitz (waar een trein met gevangenen uit Bergen-Belsen werden opgevangen). Drie pleegden zelfmoord en twee zijn als vermist opgegeven. Van de docenten pleegde er één zelfmoord, is er één als vermist opgegeven en overleefde één Auschwitz niet.
Onthulling
Het monument is kort na de Tweede Wereldoorlog onthuld.
Locatie
Het monument hangt in de hal bij de oude ingang van het Barlaeusgymnasium aan de Weteringschans in Amsterdam. Naast de plaquette bevindt zich nog een tweede oorlogsmonument met de namen van de Joodse leerlingen en docenten.
Bronnen