Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn naar schatting 500.000 Sinti en Roma vermoord. Dat was op dat moment ongeveer de helft van de Sinti- en Romabevolking van Europa. Voor de Tweede Wereldoorlog werd Sinti en Roma in Nederland al regelmatig toegang tot het land of tot plaatsen ontzegd of werden ze verjaagd. Aan het begin van de oorlog kwamen echter vanuit Duitsland berichten van ernstiger vervolging, in werkkampen en vernietigingskampen. In mei 1944 werden Sinti en Roma door Nederlandse politieagenten opgepakt en via Westerbork naar vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Nu er van de eerste generatie van overlevenden steeds minder mensen in leven zijn, rijst de vraag welke herinneringen zij hebben doorgegeven binnen hun familie en wat voor betekenis de Tweede Wereldoorlog krijgt in de overlevering. In deze deelstudie van het onderzoeksproject ‘Oorlog en vrijheid in drie generaties’ staan die vragen centraal.
Aan de deelstudie werkten mee Iris van Huis (auteur en onderzoeker), Matthijs Kuipers (projectleider ‘Oorlog en vrijheid in drie generaties’), Bob Entrop (interviews) en Sophie van den Bergh (redactie).