Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het Inundatiemonument in Sint-Laurens (gemeente Middelburg) is een houten meerpaal met twee zwarte plaquettes. Een witte lijn geeft aan hoe hoog het water hier is gekomen. Op de voorzijde is een kaart van Walcheren aangebracht, met gegevens over het dichten van de dijken.

Teksten
De tekst op de voorzijde luidt:

‘1944
1946.
H.W.ST.
N.A.P.
+ 2.05.’

De tekst op de plaat hieronder luidt:

‘INUNDATIE WALCHEREN 1944-1946

IN OKTOBER 1944 WERDEN DE DIJKEN VAN WALCHEREN DOOR DE GEALLIEERDEN OP VIER PLAATSEN GEBOMBARDEERD EN DOORBROKEN. HET DOEL WAS DE UITSCHAKELING VAN DE ZWARE DUITSE KUSTVERDEDIGING OM DE AANVOERROUTE VOOR DE GEALLIEERDE TROEPEN OVER DE WESTERSCHELDE NAAR ANTWERPEN ZO SNEL MOGELIJK IN GEBRUIK TE NEMEN.

EEN GROOT DEEL VAN WALCHEREN KWAM HIERDOOR BIJNA ANDERHALF JAAR ONDER ZEEWATER TE STAAN. OP 19 JANUARI 1945 WERD DE HOOGSTE WATERSTAND VAN 2,05 METER BOVEN N.A.P. BEREIKT.

OOK IN SINT LAURENS WERD DOOR HET ZOUTE ZEEWATER EN DE EB- EN VLOEDSTROMEN VEEL SCHADE AANGERICHT AAN GEBOUWEN, BOERDERIJEN EN LANDERIJEN.
VERVOER VAN MENSEN EN GOEDEREN WAS ALLEEN OVER WATER MOGELIJK.
DEZE MEERPAAL HERINNERT AAN HET FEIT, DAT SOMMIGE BEWONERS DAAROM EEN BOOT IN HUN TUIN HADDEN AFGEMEERD.

PAS NADAT IN FEBRUARI 1946 HET LAATSTE DIJKGAT WERD GEDICHT KON BEGONNEN WORDEN AAN HET HERSTEL VAN DE OMVANGRIJKE SCHADE.

OKTOBER 2004
DORPSVERENIGING SINT LAURENS.’

Op de andere plaat is een gedicht van Evelien Gabriëlse-Wielemaker aangebracht:

‘ONS DORP

WASSEND WATER TROK
ALS EEN ZWARTE SCHADUW
DOOR ONS DORP

WATERHUIZEN, WATERWEGEN, WATERLANDERS
IN WATERWOESTENIJ

UIT VEEL HARTEN KLONK
EEN DIEPE ZUCHT DOOR
ONS DORP

WATERKERING, WATERPOMPEN, WATERSCHADE
IN EEN WATERRIJK WATERVRIJ

ALS VREEMDELING KEERDEN
WIJ TERUG IN
ONS DORP

WATERKOUD, WATERPLANT, WATERBOUW
WATERPROEF DOORSTAAN

HANDEN VORMEND VECHTEND
MET ZILTE KLEI
ONS DORP.’

De geschiedenis

Het Inundatiemonument in Sint-Laurens (gemeente Middelburg) herinnert aan het geallieerde bombardement op de Duitse stellingen aan de Scheldemond. In oktober 1944 werd daardoor ondermeer de zeewering bij Westkapelle vernietigd, waardoor Walcheren onder water liep. Ook in het dorp Sint-Laurens richtte het wassende water veel schade aan. Op 19 januari 1945 werd hier het hoogste peil bereikt; 2,05 meter boven NAP. Pas nadat in februari 1946 het laatste dijkgat werd gedicht, kon begonnen worden aan het herstel van de omvangrijke schade.

Om de haven van Antwerpen optimaal te kunnen gebruiken, was een vrije doorvaart van de Westerschelde essentieel voor de geallieerden. Maar Zuid-Beveland en Walcheren waren nog steeds bezet, waardoor de bezetter alle bewegingen op de Westerschelde controleerde. De planningsstaf van het hoofdkwartier van Cresars First Canadian Army (Simons en admiraal Ramsay) beschouwde Walcheren als de grootste hindernis bij het openen van de Schelde. De Zeeuwse kust was een sterk uitgebouwd onderdeel van de Atlantikwall. Deze diende de westkust van het Duitse Rijk te vrijwaren van een geallieerde invasie. Op Walcheren bevonden zich zo’n veertig batterijen artillerie, die meestal in betonnen kazematten werden opgesteld. De batterijen werden door een netwerk van kleine bunkers, loopgraven, mortierposities, mitrailleursnesten en versperringen van prikkeldraad omgeven. Daarnaast waren er langs de hele kust mijnenvelden gelegd en hindernissen opgeworpen. De kracht van deze verdedigingsmuur maakte een aanval vanuit zee bijna onmogelijk. De enige verbinding over het land was de Sloedam, een lange toegangsweg vanaf Zuid-Beveland. Omdat deze dam erg belangrijk was, waren door de bezetter aan beide uiteinden sterke verdedigingen opgeworpen. Het hele gebied rond de Sloedam werd door de bezetter als ‘Stützpunkt Scharnhorst’ aangeduid, genoemd naar Pruisische militair Gerhard Johann David von Scharnhorst. Het ‘Stutzpunkt’ werd bevolkt door militairen van de 70ste infanteriedivisie.

Om de bezetter tot overgave te dwingen, werd door de geallieerden besloten Walcheren door middel van luchtaanvallen onder water te zetten, gevolgd door een amfibieaanval. Op 2 oktober 1944 werden de bewoners van Zeeland via de BBC en Radio Oranje gewaarschuwd dat er een zware strijd op komst was op de eilanden ‘gelegen in de monding van de rivier de Schelde’. Diezelfde waarschuwing was ook te lezen op de pamfletten die in grote getale op 2 en 3 oktober boven Zeeland werden afgeworpen. De bewoners werden opgeroepen om onmiddellijk te evacueren: ‘Gaat weg zonder uitstel’ en ‘Verlaat de eilanden’. In de middag van de derde oktober vond het vernietigende bombardement op Westkapelle plaats. De dijk werd over een lengte van 120 meter totaal weggevaagd. Het oude dorp werd vrijwel geheel verwoest, waarbij zo’n 160 mensen om het leven kwamen. Op 7 oktober volgde de vernieling van de Nolledijk bij Vlissingen, waar een gat van 20 meter ontstond. Ook de zeedijk bij Rammekens werd die dag gebombardeerd, waardoor een gigantisch gat in de 400 meter lange dijk was ontstaan. Ten slotte moest de zeewering tussen Vrouwenpolder en Veere er op 11 oktober aan geloven. Door deze enorme gaten stroomde het laaggelegen eiland langzaam vol. Alleen de hooggelegen delen van Walcheren, zoals de duinen en de stads- en dorpscentra, bleven droog.

De daaropvolgende amfibieaanval verliep via drie lijnen: landing in Vlissingen (vanuit Breskens), landing bij Westkapelle (vanuit Oostende) en een aanval op de Sloedam vanuit Zuid-Beveland. Engelsen en Schotten van de Lowland Division landden in Vlissingen bij de Oranjemolen. Na een hevige strijd was de Duitse opperbevelhebber generaal Reinhardt gedwongen zich op 3 november 1944 over te geven. Ondertussen had ook de landing bij Westkapelle plaatsgevonden. Achtereenvolgens werden Westkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke (op 1 november) en vervolgens Zoutelande, Biggekerke en Meliskerke (op 2 november) bevrijd. Via Ritthem en Souburg (4 november) rukten de bevrijders op naar de geïsoleerde Zeeuwse hoofdstad, die volgepakt zat met vluchtelingen. Middelburg werd op 6 november 1944 bevrijd.

De tegenstand die de geallieerden ondervonden op Walcheren, behoorde tot de zwaarste die zij ontmoetten bij landingen op de Europese kust. Onderdelen van de 5de Canadese Infanterie Brigade (de regimenten The Black Watch of Canada, The Calagary Highlanders en het Régiment de Maisonneuve) zetten op 31 oktober 1944 via de Sloedam de aanval in. Zij slaagden er echter niet in een doorbraak via ‘the bloody causeway’ te forceren. Pas op 2 november lukte het de Schotten van de 52ste infanteriedivisie van de Glasgow Highlanders elders in het Sloegebied de Duitse linies te doorbreken. Op 5 november werden Arnemuiden en Nieuw- en Sint Joosland bevrijd. Sint Laurens en Veere volgden op 7 november. Een dag later werden Serooskerke, Oostkapelle en Vrouwenpolder ook bevrijd.

Toen uiteindelijk op 9 november 1944 heel Walcheren was bevrijd, konden de geallieerden de balans opmaken. De verliezen bedroegen 27.633 man (voornamelijk Canadezen en Britten), terwijl er 10.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Na de grote strijd om Walcheren en Zuid-Beveland werd de Nederlandse Prinses Irene Brigade op 14 november 1944 naar Zeeland verplaatst. Toen de brigade op Walcheren aankwam, trof deze een ontredderde bevolking aan. Het eiland stond voor het grootste gedeelte onder water en vele dorpen waren verwoest. Op 13 maart 1945 stak koningin Wilhelmina vanuit België bij het Zeeuws-Vlaamse grensdorp Eede de grens over. Later bezocht de vorstin het ondergelopen Walcheren, waarvan ze zeer onder de indruk bleek. Koningin Wilhelmina schreef er zelf dit over: ‘Het was een koude, onvergetelijke tocht. Welk een tragische aanblik bood nu het eens zo schilderachtige Walcheren: één groot watervlak zover men kon kijken, met overal verdronken torens en boerderijen, en bomen die geen jong groen meer zouden geven.’

Oprichting
De oprichting van het gedenkteken was een initiatief van Dorpsvereniging Sint Laurens.

Onthulling
Het monument is onthuld op 9 oktober 2004.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Locatie
Het monument is geplaatst in de tuin van de N.H. kerk, gelegen aan de Kasteelstraat te Sint-Laurens (gemeente Middelburg).

Bronnen

  • De heer Theo Snijders;
  • ‘Straatbeeld’ Walcheren van Nico Oud (1993);
  • Van obelisk tot oorlogsgraf – Kleine monumenten en ornamenten in Zeeland, deel 2 van Jan J.B. Kuipers en Peter Sijnke (Provincie Zeeland, oktober 2002). ISBN: 90-71565-70-x;
  • Website Heemkundekring Walcheren http://www.hkwalcheren.nl/.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents