Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het ‘Jonkerbos War Cemetery’ in Nijmegen herbergt de graven van 1.543 militairen die tussen 3 september 1939 en 5 mei 1945 op Nederlands grondgebied zijn gesneuveld. Bij elk graf is een identieke zerk van witte natuursteen geplaatst met in reliëf een embleem en een kruis. Voor de graven staat het ‘Cross of Sacrifice’, vervaardigd uit Portland-natuursteen. Op het kruis is een bronzen zwaard aangebracht. Het is een standaard kruis van de Commonwealth War Graves Commission. De inrichting van Britse erevelden is uniform in alle 140 landen waar de Commonwealth War Graves Commission verantwoordelijk is voor het onderhoud van de oorlogsgraven. Familieleden van de slachtoffers hebben de teksten op de grafstenen bepaald.

Symboliek
Het offerkruis staat symbool voor de Britse militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld.

De geschiedenis

‘Jonkerbos War Cemetery’ herinnert de inwoners van Nijmegen aan de 1.543 geallieerde militairen van het Britse Gemenebest die tijdens de Tweede Wereldoorlog op Nederlands grondgebied zijn gesneuveld.

Op de plaats waar nu het kerkhof ‘Jonkerbos’ is aangelegd, bereidde het 504de Para Infanterie Regiment van het Amerikaanse leger zich voor op de Waal-oversteek van 20 september 1944. Ongeveer 400 gesneuvelde militairen die op Jonkerbos herbegraven zijn, lagen aanvankelijk op het terrein van het nabijgelegen Pensionaat Jonkerbosch, dat na de bevrijding van Nijmegen als Brits veldhospitaal (‘No. 10 British Central Clearing Station’) dienst deed. Vanaf begin december 1944 werden gesneuvelden begraven op een terrein van het pensionaat. In het voorjaar van 1947 werd met het opgraven begonnen.

De gesneuvelde militairen hebben de volgende nationaliteiten:

Verenigd Koninkrijk: 1.385, waarvan 96 onbekend.
Canada: 88, waarvan 1 onbekend.
Australië: 34.
Nieuw-Zeeland: 21.
Polen: 6.
België: 5.
Nederland: 2.
Rusland: 1.
Niet geïdentificeerd: 2.

Het ereveld staat onder bescherming van de Commonwealth War Graves Commission. In Nederland bevinden zich in totaal zestien erevelden van het Britse Gemenebest.

Oorlogsslachtoffers

Er zijn nog geen personen uit de database van de Oorlogsgravenstichting gekoppeld aan dit monument.

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Bronnen

  • Ter nagedachtenis en ter bezinning – Oorlogs- en verzetsmonumenten in Nijmegen en omgeving van Margreet Janssen Reinen, Miep Janssen Reinen-Wannet en Ab Uijen. (Molenhoek 1994). ISBN 90-71832-25-2;
  • De heer Rob Essers;
  • De Nederlandse Oorlogsgravenstichting.

Aanvullende informatie
Een video-impressie van het Jonkerbos War Cemetery is hier te bekijken.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers

Ron Leunissen | 27 jul 2023

Het verhaal van Richard ‘Boy Boy’ Fuller

Het was een warme dag in Juli. Ik maakte een ommetje zoals elke dag. Deze keer nam ik een andere route dan gewoonlijk en liep ik langs de militaire begraafplaats Jonkerbos. In de auto was ik er al honderden keren langs gereden, maar ik had er nog nooit een bezoek aan gebracht. Voor de begraafplaats stond een wit busje. Common Wealth War Graves Maintenance stond op de zijkant. Ik herinnerde mij een krantenbericht van enkele maanden geleden waarin stond dat graven beklad waren met hakenkruizen. Zouden die al verwijderd zijn? Nieuwsgierig liep ik door het openstaande hek de begraafplaats op.
Ik genoot van de geur van vers gemaaid gras en liep over het grasveld naar het ingangsgebouw met drie bogen. In het gebouw zat een oude man op de bank aan de muur. Ik zei goedendag en hij beantwoordde mijn groet in het Engels. Hij zag er vermoeid uit. “Alles in orde?” vroeg ik enigszins bezorgd.
“Ja, ja. Ik wacht op een vriend. Die komt me ophalen.” Terwijl ik de informatie over de militaire operatie Market Garden op de muur achter hem bestudeerde, vervolgde hij: “Hebt u ook familie hier liggen?”
“Nee. Ik maak slechts een korte wandeling. Ik woon hier in de buurt. U wel?”
“Mijn oom, broer van mijn moeder, ligt hier.”
Ik stelde me aan hem voor. Hij schudde voorzichtig mijn hand. Zijn handdruk was zwak en zijn hand voelde warm aan. Zijn vingers stonden krom van de reuma. Met de kenmerkende zware klank van iemand die tientallen jaren had gerookt, antwoordde hij: “Mijn vrienden noemen mij Paddy. Zeg maar Paddy.”
“Was uw oom nog een jong iemand?”
“24. Bijna 25. Zo jong was hij nog maar toen hij overleed. Hij heette Richard Fuller. Maar iedereen noemde hem Boy Boy.”
“Weet u wat er met hem gebeurd is?”
“Mijn oom onderhield regelmatig briefcontact met mijn vader, zijn zwager dus. Maar hij schreef nooit iets over wat hij precies deed in de oorlog.”
“Dus er is niks bekend?”
“Toch wel. Later, na de oorlog, is veel informatie alsnog bekend geworden. Zo konden wij, als familie, zijn verhaal als puzzelstukjes in elkaar passen.” Paddy ging rechtop zitten, duidelijk klaar om zijn verhaal te vertellen. Ik had alle tijd deze middag en luisterde op mijn gemak.
“Mijn oom werd soldaat in het voorjaar van 1940. Hij was toen 20 jaar oud. Hij was in 1919 geboren. Hij kreeg een uitgebreide opleiding tot chauffeur, automonteur en mitraillist. Dat is iemand die een machinegeweer bedient. Twee jaar later werd hij uitgezonden naar Perzië. Dat heet nu Iran. Daar hadden ze mitraillisten nodig. Boy Boy had er wel zin in. De exotische bestemming sprak hem wel aan. Een jaar later meldde hij zich als vrijwilliger aan voor het parachutisten-corps. Vrijwilligers kregen namelijk extra vrije dagen en een hoger salaris. Dat lokte hem. Hij was maar een eenvoudige knul uit Londen. Zijn parachutistenopleiding rondde hij af in Syrië.
Datzelfde jaar, in september 1943, werd hij ingezet bij de bevrijding van Sicilië. Die slag verliep heel voorspoedig voor de geallieerden en werd later als voorbeeld hoe het moet, opgenomen in de militaire leerboeken. Weer een jaar later, we zitten dan in het najaar van 1944, deed hij mee aan operatie Market Garden.”
Paddy wees naar de tekeningen op de muur achter ons, waarin het verloop van de aanval werd weergeven. “Die Engelse generaal Montgomery had zijn gewaagde plan er door weten te drukken om nog voor de winter de bruggen bij Nijmegen en Arnhem te veroveren. Zo wilde hij voorkomen dat de Duitsers zich konden terugtrekken naar Duitsland en vandaaruit de oorlog voortzetten.”
Paddy duwde zich op zijn stok omhoog. Langzaam kwam hij overeind. Hij slofte naar de boog van het gebouw en keek om de hoek naar de parkeerplaats.
“Is uw vriend er al?”
“Nee, nog niet.”
“Weet je, veel van dit alles is ons pas later, stukje bij beetje, duidelijk geworden.” Paddy slofte terug en liet zich met een kreun weer neer naast mij op de houten bank. “Op 18 September 1944 zat Boy Boy in een vliegtuig naar Nederland. Het toestel van de aanvoerder van de groep vliegtuigen had technische problemen bij de start ondervonden. Daarom vloog het vliegtuig van Boy Boy voorop. De vlucht over het kanaal en het eerste stuk boven bezet Europa verliep goed. Maar eenmaal boven het plaatsje Ochten, dicht bij Nijmegen, werd zijn vliegtuig door Duits afweergeschut onder vuur genomen. De eerste schoten misten het vliegtuig net, maar uiteindelijk werden ze toch geraakt. De piloot zette een noodlanding in en wist het vliegtuig aan de grond neer te zetten. Ze kwamen neer in een groot, nat weiland. Door de kracht van de klap boorde het vliegtuig zich diep in de modder. Een boer uit een nabijgelegen boerderij spoedde zich naar de plek van het ongeluk. Maar helaas vloog het vliegtuig in brand. Eén soldaat was uit het vliegtuig geslingerd. Hij overleed echter kort daarna. Blussen van het vliegtuig was onmogelijk. De vlammenzee was overweldigend.
Tegen de tijd dat het vuur uitgebrand was, waren ook de Duitse bezetters gearriveerd. Zij bevalen de boer om alle doden uit het vliegtuig te halen en ter plekke te begraven.
In het vliegtuig zaten alle parachutisten nog vastgehaakt aan hun springlijn, klaar om te springen. Hun onderlichamen waren onbeschadigd, maar vanaf hun middel waren ze compleet verbrand.
Nu moet je weten dat mijn oom ooit tegen mijn moeder had gezegd dat hij niet zou terugkeren naar Engeland als hij een arm of been zou kwijtraken, of als hij verbrand zou zijn. Dan blijf ik voor altijd weg, zo had hij gezegd. Mijn moeder heeft lang hoop gehouden dat haar broer ergens nog zou leven. Maar in 1977 nam ik haar mee naar Nederland, naar deze begraafplaats. Weet je, mijn moeder was een sterke vrouw. Ze liet haar emoties zelden zien. Maar toen we hier voor mijn ooms grafsteen stonden en zij de naam Richard Fuller zag staan, toen brak ze en stortte ze neer op zijn graf. Het was een verschrikkelijk moment voor haar en voor mij. Ik zal het nooit vergeten.”
Paddy haalde een grote zakdoek te voorschijn en snoot luid zijn neus. “Weet je, Boy Boy was een aardige vent die niet om die oorlog gevraagd had. Hij was zoals vele duizenden anderen die nooit een vol leven hebben kunnen leven. Hij stierf als vrijgezel, nog maar 24 jaar jong.”
Tranen stonden in mijn ogen. We keken allebei stil voor ons uit. Ons zwijgen werd onderbroken door getoeter. Paddy drukte zich omhoog op zijn stok. Als vanzelfsprekend, alsof we elkaar al jaren kenden, nam ik zijn arm in de mijne en hielp hem omhoog. Gearmd liepen we, traag alsof het gewicht van het verdriet op ons drukte, naar het hek van de begraafplaats. Daar nam Paddy’s vriend het over.
Ik zwaaide nog een keer toen de auto wegreed en deed het hek achter mij dicht. Ik vervolgde mijn wandeling. In gedachten was ik bij Boy Boy en de vele duizenden jonge mensen die thans nog in oorlogen voor hun leven vechten.

Richard ‘Boy Boy’ Fuller ligt begraven in blok 8, rij A, grafnummer 5.


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents