‘We moeten ophouden met het trauma doorgeven aan volgende generaties’

In haar 4 mei-toespraak wil schrijver Dido Michielsen stilstaan bij de twee oorlogen die haar vader heeft meegemaakt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij gevangen in een kamp in Japan. Daarna vocht hij met het KNIL in de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië. Als dochter worstelt ze met vragen als: was haar vader een held, slachtoffer of een dader?

Dido Michielsen werd succesvol dankzij twee romans over haar Indische voormoeders van moederskant. In haar vaders verhaal was ze nooit zo geïnteresseerd.

Haar ouders gingen uit elkaar toen Michielsen zeven jaar was. Ze zag haar vader twee keer per jaar en hij voelde meer als een verre oom voor haar. Haar herinneringen zijn dan ook niet erg positief. “Hij kon gemeen zijn. Mijn vader at heel snel en als ik juist te langzaam at, dreigde hij de politie te bellen. Ik zat huilend aan tafel.”

Zeker toen Michielsen ouder werd, nam ze steeds meer afstand van hem. “In mijn puberteit was ik een pacifist en wilde niets weten van een oud-militair. Ik had hem al veroordeeld voordat ik er iets van af wist.” Tot ze een paar jaar geleden door Theater Na de Dam werd gevraagd om een monoloog te schrijven voor 4 mei. “Mijn moeder was in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het ergste verhaal wat ze me heeft verteld was dat ze in de Hongerwinter twee kippen moest slachten. Ik vond dat ik niet het recht had om over de oorlog in Indonesië te schrijven.” Tot ze bedacht dat haar vader daar wel van alles had meegemaakt in de oorlog.

Zoektocht
Vervolgens is Michielsen in zijn geschiedenis gedoken. Via internet kwam ze erachter dat hij niet ergens in Indonesië in een kamp heeft gezeten, maar in een krijgsgevangenkamp in Japan, Tokyo 7B. Voor het eerst las ze over de zogenoemde ‘helleschepen’ waarmee hij werd vervoerd. De omstandigheden aan boord waren heel slecht; al die mannen werden in het ruim gestouwd, er waren weinig sanitaire voorzieningen en zo nu en dan werd er wat eten naar beneden gegooid. “Op dat schip werd hij 25 jaar, net zo oud als een van mijn dochters nu is. Daardoor ben ik hem ook met andere ogen gaan bekijken.”

Dankzij haar zoektocht krijgt ze een steeds beter beeld van haar vader. “Helaas pas na zijn dood, ik heb hem niets meer kunnen vragen. En ik heb er spijt van dat ik dat niet eerder heb gedaan. Het had ons misschien nader tot elkaar gebracht.” Er zijn ook weinig mensen uit zijn omgeving die iets kunnen vertellen. “Hij was een man met weinig vrienden, een beetje een tragisch figuur. Hij heeft zeker last gehad van zijn verleden.” Het snelle eten kan ze nu verklaren door de omstandigheden op dat schip en in het kamp. Ook zijn obsessie met schone overhemden en lekker ruiken zal hij daaraan over hebben gehouden.

Loslaten
Het schrijven over haar vader maakte veel los bij Michielsen. Inmiddels waren de rapporten over het structurele geweld dat de Nederlandse militairen hebben gebruikt openbaar, dat maakte het oordeel over haar vader ingewikkelder. Ze heeft een familie-opstelling gedaan en daar het advies gekregen om het leed achter zich te laten, en te beseffen dat het zijn oorlog is. “Het werd heel fysiek gemaakt. Ik kreeg stenen in mijn hand die de vooroordelen symboliseerden die ik moest loslaten. Op het eind kreeg ik er eentje terug en de therapeut zei daarbij; volgens mij ben je er nog niet helemaal.” In haar lezing wijst de schrijfster hier ook op; dat we niet de lasten van onze ouders moeten meeslepen. “De oorlog is nu zo lang geleden. De geschiedenis is heel belangrijk om door te geven, maar we moeten geen trauma doorgeven aan weer een volgende generatie. Er zijn nu weer nieuwe oorlogen, dat gaat ook nog generatieslang doorspelen”, vreest ze.

De lezing voelt voor haar als een grote verantwoordelijkheid. Michielsen wil het over twee oorlogen hebben; de Tweede Wereldoorlog en de Onafhankelijkheidsoorlog. Naast het verhaal van haar vader, belicht ze ook de kant van de Indo-Europese vrouwen in Indonesië destijds. “Anders zou het weer alleen over militairen gaan. Ik heb vrouwen van het koor Lagu Jiwa gesproken, wier Indische moeders ook de twee oorlogen hadden meegemaakt. Zonder bescherming van hun man waren ze getuige van vele gruwelijkheden. Na de oorlog moesten ze een nieuw bestaan in Nederland opbouwen.”

Haar lezing eindigt met een oproep tot ‘barmhartigheid’ voor alle slachtoffers van die twee oorlogen. “Het mooie daaraan is dat je ook erbarmen kunt hebben met mensen zonder alles eerst uit te pluizen. Laten we wat zachter naar elkaar kijken”, aldus Michielsen. Lukt dat ook naar haar vader? “Dat is nog niet helemaal opgelost, ik werk nog aan een groter boek over hem”, vertelt ze. Zodat ze ook dat laatste steentje kan weggooien.


In 2019 debuteerde Dido Michielsen (1957) met Lichter dan ik, geïnspireerd op het leven van haar Javaanse betovergroot- moeder. Voor deze historische roman won zij de Nederlandse Boekhandelsprijs 2020. In 2022 verscheen Engel en kinnari/ Zoeken naar Isah, over een dochter die op zoek gaat naar haar moeder en haar plaats in de standenmaatschappij van Neder- lands-Indië. Nog dichter op haar eigen huid zit Michielsen met het Literaire Juweeltje De erfenis van mijn vader, over haar vader die in een krijgsgevangenkamp zat en vocht voor het KNIL. Het gro- tere boek over Michielsen en haar vader zal in 2025 verschijnen.


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 25 (voorjaar 2024). Het artikel is geschreven door Dorine van der Wind, de foto is van Melanie Marsman.

Tooltip contents