Vrijwilligers: onmisbare schakels in de organisatie van herdenkingen

Op 4 mei vindt in bijna iedere Nederlandse gemeente een herdenking plaats. Maar ook op andere dagen worden de oorlogsslachtoffers herdacht. Vrijwilligers vormen een onmisbare schakel in de organisatie van al deze herdenkingen. Een aantal van hen komt hier aan het woord.

Cissy Bronts

4 mei-comité Loppersum, gemeente Eemsdelta. 

“Toen ik 32 jaar geleden in Loppersum kwam wonen, ben ik gevraagd voor het Oranje Comité. Ik ben lid van de Hervormde Kerk waar de 4 mei-herdenking wordt gehouden. Ik ging steeds meer helpen en zo ben ik er langzaam ingerold. Sinds 2015 zit ik officieel in het 4 mei comité. Ik zocht wel een kompaan om de herdenking samen mee te organiseren. Die heb ik gevonden in Tom Dijkstra van de Historische Vereniging. Als oud-onderwijzer is hij zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van Loppersum. Hij zoekt dingen uit, zoals het verhaal van de Joodse Jacob van Haren die is omgekomen in de oorlog te Middelstum en hier in Loppersum op de Joodse begraafplaats ligt. Ook heeft hij uitgezocht hoe het precies zat met de omgekomen bewoners uit het dorp; wat was hun functie en waar ligt hun graf?

Na de coronatijd was het afwachten of de herdenking weer op belangstelling kon rekenen. Gelukkig was dat zo. Het Marktplein stond weer vol en dat gaf veel voldoening. We moeten er wel hard voor werken. Vooral voor het betrekken van de jeugd bij de herdenking. Zoiets bouw je langzaam op. Leerlingen van school lezen gedichten voor en de vakkenvullers van de plaatselijke supermarkt leggen bloemen neer bij het monument op het Marktplein. Dat is belangrijk omdat herdenken niet iets van het verleden is. Het vraagt om een actieve houding en onze volledige inzet. We hebben de vrijheid om onze mening te uiten, je zou maar in een land wonen waar dat niet kan. Ik word al emotioneel als ik daaraan denk.

Elk jaar herdenken we anders. De verhalen uit die tijd worden verteld door nazaten uit de oorlog of door iemand van de historische vereniging en er spreekt een afvaardiging van de gemeente Eemsdelta. En dit jaar staat er een optreden in de planning van een echtpaar uit Oekraïne dat in het dorp woont en erg muzikaal is.”

Will de Bruijn-Janssen

Was tot voor kort actief bij Stichting Vier Vrijheid Schaijk. Ze is nog wel vrijwilliger bij de Stichting Herdenking Birma-Siam Spoorweg en Pakan Baroe Spoorweg (SHBSS).

“Met SHBSS organiseren we de herdenking op Bronbeek. Mijn betrokkenheid bij dit onderwerp begon met mijn interesse voor geschiedenis. Vanaf mijn 13de kom ik bij een Indische vriendin thuis. Ik ben helemaal opgenomen in haar familie. Daar stond altijd een foto van oom Dick die is omgekomen bij de dodenspoorweg. Vele jaren later tijdens een reis naar Thailand heb ik de spoorweg bezocht. Ik ben een paar keer teruggegaan.

In het Thailand Birma Railway Centre zag ik een foto van Karel Warmenhoven. Hij heeft in 1945 het commando overgenomen van de Japanners en redde daardoor vele levens van mensen die aan de spoorlijn werkten. Dat vond ik zo intrigerend. Terwijl niemand in Nederland zijn naam kende. Ik kreeg een officieel rapport in handen met informatie over die spoorlijn. Ik heb de taak op me genomen om het te vertalen en zo toegankelijk te maken. Bij de jaarlijkse herdenking op Bronbeek sta ik bij de boekenstand waar het rapport te koop is. Ik merk dat de belangstelling niet minder is geworden in de loop der jaren. Er komen nu meer mensen van de tweede of derde generatie met vragen.

Vanuit Stichting Vier Vrijheid Schaijk geef ik gastlessen op scholen rondom 4 mei. We vertellen het verhaal van twee Joodse kinderen die ondergedoken zaten in Schaijk. Met een van hen, Joachim Frank, ben ik in contact gekomen. Hij woont in Engeland. Hij heeft online zijn verhaal verteld aan de schoolkinderen, dat was indrukwekkend. Je boeit kinderen niet met droge feiten, maar met verhalen. We hebben ook dia’s met foto’s van de onderduikadressen en die herkennen ze. Je merkt aan de vragen die ze stellen dat het binnenkomt. Deze verhalen moeten verteld blijven worden. Ik ben net naar Venray verhuisd, hier ga ik helpen ontbrekende gezichten en verhalen bij namen op de graven van het ‘Engelse kerkhof’ te vinden.”

Han de Goede

Docent economie aan het ROC. Hij is vrijwilliger bij de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei en het 5 mei-concert bij theater Carré op de Amstel. 

“Vijfentwintig jaar geleden heb ik een paar jaar op de financiële administratie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei gewerkt. Ik heb gezien hoeveel werk er aan de organisatie van de herdenking en van de viering van de bevrijding voorafgaat en wat een knap staaltje werk dat is. Sindsdien ben ik als vrijwilliger altijd betrokken gebleven. In De Nieuwe Kerk ben ik als gastheer medeverantwoordelijk voor de ontvangst van de gasten. Hierna gaan deze 1300 mensen naar het monument op de Dam zodat de herdenking stipt op tijd kan beginnen. Dat is een spannend moment, zeker nu de eerste generatie echt op leeftijd is en vaak slecht ter been.

Het blijft bijzonder om dit evenement van zo dichtbij mee te mogen maken. Je beleeft die twee minuten stilte heel intens en het is elk jaar weer anders. Het enige dat je hoort is het getik van de vlaggentouwen tegen de mast. Ik voel me erg verbonden met alle mensen om mij heen, ook al beleeft iedereen het op zijn of haar eigen manier. De herdenking staat in het teken van ‘nooit meer oorlog’. Ik vind het dan ook erg moeilijk te begrijpen dat Nederland deze dagen wel de oorlog in Oekraïne steunt.

Ook sta ik stil bij het verleden van mijn eigen familie. Mijn ouders komen uit Rotterdam. Het café en de woning van mijn vaders familie aan de Leuvehaven is gebombardeerd. Mijn moeder en drie van haar broers woonden in de Hongerwinter bij boeren in Oldenzaal, mijn moeder was toen 12 jaar oud. Deze gebeurtenissen hebben invloed op hun leven gehad en indirect ook op dat van mij. Daarom moeten we blijven gedenken.”

Menno en Nino Steen

Menno Steen (57) is gastheer tijdens de Nationale Herdenking, bij het 5 meiconcert en bij de Nationale Holocaust Herdenking in Amsterdam. Ook zijn zoon Nino Steen (23) is vrijwilliger.  

Menno: “Als de mail van het Nationaal Comité 4 en 5 mei binnenkomt of we dit jaar weer willen helpen, weten we niet hoe snel we moeten antwoorden! Een aantal jaar geleden stond ik opgesteld in de erecouloir van de veteranen. Ik was vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht en actief bij het Korps Commandotroepen. Het is fijn dat ook jonge veteranen een plek krijgen tijdens de herdenking. Daarna heb ik zelf gevraagd om vrijwilliger te mogen worden. Ik zag hoe hard er op zo’n dag gewerkt wordt, er zijn veel betrokken mensen nodig. Zonder vrijwilligers kan zo’n evenement niet doorgaan. Er is een heel vast team dat elk jaar helpt. We moeten blijven herdenken, ook jonge mensen zoals Nino moeten zich bewust zijn van wat er nodig is om in vrijheid te leven. Ik ben zo trots op mijn zoon als hij daar rondloopt, hij heeft zich uit zichzelf aangemeld. We zoeken elkaar daar altijd even op.”

Nino: “Toen ik jong was, gingen we naar de kleine herdenking op de Apollolaan in Amsterdam, daarna keken we altijd naar de herdenking op de Dam. Het leefde in ons gezin. Bij anderen van mijn generatie is dat minder het geval, dat merk ik wel. Terwijl we ons bewust moeten zijn van de vrijheid die we hebben en daar dankbaar voor zijn. Ik heb nog meegemaakt dat mijn vader in actieve dienst was. Hij heeft gestreden voor vrijheid, een nobel doel.

Op 4 mei ben ik al vanaf zeven uur ’s ochtends op de Dam. Als runner word ik de hele dag ingezet voor last minute klusjes, van een USB-stick halen of dekens voor de oudere gasten. Ik raak nooit gestrest. Ik zie het als voor de klas staan, ik ben namelijk leraar natuurkunde op een vmbo. Als er iets misgaat, trek je gewoon de touwtjes weer aan!”

Karla Spreekmeester

Gastvrouw bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam. 

“Ik heb negentien jaar bij de Anne Frank Stichting gewerkt en zeventien jaar als gastvrouw bij de herdenking op de Dam. Dat doe ik nog steeds met veel plezier, ook al ben ik nu met pensioen.

De Nieuwe Kerk is in vakken verdeeld. De oudste deelnemers zitten tegenwoordig vooraan, de koning en koningin aan de zijkant. Zij hebben plaatsgemaakt voor de mensen om wie het gaat. Dat vind ik een heel mooi gebaar.

Het is best spannend. Iedereen moet op tijd op zijn plaats zitten en daarna ook weer op tijd op de Dam aanwezig zijn. Dat is een flinke uitdaging, zeker nu de meeste gasten echt oud worden. Na afloop brengen we ze naar hotel Krasnapolsky, waar ze een drankje krijgen en even kunnen bijkomen. Wij gaan daarna naar de Koninklijke Industrieele Groote Club, ook op de Dam. Daar staan hapjes en een borrel klaar en daar kletsen we na.

Ik ben ieder jaar weer trots dat ik erbij mag zijn. Het is aangrijpend, maar ook heel leuk om elkaar weer te spreken. Het is echt een reünie en vaak hoor ik: ‘Ha ben je er weer’. Er zitten prachtige mensen bij en wat me opvalt: ze delen eenzelfde soort overlevershumor. Misschien hadden ze dat al, misschien hebben ze dat ontwikkeld door wat ze hebben meegemaakt, maar het tekent deze sterke mannen en vrouwen. Ik heb vele gedenkwaardige gesprekken met hen gevoerd.

Ik had een Joodse vader. Hij sprak nooit over de oorlog, maar hij nam mij al jong mee naar de jaarlijkse herdenking. Dan kneep hij me tijdens de stilte zo hard in mijn hand dat ik begreep dat er iets heel verdrietigs gebeurd moest zijn.

Hij is jong overleden – hij was 54. Vlak voor zijn dood begon hij opeens te vertellen. Het was te groot, te veel, ik kon het toen niet allemaal bevatten. Inmiddels heb ik veel informatie over zijn familie kunnen achterhalen. Mijn achternaam komt 68 keer voor op het Holocaust Namenmonument, maar er leven er niet veel meer die zo heten. Daarom is het goed dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei zijn best doet om ook de jonge generaties bij de herdenkingen te betrekken. Zij moeten deze verhalen door blijven geven.”

Riny van der Kolk

Secretaris van het Verenigd Comité Wijhe.

“Mijn hele leven heb ik vrijwilligerswerk gedaan, naast mijn werk in de zorg. Sinds ik een herseninfarct heb gehad, heb ik zelf wat meer zorg nodig, maar ik wil graag actief blijven. Dat ben ik mijn hele leven al geweest.

Het Verenigd Comité Wijhe organiseert zowel Koningsdag als de 4 en 5 mei-herdenking. Ik heb lang gewacht voor ik me durfde aan te melden bij het Verenigd Comité. Ik keek een beetje tegen ze op. Toen ik onverwacht een lintje kreeg voor het vrijwilligerswerk dat ik had gedaan, heb ik de stoute schoenen aangetrokken.

Van nature kijk ik het liefst eerst de kat uit de boom, ik denk meestal dat ik het niet kan. Daarom ben ik rustig begonnen en heb eerst een tijdje meegelopen. Maar nu zit ik hier echt op mijn plek. Ik werd secretaris, dat past goed bij me. Door mijn ervaring in de zorg was ik wel wat papierwerk gewend.

Als je niet meer werkt en zelf zorg nodig hebt, zoals ik, loop je het gevaar dat je wereldje heel klein wordt. Dat idee benauwt me verschrikkelijk en daarom blijf ik actief. Ik doe wat ik nog kan, maar wil niemand voor de voeten lopen. Alle zes leden van het comité werken nauw samen. Als ik iets lastig vind, neemt iemand anders het van me over.

Door dit werk leg ik ook nieuwe contacten, zoals nu met de Oekraïense vluchtelingen die in het oude Rabobankgebouw in het dorp wonen, en met Syrische nieuwkomers in onze gemeente. Wij vragen hen om te integreren, maar het moet van twee kanten komen, vind ik. Je kunt niet alleen maar aan de zijlijn blijven staan mopperen; we moeten proberen elkaar te leren kennen. Zo heb ik een Syrische vrouw leren breien en voor het eerst van haar leven maakte ze een muts. Die draagt ze nu met trots. Je hoeft niet per se elkaars taal te spreken om elkaar te begrijpen.”

Siwart Mackintosh

Vrijwilliger bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam.

“Mijn vader Wil Mackintosh werkte bij de Koninklijke Marine en heeft in de oorlog aan de Birma-spoorlijn gewerkt. In Vlissingen, waar we vanwege zijn werk woonden, was hij bij iedere herdenking aanwezig. In 2008 kreeg hij een uitnodiging voor de Nationale Herdenking op de Dam. Zoals veel oud-strijders was hij een enorme fan van het koningshuis en deze kans om in aanwezigheid van de koningin de herdenking bij te wonen, greep hij graag aan.

Zelf werk ik sinds 2011 als vrijwilliger op de Dam. We ontvangen de bezoekers in De Nieuwe Kerk. De meesten komen al vroeg, want het is voor hen een weerzien waar ze lang naar uitkijken.

Mijn vader is in 2017 overleden. Hij is 99 geworden. Ik vind het belangrijk dat we blijven herdenken. De Tweede Wereldoorlog zakt steeds verder weg. Veel jongeren vinden het iets voor oude mensen. Dat is niet zo. De jongens die omkwamen bij de bevrijding waren vaak 19, 20 jaar oud – zo jong als zij nu. De oorlogen in Syrië en Oekraïne moeten waarschuwingen voor ons zijn: vrijheid is niet vanzelfsprekend. 4 en 5 mei kunnen niet zonder elkaar, zei mijn vader altijd. Je moet eerst herdenken om te kunnen vieren, en je moet vieren om niet in 4 mei te blijven hangen.

Ieder jaar was mijn vader in de dagen voor de herdenking somberder, stiller dan normaal. Na 5 mei sloeg dat gelukkig weer om. In 2017 kreeg hij op 2 mei een kleine TIA, maar hij wist zeker dat hij bij de herdenking aanwezig zou zijn. Op 4 mei kreeg hij er opnieuw een en toen zei hij tegen mij: ‘Ik geloof niet dat het gaat lukken. Nu moet jij het maar doen’.

Hij overleed op 10 mei. Hij is 99 geworden. Dit jaar gaat mijn dochter Norah van 19 voor de tweede keer mee. Ik weet zeker dat mijn vader dat prachtig gevonden zou hebben.”

Vincent Vogelaar

Oud-coördinator Sponsor & Signing voor het Bevrijdingsfestival Overijssel.

“In Zwolle is dit jaar de start van de Bevrijdingsfestivals, hier wordt het vuur aangestoken. Sinds 2000 ben ik erbij betrokken, toen wisselde de festivallocatie naar een plek naast het water. Ik was 16 jaar en hielp destijds als vrijwilliger van de Reddingsbrigade. Het jaar erop ben ik gaan helpen bij de opbouw en zo is het balletje gaan rollen. Inmiddels ben ik 23 jaar vrijwilliger van het festival. Tot vorig jaar was ik coördinator Sponsor & Signing. Met mijn team waren we verantwoordelijk voor de sponsoruitingen en signing: de bordjes die wijzen naar het toilet en de EHBO.

Het leuke van dit werk is dat de plannen die ik uitdacht direct zichtbaar waren voor het publiek. Eerst is het een leeg terrein en als wij klaar zijn, staat er een festivalterrein met sponsoruitingen en vrolijke kleuren. De mensen met wie ik samenwerk zijn ook buiten het festival vrienden geworden. Het is een gevoel van thuiskomen en samen de schouders eronder zetten.

De avond ervoor, op 4 mei, is het heel bijzonder om met alle vrijwilligers naar de herdenking te gaan. Dat geeft een extra lading aan zo’n moment. Je bent onderdeel van een groep en samen zetten we de dag erop iets moois neer. Een memorabel festival was de editie dat het heel erg stormde en we op de dag zelf een toren in moesten klimmen om de sponsordoeken weer vast te maken. In 2016 was het juist heel mooi weer. Manu Chao was de hoofdact en die wilde geen dranksponsors in zicht. In de pauze hebben we in het donker de grote doeken van een bierbrouwer eraf gehaald. Dan zie je vanuit die hoogte 15.000 mensen publiek staan, dat was episch!

Vanaf dit jaar ben ik geen coördinator meer, door het gezinsleven ga ik het iets rustiger aan doen, maar ik blijf zeker betrokken!”

Sanne van Hartskamp

Coördinator backstage hoofdpodium bij het Bevrijdingsfestival Overijssel.

“Sinds 2005 ben ik vrijwilliger voor het festival. Ik werd destijds een week van tevoren gevraagd om bij te springen. Op de dag zelf stond ik er opeens alleen voor, ik ben echt in het diepe gesprongen. Het ging blijkbaar goed want het jaar erna werd ik weer gevraagd. Ik begon bij de kleinere podia. En nu coördineer ik samen met medevrijwilliger Joost de backstage van het hoofdpodium.

Ik werk voor het ministerie van Defensie en in mijn huidige functie hoort daar leidinggeven bij. Toen merkte ik dat ik echt veel geleerd heb van mijn vrijwilligerswerk. Het is wel intensief. Het begint met een kick-off in februari als de line up van de artiesten bekend wordt gemaakt. De intensiteit neemt langzaam toe, vanaf 1 mei zijn Joost en ik dagelijks in het park en maken lange dagen. Ik neem hier vakantiedagen voor op. Ik noem het ‘mijn uit de hand gelopen hobby’. Thuis vangt mijn man veel op en de kinderen gingen toen ze kleiner waren voor 5 mei uit logeren. Dit werk zit zo in mijn systeem.

Ik ben inmiddels 44 jaar en met het jaar groeit het besef dat wij het heel goed hebben. En hoe mooi het is dat we samen de vrijheid kunnen vieren terwijl er 1500 km verderop in Oekraïne oorlog is. Ook door mijn werk ben ik daar betrokken bij. Ik ben heel dankbaar dat wij in Nederland een gratis feest mogen bouwen.

Op 5 mei ben ik verantwoordelijk voor het opvangen en begeleiden van de artiesten. We creëren een huiskamergevoel, een plek waar ze kunnen relaxen. Als zij ontspannen zijn, geven ze ook een betere show. Als de helikopter komt en een rondje over het veld doet, geeft dat wel een vibe. Elke 6 mei ben ik kapot en denk ik: het is mooi geweest. Maar op 7 mei denk ik al: o nee, nog een heel jaar wachten tot ik weer mag! Bevrijdingsdag is een gegeven, net als Koningsdag, dat moet doorgaan. We duimen voor mooi weer en gaan er een feestje van maken!”


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr.23 (voorjaar 2023). Het artikel is geschreven door Linda Huijsmans en Dorine van der Wind, de foto’s zijn van Ben Houdijk.

Tooltip contents