Vorig jaar gaf ik een college aan de Hogere Defensie Vorming in Breda. Het onderwerp was onze Westerse kijk op vrijheid, democratie en de rol van de krijgsmacht daarbinnen. Onder mijn gehoor was een officier uit het Libische leger. Hij luisterde aandachtig. Maar hoe specifieker ik werd, hoe meer de Libische officier zijn wenkbrauwen fronste. Uiteindelijk stopte ik met spreken. Ik vroeg hem wat zijn kijk op de zaak was. Wat hij toen zei heeft een diepe indruk op mij gemaakt. Het maakte mij bewust van de vooroordelen die wij hier in Nederland, maar ook in Europa plakken op thema’s als vrijheid, conflict, democratie en gelijkheid. Hij zei: “Maar Gijs, vrijheid staat voor ons niet gelijk aan individueel stemrecht, een werkend justitieel systeem, een krijgsmacht onder eenhoofdige civiele leiding. “Vrijheid is voor ons elke ochtend, als je wakker wordt, een glimlach op je gezicht. Het gevoel dat je altijd en overal jouw geluk kan najagen.” Hij sloot af met de woorden, “Gijs, vrijheid is geen organisatie, bestuurscultuur of stelsel aan wetten en gedragsregels. Vrijheid is een gevoel.”
In de voorbereiding op deze vrijheidslezing heb ik contact gezocht met mijn Oekraïense collega Vladimir, waar ik een jaar lang samen mee heb gestudeerd in Kansas op een Amerikaanse militaire universiteit. Ik vroeg hem hoe het met hem en zijn familie ging en vertelde over mijn vrijheidslezing en dat ik die wilde aanpassen aan de actualiteit, de verschrikkingen van de oorlog door de Russische invasie in zijn land. Vladimir opperde om mijn lezing in het Engels aan hem voor te lezen. Hij had een brok in zijn keel en zei, “leave it like that, Gus, you’re right, fighting for freedom leaves a smile on our face. They are difficult to see nowadays, but they are there” …
Een gevoel dus… Want, wat vieren wij nu eigenlijk jaarlijks op Bevrijdingsdag? Een belangrijke vraag met misschien wel voor iedereen een ander antwoord.
Als we het hebben over vrijheid dan staat voor mij als Nederlander, militair en mens het idee van de Duitse filosoof Emanuel Kant centraal. Hij zei daarover dat vrijheid gelijk staat aan “autonoom kunnen denken en doen.” Op Bevrijdingsdag denk ik terug aan mijn militaire bijdragen aan missies en op welke wijze ik heb bijgedragen aan autonoom denken en doen. Hier in Nederland, zodat mijn en jouw kinderen de mogelijkheid hebben zich te kunnen ontplooien autonoom en vrij. Maar ook in Afghanistan en West-Afrika, zodat ze zich daar kunnen ontplooien, vrij en autonoom. Ik ben daar trots op.
En toch, blijft de opmerking van de Libische officier en de reactie van Vladimir mij intrigeren, want wat heb ik op missie nu precies gedaan om juist dat gevoel van vrijheid bij de lokale bevolking te versterken? Heb ik daar iets aan bijgedragen? Of ben ik blijven hangen in het abstracte doel van het creëren van een veilige omgeving voor de bevolking en ging ik ervanuit dat het gevoel van vrijheid dan logischerwijs wel volgde?
Daartoe heb ik mezelf een drietal vragen gesteld, Wat is vrijheid? Wat is de betekenis van vrijheid en Hoe voelt vrijheid?
Allereerst, Wat is vrijheid? Volgens Kant is vrijheid het centrale begrip in de mensenrechten. De essentie van zijn idee is dat we niet beperkt worden in onze vrijheid en vrij zijn te handelen zoals wij willen. Maar ook dat wat we willen werkelijk in vrijheid en zelfstandigheid kan worden nagestreefd.
Het blijft belangrijk om stil te staan bij wat vrijheid nu eigenlijk is, welke definitie we willen hanteren, wat de bouwstenen zijn en hoe we dat samen met elkaar kunnen versterken.
De conclusie van het rapport van de democratische waakhond Freedom House versterkt deze boodschap. Freedom House concludeert dat: “In elke regio van de wereld de democratie wordt aangevallen door populistische leiders en groepen die pluralisme afwijzen en ongecontroleerde macht eisen om de specifieke belangen van hun aanhangers te bevorderen, meestal ten koste van minderheden en andere vermeende vijanden.”¹
Het blijft onverminderd noodzakelijk om onze democratische vrijheid te beschermen en versterken, naleving van wetten en gedragsregels af te dwingen, instituties en onderwijsprogramma’s te ontwikkelen en een maatschappij te bouwen die rechten borgt en kansen van individuen, groepen en de samenleving faciliteert van autonoom denken naar autonoom doen.
Maar de vraag is: is dat allemaal voldoende? Zijn die voorwaarden voldoende om te zorgen dat mensen zich ook vrij voelen? Of kan het zijn dat ik in deze wereld in vrijheid leef, maar me niet vrij voel?
Om die vraag te beantwoorden moeten we onszelf de volgende vraag stellen: Wat is de betekenis van vrijheid in ons leven? Een lastige vraag die in tegenstelling tot de vorige vraag een veelheid aan antwoorden kent. Ik kan u alleen meenemen in mijn gedachten in de hoop dat u ergens tijd en ruimte vindt om daar zelf over na te denken.
In Nederland zijn de rechten en plichten wat betreft vrijheid vastgelegd in de eerste artikelen van de Nederlandse grondwet. Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie, op welke grond dan ook, is niet toegestaan.
Daarnaast heb ik als actief-dienende militair bijzondere aandacht voor artikel 97 waarin de inzet van de krijgsmacht ten behoeve van de vrijheid van Nederland en de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde geregeld is.
Goed geregeld eigenlijk, maar wat is de betekenis van dit artikel voor mij?
In lijn met de Amerikaanse oud-president van de Verenigde Staten John F. Kennedy is de betekenis van dit artikel voor mij de mogelijkheid om elke prijs te betalen, elke last te dragen, elk ongemak het hoofd te bieden, elke vriend te steunen, elke vijand te bestrijden om het voortbestaan en het welslagen van de vrijheid voor u, mijn kinderen, Nederlanders, bondgenoten en anderen te verzekeren. Het volgt de lijfspreuk van onze krijgsmacht “beschermen wat ons dierbaar is” in voor en tegenspoed.
Dienen in de Nederlandse krijgsmacht, of gediend hebben zoals de vele veteranen die Nederland kent, is voor mij de ware betekenis van vrijheid. Niet het hebben of ervaren van vrijheid, maar het actief beschermen van je idealen waarin je gelooft en de dingen die je belangrijk vindt.
En toch weet ik dat mensen in Nederland of daarbuiten in vrijheid leven maar zich niet altijd vrij voelen.
Hoe zit dat dan?
Naast de discussie wat vrijheid is en de dialoog wat vrijheid voor jou, mij en anderen betekent, vind ik de vraag relevant hoe vrijheid dan voelt?
Ik ben vijf keer uitgezonden geweest op missie naar Afghanistan. Voor velen een land waar vrijheid in denken en doen zeer beperkt is of op zijn minst ernstig onder druk staat. Ik heb in diverse dorpen en gehuchten gesprekken gevoerd met boeren, arbeiders, kinderen, dorpsleiders en geestelijken. En als we dan spraken over vrijheid, dan bleek mij: hun interpretaties over vrijheid en gelijkheid waren allemaal uniek en niet te verenigen in een definitie of betekenis.
Aanvankelijk begreep ik dat niet.
Tot het moment dat ik mij realiseerde dat hun boodschap niet ging over wat vrijheid is of wat het betekent, maar hoe het voelt. De kinderen die op hun blote voeten voetbal speelden met een grote glimlach op hun gezicht. De oudere die genoegzaam met een glimlach naar zijn wuivende akkers met tarwe keek, de Afghaanse vrouw, die in die tijd, tevreden naar haar schooltje liep om de kinderen les te geven. Het gevoel van vrijheid in Afghanistan zijn de kleine dingen. Dingen die een glimlach brengen op je gezicht hoe penibel, of onveilig de situatie ook kan zijn. De boodschap kwam bij mij pas binnen op het moment dat ik mijn eigen interpretatie van vrijheid aan de kant schoof en bereid was me in te leven in de situatie van een ander zonder oordeel, zonder betekenis en zonder definitie.
Stellen wij ons wel open voor het perspectief van de ander?
Ik kan met mijn missie wel denken dat ik jou vrede breng, maar is het niet beter om eens te beginnen met de vraag: wat heb jij nodig?
In Afghanistan was de Taliban onze vijand. Ik weet er alles van – ze hebben een van mijn makkers afgepakt. En toch heb ik in datzelfde Afghanistan ook geleerd, dat veel Talibanstrijders ook mensen zijn met idealen overtuigingen.
Hoe vrij ben je, als je je vijand niet als een mens meer kunt zien? Dat je hem dehumaniseerd door zijn giftige gedachtegoed te vereenzelvigen met de mens erachter? Zijn we niet pas werkelijk vrij, als we leren, hoe lastig dat vandaag de dag ook is ons empathischer en verdraagzamer op te stellen misschien zelfs voor de mens in de vijand?
De morele moed hebben om ons in te leven in de positie van een ander en de vraag te stellen; wat heb jij nodig om je vrij te voelen?
Misschien heeft onze Libische officier en mijn vriend Vladimir wel een punt en is het gevoel van vrijheid een glimlach op je gezicht. En het geheim van vrijheid de morele moed je vrij te voelen in een omgeving waar de voorwaarden voor vrijheid niet altijd aanwezig zijn.
Om af te sluiten met de woorden van de Nederlandse politicus Domela Nieuwenhuis aan het begin van de vorige eeuw; “ware vrijheid ligt in verdraagzaamheid. Het verlenen van vrijheid aan anderen in de vaste overtuiging dat op den duur de vrijheid het meest zal winnen door de vrijheid.”²
Noten
- Freedom House: “Nations in Transit 2021; The Antidemocratic Turn,” Washington 2021.
- F. Domela Nieuwenhuis, Nederlandse politicus 1846-1919.