Lilian Gonçalves-Ho Kang You (1946) is jurist, mensenrechtenactivist en voormalig staatsraad. Ze emigreerde naar Nederland nadat haar echtgenoot, advocaat Kenneth Gonçalves, door het regime Bouterse werd geëxecuteerd. Sindsdien is ze onder meer actief geweest bij het Landelijk Bureau Racismebestrijding, de Commissie Gelijke Behandeling en Amnesty International. Op 5 mei zal ze tijdens de start van de Nationale Viering van de Bevrijding in Roermond de jaarlijkse 5 mei-lezing houden.
“Mijn roots liggen in Suriname. Ik vind het bijzonder dat ik gevraagd ben voor de 5 mei-lezing, omdat ik het perspectief bied van iemand die niet in Nederland is opgegroeid. In Suriname leefde de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog slechts in geringe mate. Begrijpelijk, want ons land was door bauxiet te leveren weliswaar belangrijk voor de oorlogsvoering, maar de burgerbevolking heeft de oorlog alleen op afstand beleefd. In mijn jeugd leerde je op school in Paramaribo alleen over de grote lijnen van de jaren dertig en veertig.
Toen ik in 1964 naar Leiden ging om rechten te studeren, kwam ik in aanraking met de herdenkingstraditie van 4 mei. Mijn eerste gedachte was: dat ze hier zo lang na de oorlog nog mee bezig zijn! Kun je nagaan, dat was slechts twintig jaar na dato. Maar daarna raakte ik zeer gefascineerd over wat de bezetting van Nederland voor mensen heeft betekend. Mijn hospita vertelde over haar broer, Thijs Taconis, die als geheim agent door het Englandspiel was omgekomen. Later woonde ik in bij een gezin dat uit Indië kwam en daar in de kampen had gezeten. Stukje bij beetje leerde ik hoe groot de impact van de oorlogsjaren was én hoe divers de Nederlandse oorlogservaringen waren.
En nog steeds leer ik. In mijn rol als bestuurslid van de Commissie Tegemoetkoming Slachtoffers van de NS heb ik me de afgelopen jaren intensief bezig gehouden met de Holocaust. Elk verhaal, elke familiegeschiedenis is elke keer opnieuw een persoonlijke confrontatie met oorlogsleed. Dat went nooit – en dat moet ook niet.
Moreel besef
Iedereen in Nederland moet weet hebben van deze geschiedenis, dat is elementair voor ons moreel besef en voor een werkelijk begrijpen van vrijheid. Je kunt vrijheid niet vieren, als je niet weet wat je viert. Sowieso vind ik dat een mens de geschiedenis moet kennen van het land waarin diegene woont. Maar het mag geen eenrichtingsverkeer zijn. Je moet ook de burgers rechtdoen, die hier niet geboren en getogen zijn, die andere geschiedenissen in zich meedragen. Ik vind het van wezenlijk belang voor de toekomst van onze samenleving dat de Nederlandse bevolking ook het verleden van slavernij en vierhonderd jaar kolonialisme kent. Gelukkig staan deze thema’s nu eindelijk op de radar.
Mijn 5 mei-lezing zal gaan over het essentiële karakter van de grondwet. Vrijheid ís de rechtsstaat, zo kort wil ik het stellen. Als de rechtsstaat niet wordt beschermd, is het einde zoek. Dat heb ik met eigen ogen gezien, toen in 1980 de staatsgreep van Bouterse c.s. een einde maakte aan de democratische rechtsstaat in Suriname. Twee jaar later werd mijn man bij de Decembermoorden vermoord. Zo verbazingwekkend snel kan het misgaan met een land.
Die bittere constatering is helaas uiterst actueel. In de jaren tachtig en negentig waren racisme, vreemdelingenhaat en anti-semitisme ook maatschappelijk relevante thema’s in Nederland, maar de fundamenten van het huis werden niet aangevreten, artikel 1 van de grondwet stond niet ter discussie. Nu lijkt het uitsluiten van bepaalde groepen, het afnemen van gelijke rechten, tot mijn afschuw een politiek bespreekbaar onderwerp geworden. Dit soort populisme, waarin mensen de ander niet als gelijkwaardig zien, vormt de grootste bedreiging voor de democratische rechtsstaat. En het zijn niet alleen de populisten. We weten sinds de toeslagenaffaire en – bijvoorbeeld – het etnisch profileren dat ook de staat zich schuldig maakt aan discriminatie en ondermijning van grondrechten.
Gezond wantrouwen
Sluit nooit de ogen voor de mechanismen die de rechtsstaat bedreigen, dat is mijn oproep. Jongeren in Suriname die nu over de Decembermoorden zeggen: “ik weet er niets van, het is al zo lang geleden”, ergens snap ik ze wel, zo dacht ik zelf als jonge student ook. Maar je moet je eigen naïviteit kunnen bijstellen. Zeker de laatste maanden is de zaak zoveel in het nieuws geweest, die verhalen kun je niet allemaal missen. Dan gaat het meer richting verdringen, het niet wíllen weten. Ik denk ook wel eens: als het je eigen vader, oom of broer zou zijn, dan zegt niemand ‘wat is het al lang geleden’.
Ja, ik ben het afgelopen jaar heel bezorgd en gealarmeerd geraakt. Toch probeer ik tegelijkertijd hoopvol te blijven. Want ik zie ook de inspirerende voorbeelden van mensen die willen leven naar bepaalde waarden, al vinden ze het moeilijk. Denk aan omwonenden van asielzoekerscentra, die aanvankelijk huiverig reageren, maar na verloop van tijd vriendschappelijke contacten met de inwoners ontwikkelen. Ik heb vertrouwen in de mens, maar gezond wantrouwen tegen de mensen die verkeerde keuzes maken.”
Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 25 (voorjaar 2024). Het artikel is geschreven door Alex Bakker, de foto is van Roel Dijkstra.