Verhalen verbinden

Een vertelling van Hans Morssinkhof over de April-meistakingen tijdens de bijeenkomst van lokale organisatoren van herdenkingen en vieringen op 25 maart 2023.

In 1954 schreef Leo Vroman het gedicht Vrede. Het eindigt met vier regels, die u ongetwijfeld kent:

Kom vanavond met verhalen
van hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.

De dichter legt hier een rechtstreeks verband tussen die verhalen en zijn eigen leven. Hij neemt ze in zich op, ze worden deel van zijn leven en zijn persoon.

Omdat ik hier wat mag vertellen over de April-meistakingen van 1943, wil ik beginnen met enkele verhalen uit die dagen.

*

Vrijdag 30 april 1943. ’s Avonds om half acht staat de 28-jarige Hein Slotboom voor zijn huis aan de Deurningerstraat in Enschede. Hij doet niets. Passerende Duitsers openen het vuur, Hein valt dood neer.

Zaterdag 1 mei 1943, Musselkanaal. De 24-jarige Grietje Dekker heeft zich zojuist verloofd. Met haar Willem droomt ze over hun toekomst. Als om acht uur ’s avonds de spertijd ingaat, stopt er verderop een auto met Duitse soldaten. Ze schieten in het rond. Grietje wordt geraakt in haar buik. De dorpsarts wil haar naar het ziekenhuis brengen. Dat staan de Duitsers niet toe, dat zullen zij wel doen. Maar net buiten de bebouwde schieten ze Grietje dood. Haar lichaam verpakken ze in jutezakken, om het straks in een moeras te laten verdwijnen.

Op zondag 2 mei 1943 gaat de 10-jarige Willem de Vries met zijn ouders ter kerke in het Friese dorpje Opeinde. Als dominee zijn zegenbede heeft uitgesproken, gaat Willem met zijn moeder en vader naar buiten. Juist op dat moment rijdt er een Duits doodseskader voorbij. De mitrailleurs knetteren. Willem valt dood neer. Hij is het jongste slachtoffer van de April-meistakingen.

Tenslotte Hengelo, dinsdag 4 mei 1943. De plaats waar de stakingen zijn begonnen, bij de machinefabriek Stork, op 29 april. Op deze dinsdag draait de fabriek weer. Toch is Hanns Albin Rauter, de baas van SS en politie in Nederland, niet tevreden: onder de vele doden is er nog altijd geen medewerker van de firma Stork.

Het oog valt op de 36-jarige ing. Frits Loep. Hij valt op omdat hij de tweede en de derde stakingsdag niet in de fabriek is. Dus wordt hij voor het Polizeistandgericht gebracht. Daar vindt de voorzitter van deze gelegenheidsrechtbank geen grond om Loep ter dood te veroordelen. Dat is tegen de zin van Rauter. Hij wijst een andere voorzitter aan. Eén op wie hij kan vertrouwen; die in de voorbije dagen al heel wat mannen ter dood heeft veroordeeld. In Hengelo doet de nieuwe voorzitter wat van hem wordt verwacht. Frits Loep wordt ’s avonds doodgeschoten. Op 4 mei, omstreeks acht uur ’s avonds.

*

Dit zijn slechts vier verhalen. Er zijn er zo heel veel meer. Ze gaan over gewone mensen, zoals u en ik.

Ik wil ermee uitdrukken dat we over de April-meistakingen heel veel kunnen zeggen, maar juist in deze verhalen horen we de willekeur en de terreur die de bezetter inzet om de stakingen te beëindigen.

Rauter is daarvoor de aangewezen man. In 1941 heeft hij de Februaristaking in Amsterdam met veel geweld neergeslagen. Dat doet hij nu weer, met angstaanjagend cynisme. In deze periode zegt hij:

‘Het komt er niet op aan om de juiste man neer te schieten. Het komt er veel meer op aan dat er op het juiste ogenblik doden vallen.’

Vandaar die doodseskaders. De invoering van het Polizeistandrecht dient hetzelfde doel. Het voorziet in gelegenheidsrechtbanken, Polizeistandgerichte, om vooral snel veel stakers ter dood te veroordelen. Rauter is hierbij zelf de meester over leven en dood: is een doodvonnis eenmaal uitgesproken, dan moet het nog door hem worden bekrachtigd. Want hij wil véél doden, maar ook weer niet te veel, om de zaken niet verder uit de hand te laten lopen.

*

En nog zijn we er niet. Het is ook Rauter die de strikte opdracht geeft om de slachtoffers van de Polizeistandgerichte op een onbekende plek te begraven. Zo zadelt hij de nabestaanden met een groot trauma op. Zeker ook omdat de administratieve verwerking te wensen overlaat, wat bij veel nabestaanden de hoop voedt dat hun dierbare toch nog leeft en enkel wordt vermist.

Daarom zijn er gezinnen waar nog jarenlang iedere avond een extra bord op tafel wordt gezet. Want misschien komt vader toch nog terug, of de broer of de zoon. Hij kan dan meteen aanschuiven. In andere gezinnen mag de deur nooit op slot: vader, zoon of broer moeten wel binnen kunnen komen.

Truus de Witte, die gepromoveerd is op een onderzoek naar oorlogsvermissing, heeft het zo gezegd:

‘Verdwijning kent een datum. Vermissing is nú.’

Nu, tachtig jaar later, worden nog altijd meer dan 50 slachtoffers van de stakingen vermist. Nog steeds zoeken nabestaanden naar de stoffelijke resten. Zodat ze hun familielid alsnog kunnen begraven. En eindelijk een punt kunnen zetten achter dit deel van de Tweede Wereldoorlog.

*

We hebben verhalen nodig die ons onder de huid kruipen. En die ons steeds opnieuw leren dat abstracte begrippen als oorlog, vervolging en marteling altijd gezichten en namen hebben. Van gewone mensen. Zoals u en ik.

Dan ook krijgen andere grote woorden, zoals democratie, vrijheid en rechtsstaat, een directe betekenis. Vrijheid betekent de afwezigheid van een bezetter die lukraak mensen kan neerschieten. Rechtsstaat betekent dat niet zomaar een rechter kan worden vervangen om toch nog een doodvonnis te verkrijgen. Democratie betekent dat alle mensen gelijkwaardig zijn.

Zo worden al die verhalen ook weer verrassend actueel. In eigen land en daarbuiten. Ik hoef enkel de oorlog in Oekraïne te noemen, maar helaas zijn er nog tal van voorbeelden meer.

Wie verhalen kent, kan inleven en spiegelen.

*

In de afgelopen dagen heb ik vaak nagedacht over wat ik hier zou vertellen. Meestal licht ik het ontstaan van de April-meistakingen, het verloop, de gevolgen en de betekenis toe. Zeker nu, tachtig jaar later. Dat ga ik de komende tijd nog vaak doen, maar hier, in deze setting, heb ik ervoor gekozen om het menselijke aspect te benadrukken.

Loe de Jong heeft de betekenis van de stakingen in 1963 samengevat in twee zinnen:

‘Wreder dan ooit heeft de bezetter toegeslagen. Feller dan ooit wordt hij gehaat.’

*

In de komende weken zult u over die stakingen veel zien en horen. BNNVARA heeft er een driedelige documentaire over gemaakt, er verschijnt een boek, de stakingen worden genoemd tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei op de Dam. Er zijn bovendien op verschillende plaatsen herdenkingen en tentoonstellingen. Hengelo herdenkt de stakingen 29 april, de dag waarop ze daar tachtig jaar eerder begonnen. Diezelfde dag gaat de theaterproductie ‘Vergeten Twentse Lente’ van actrice Johanna ter Steege in première op de vroegere vliegbasis Twenthe. De April-meistakingen spelen hierin een belangrijke rol.

Op de ochtend van 29 april houden wij als Stichting Landelijke Herdenking April-meistakingen, in Hengelo de eerste nationale nabestaandendag, voor nabestaanden van slachtoffers en stakers. En nu wij hier bijeen zijn, wil ik u vragen om aan die nabestaandendag via uw netwerken aandacht te schenken. We ontvangen graag zoveel mogelijk mensen en professionele hulp is aanwezig. Geef het door, is ons verzoek, deel het met iedereen voor wie het van belang kan zijn.

Want als de verhalen kunnen worden verteld en gedeeld, kan de heling beginnen, en daarmee de verbinding.

*

En zo eindig ik waar ik begon, met de regels van Leo Vroman, omdat ze iedere keer aangrijpender worden:

Kom vanavond met verhalen
van hoe de oorlog is verdwenen
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.

 


Deze vertelling over de April-meistakingen is voorgedragen door historicus Hans Morssinkhof tijdens de bijeenkomst van lokale organisatoren van herdenkingen en vieringen op 25 maart 2023. Foto: Beau Rutten.

 

Tooltip contents