Op 7 april 1945 landen zo’n 700 Franse parachutisten in Drenthe en het Friese Ooststellingwerf. Hun doel: verwarring zaaien achter de linies om zo de Canadezen en hun Royal Canadian Dragoons, een pantserwagenregiment, kans te bieden om Friesland te bevrijden. Het begin van een bijzondere band tussen dit legeronderdeel en de Friezen.
Na eerst in Italië te hebben gevochten, krijgen de ‘Dragoons’ in het voorjaar van 1945 opdracht om in Nederland te gaan vechten. Het regiment wordt toegevoegd aan het 2e Canadese Korps, onder bevel van generaal Guy Simonds. Nadat er een doorbraak is bereikt over de Vecht bij Ommen krijgen de Dragoons op 10 april het bevel om zo snel mogelijk door te stoten in noordwestelijke richting met als einddoel Leeuwarden.
Verzetshulp
Die veldtocht verloopt behoorlijk voorspoedig. Dat komt deels doordat de gewapende weerstand van de Duitsers in de provincie beperkt is. Maar de snelle opmars van de Canadezen is ook te danken aan de flinke hulp die ze krijgen van talloze verzetsmensen in Friesland. Tijdens de strijd sneuvelen 31 van hen, meer dan het aantal gevallenen aan geallieerde zijde op Friese bodem. Deze onvoorwaardelijke steun maakt zelfs dat de commandant van de Royal Canadian Dragoons, luitenant-kolonel Landell, later verklaart: “Friesland liberated herself”.
Vanaf 10 april kleuren dag na dag nieuwe straten en dorpen oranje door feestvierende, bevrijde Friezen. En op 15 april trekken de Dragoons Leeuwarden binnen. Drie dagen later is het hele vaste land van Friesland ontzet. De Waddeneilanden, waar veel Duitsers naartoe zijn gevlucht, moeten wat langer wachten op hun bevrijding: Terschelling kan pas op 29 mei bevrijders verwelkomen, Vlieland is twee dagen later aan de beurt en op Ameland kan op 3 juni de vlag uit. Op Schiermonnikoog vetrekken de Duitsers pas op 11 juni.
Liberation girl
Hoewel de Royal Canadian Dragoons al in 1883 zijn opgericht en sindsdien in verschillende oorlogen hebben meegevochten, neemt de bevrijding van Friesland nog altijd een prominente plaats in op hun blazoen. Die warme band blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat in 1959 de dan 14-jarige Janny Jetten, een meisje dat tijdens de bevrijding van Leeuwarden geboren wordt, tijdens een bezoek aan de stad door de Dragoons wordt uitgeroepen tot Liberation girl of Leeuwarden. Uiteraard een symbolisch gebaar. Maar wel een met een serieuze ondertoon: in de navolgende jaren blijven de Dragooons, oud én jong, haar als ‘regimentsmascotte’ opzoeken. Zelfs haar huwelijk wordt bijgewoond door een regimentsafvaardiging. En die band blijkt ook uit de prominente plek die het trotse verslag van de Friese veldtocht nog altijd inneemt op de regimentswebsite.
Leeuwarden Day
“Elk jaar weer wordt op 15 april in Leeuwarden stilgestaan bij de bevrijding door de Dragoons”, vertelt Marre Faber-Sloots, conservator van het Fries Museum. “Met een kleine ceremonie bij het stadhuis, het hijsen van elkaars vlaggen en een toespraak door de burgemeester.” En elk jaar weer komen daar Dragoons op af. “Het aantal veteranen dat daadwerkelijk heeft meegevochten in Friesland is inmiddels heel beperkt. De paar mannen die nog in leven zijn, komen hier niet meer naar toe. Maar Leeuwarden heeft zo’n bijzondere plek ingenomen in dit regiment dat er inmiddels ook Dragoons van latere jaren naar deze stad afreizen om de herdenking bij te wonen. Vooral in jubileumjaren zijn dat er soms tientallen.”
En ook bij de Dragoons zelf wordt elk jaar weer op 15 april stilgestaan bij dit bijzondere wapenfeit uit 1945. “Die dag staat bij het regiment bekend als Leeuwarden Day”, zegt Faber-Sloots. “Ze houden op die dag elk jaar weer een eigen ceremonie om de bevrijding van Leeuwarden te gedenken. In Canada. Of waar ter wereld het regiment op dat moment actief is.”
Canadese esdoorns
De Canadezen hebben Friesland niet alleen tijdens de oorlog bevrijd. Ze hebben er na de oorlog ook nog een tijdje rondgehangen voordat ze weer gerepatrieerd werden. Hoe ze hun tijd doorbrachten buiten hun militaire werk in vredestijd om valt niet exact te zeggen. Wel is duidelijk dat de legerleiding er alles aan deed om te zorgen dat de Canadese manschappen zich niet zouden verliezen in immoreel gedrag. Zo werd – om te voorkomen dat ze alleen maar achter de lokale dames aan zouden gaan of in plaatselijke kroegen gingen hangen – een gevarieerd vrijetijdsaanbod opgezet. Inclusief een speciale tentoonstelling voor de Canadese manschappen in het Fries Museum te Leeuwarden. En wellicht dat de Canadezen in dit kader ook nog iets blijvends in de stad hebben nagelaten. Tientallen jaren sierden talloze Canadese esdoorns de wijk Huizum-West in Leeuwarden. Toen die bomen in de jaren negentig ‘op’ bleken en gekapt moesten worden, voerde de Leeuwarder Courant een verontwaardigde buurtbewoner op. Deze man stelde dat die bomen na de bevrijding als eerbetoon aan, dan wel door de Canadezen waren geplant. Een sympathieke bewering waar echter nergens bewijs voor te vinden is. Maar waar of niet, het is in elk geval een verhaal dat onmiskenbaar gevoed is door de bijzondere band die de Friezen voelen met hun Canadese bevrijders.
Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 26 (najaar 2024). Het artikel is geschreven door Timo Waarsenburg