Nationaal Holocaust Namenmonument onthuld

Na een jarenlange strijd is op 19 september 2021 het Nationaal Holocaust Namenmonument onthuld. Alle namen zijn er vereeuwigd van de meer dan 102.000 Nederlandse Joden en 220 Sinti en Roma die weggevoerd zijn en vermoord en nooit een graf hebben gekregen. Drie generaties nabestaanden vertellen wat dit monument met hen doet.

‘Ik voel me verbonden met al die namen’

Benjamin Schrijver (21)

“Er staan veel namen van mijn vaders familie Schrijver op het monument en ook van de opa van mijn moeder: Abraham Dreese. Hij regelde een onderduikadres voor zijn vrouw Esther en zoon Lucas in Friesland. Abraham werd vermoord in Auschwitz, maar Lucas werd later mijn opa. Daardoor kan ik nu hun verhaal vertellen.

Het Holocaust Namenmonument biedt in één oogopslag het verhaal van een grote groep mensen en tegelijkertijd van ieder individu apart. Met al die namen deel ik een identiteit en een geschiedenis. Allemaal waren ze Joods, maar ieder op hun eigen manier. Ik stam van hen af en de taak om onze geschiedenis door te vertellen ligt nu bij mij en mijn generatie. Ik zie het monument dan ook als een extra motivatie om vooral ook aan niet-Joodse mensen te laten weten wat er gebeurd is.

Het monument staat, samen met het Joods Historisch Museum, de Portugese synagoge en straks het Holocaustmuseum, midden in de oude Jodenbuurt, waar mijn familie sinds 1600 gewoond heeft, maar waar nog maar weinig sporen van terug te vinden zijn. Het is een herinnering aan het verleden, maar ook een manier om de generaties van nu te onderwijzen en te blijven vertellen wat er is gebeurd. Ik voel me verbonden met al die namen. Samen vormen we een gemeenschap.

Mijn grootvaders heb ik nauwelijks gekend. Toch heb ik tradities, verhalen en gevoeligheden meegekregen. Nog steeds kom ik met mijn drie broers en twee zussen iedere vrijdagavond bij onze ouders om samen te eten. Mijn moeder heeft koosjer gekookt en we gaan naar de synagoge, maar iedereen beleeft zijn Joodse identiteit op een andere manier. Als jongerenwerker bij Netzer, de jeugdorganisatie van de Liberaal Joodse Gemeente, doe ik mijn best om de Joodse verhalen en gebruiken over te dragen op een nieuwe generatie. We herdenken de oorlog, geven familieverhalen door en werken aan de Joodse gemeenschap van de toekomst.

Ieder jaar worden in de synagoge de namen voorgelezen van de mensen die gestorven en vermoord zijn. Zo leven ze voort. Dat is precies wat het Holocaust Namenmonument doet: elke steen belichaamt een mens die vermoord is, maar die we nooit zullen vergeten. Samen maken ze niet alleen de geschiedenis maar ook onze identiteit tastbaar. En ik hoop die op mijn beurt straks weer aan mijn eigen kinderen te kunnen doorgeven.”

‘Het monument omarmt je’

Deborah van der Starre (53)

“Het is heel bijzonder en prettig dat ik nu alle verdwenen familieleden kan bezoeken. Op de namenwand in de Hollandsche Schouwburg staat één keer de naam Waterman, op het Holocaust Namenmonument worden alle familieleden stuk voor stuk genoemd.

In 2016 verscheen mijn documentaire 102.000 namen, een bittere Amsterdamse affaire. Daarin volgde ik de strijd van Jacques Grishaver voor het namenmonument en de bestuurlijke en juridische obstakels die hij daarbij tegenkwam. De docu stopte toen alles erop wees dat het monument er nooit zou komen. Ik zag het niet meer gebeuren, maar Jacques bleef erin geloven. En als hij dat doet, wie ben ik dan om op te geven? Het is een wonder dat er een nieuwe plek is gevonden en dat daar nu dit indrukwekkende monument daadwerkelijk staat.

De documentaire geeft een inkijkje in hoe Nederland omgaat met een project als dit, dat er gewoon moet zijn. Ik ben vooral verbaasd dat een heel klein groepje mensen zoiets belangrijks zo lang kan tegenhouden. Nog steeds lopen er rechtszaken, maar het monument is er nu.

De eerste keer dat ik er doorheen liep, voelde het tot mijn verbazing bescheiden aan. De getallen zijn enorm: 102.000 namen, vijfhonderd meter muur en ook door het langsrazende verkeer op de Weesperstraat dacht ik dat het imponerend zou zijn; groots. Maar dat is het niet. Integendeel. Het is een hele intieme plek, die me raakte toen ik opeens bij de stenen stond met de namen van de mensen naar wie ik ben vernoemd. Er staan bankjes om even te gaan zitten. Het monument omarmt je.

Het voelt als erkenning. Eindelijk heeft iedereen nu zijn eigen plek. Mijn oma komt uit een Amsterdams-Joods arbeidersgezin. Ze was de jongste van dertien kinderen toen de oorlog begon. In 1945 had ze alleen nog maar twee broers. Die emigreerden allebei en toen stond ze er helemaal alleen voor. Zij heeft geleefd met die leegte.

Ik ken de namen, ik ken hun geschiedenis, maar voor het eerst zie ik ze. Nu ik die hele rij Watermannen kan aanraken, voel ik die leegte van mijn oma pas echt. Die namen staan daar, je weet dat ze er zijn geweest. Het waren baby’s en tachtigjarigen, broers en zussen, ouders, opa’s, oma’s. Hier komen ze allemaal bij elkaar. Dat maakt me heel blij.”

‘Ik kan ze nu allemaal aanraken op het Holocaust Namenmonument’

Joe Krant (81)

“Het graf van mijn vader is in Auschwitz. Daar ben ik tien, elf keer geweest. Simon Joseph Krant heet hij en hij had een koosjere slagerij in Hilversum. Toen hij in 1942 voor zaken in Amsterdam was, werd hij bij een razzia opgepakt. Op de een of andere manier slaagde hij erin om in de trein naar Westerbork een kaartje aan mijn moeder te schrijven: ‘Pak de kinderen op en ga weg’.

Het verzet heeft ons geholpen met onderduiken en uiteindelijk zijn we via Haarlem in België terechtgekomen. Mijn familie noemt me nog steeds bij mijn Belgische onderduiknaam: Sjoke.

Ik was nog heel klein, maar herinner me nog zoveel details. Mijn broer, mijn moeder en ik zijn samen teruggekomen, mijn vader is in 1942 in Auschwitz vermoord.

Het klinkt raar misschien, maar Auschwitz trekt mij enorm. Elke keer als ik terugkwam van een reis met het Auschwitz Comité was ik kapot, maar het waren altijd fijne reizen. Je bent er met mensen die hetzelfde voelen als jij, die weten wat je doormaakt en dat begrijpen. En ik kan er lekker huilen. Dat doet me goed.

Vijf jaar geleden ben ik er met mijn twee kinderen naartoe geweest. Het leek me prachtig om met hen het kamp binnen te gaan én weer samen naar buiten te lopen. Het was emotioneel voor ieder van ons. Ik was daar met iets van mezelf en dat was kostbaar.

Voor we vertrokken heeft mijn zoon uitgezocht hoeveel familieleden eigenlijk vermoord zijn. Hij kwam tot 178. Ik kan ze nu allemaal aanraken op het Holocaust Namenmonument. Onze familie is nu 45 man sterk en dat is prachtig. Dat is de kracht van het Jodendom. Ze krijgen ons er niet onder.

De opening van het Namenmonument zie ik niet als een afronding van wat er gebeurd is, hooguit van een lange strijd die eindelijk gewonnen is. Het ontwerp van Daniel Libeskind vind ik indrukwekkend, maar ik ben het meest onder de indruk van de strijd die Jacques Grishaver geleverd heeft om het te realiseren. Die begon in 2006 en hij heeft doorgezet. Nu staat er een prachtig monument op een toepasselijke locatie. Jacques en ik hebben vaak tegen elkaar gezegd: ‘Zullen we het nog meemaken?’ En nu is het zo ver. Wij zijn er nog. We hebben het meegemaakt.”



Het Nationaal Holocaust Namenmonument
is een ontwerp van de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind. Bezoekers stappen binnen in een labyrint van gangen, met aan beide zijden twee meter hoge bakstenen muren. In elk van de 102.000 bakstenen staat een naam gegraveerd met geboortedatum en de leeftijd bij overlijden. Daarmee worden de slachtoffers letterlijk tastbaar. Op de muren staan vier roestvrijstalen, spiegelende objecten, die samen het Hebreeuwse woord voor ‘In memoriam’ vormen.

Initiatiefnemer Jacques Grishaver kreeg al in 2006 het idee voor het monument. In 2011 verklaarde Daniel Liebeskind graag bereid te zijn het ontwerp te maken. Aanvankelijk zou het in het Amsterdamse Wertheimpark komen, maar na protesten werd de Weesperstraat als locatie aangewezen. In 2019 verklaarde de rechtbank de bezwaren van omwonenden ongegrond en kon met de bouw worden begonnen worden. Op 19 september 2021 werd het Namenmonument officieel geopend.


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr.20 (najaar 2021). Het artikel is geschreven door Linda Huijsmans, de foto’s zijn van Paul Tolenaar.

Tooltip contents