‘Ik ben straks historicus en prediker tegelijk. Maar ik ga niet drammen, hoor.’

Waarom we het recht toch vooral níet als ‘iets saais en formeels’ moeten zien en niet alles teruggebracht zou moeten worden tot ‘een mening’, daarover wil schrijver, presentator en historicus Hans Goedkoop het hebben tijdens de Dodenherdenking in 2022.

“Ik neem aan van wel”, was zijn wat lauwe antwoord toen Wim van de Donk, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, hem vroeg of hij bereid was om de komende 4 mei-voordracht in De Nieuwe Kerk te houden. “Dat was een wat merkwaardige reactie”, zegt Goedkoop. Hij schetst even het moment. Het was november 2021 en de schrijver/presentator/historicus zat in een Maastrichtse hotelkamer. Hij had de avond ervoor een theatercollege gegeven en voelde zich enigszins grieperig. Hij deed wat de meesten van ons doen in dit coronatijdperk: stokje, vloeistof, testen. En ja hoor, niet één maar twee rode streepjes verschenen. Op dat ogenblik ging zijn telefoon en had hij Van de Donk aan de lijn met het verzoek. (Lachend):“Vervolgens ging ik hem al mijn problemen voorleggen: dat ik net ontdekt had dat ik corona had, met de trein naar Maastricht was gekomen en wat ik die week allemaal moest afzeggen.”  

Wat niet mag
Zijn toespraak Wat niet mag zal gaan over een thema dat Goedkoop al langer aan het hart gaat: de rechtsstaat. “In deze tijd wordt het recht vaak gezien als iets saais en formeels, met droge beschrijvingen bestaand uit sub a, b en c enzovoort,” zegt Goedkoop, “tegenwoordig is ons gevoel de maat der dingen.” Maar dat door de tijd heen geconstrueerde, complexe bouwwerk van rechten en plichten, daar mogen we wel wat meer waarde aan hechten. “Want de kracht van wetten is dat ze voor iedereen gelden. In de Tweede Wereldoorlog zie je de ‘ontrechting’ van Jan en alleman. De Jodenvervolging is daar het meest extreme voorbeeld van. De totale ontreddering van groepen burgers die niet op het slagveld stonden en toch inzet werden van de strijd. De nazi’s wilden meer dan een verovering van de wereld, ze wilden een nieuwe wereld waaraan allerlei groepen geen deel zouden hebben, of alleen in de positie van slaaf. Ze zetten elk idee van recht aan de kant en gooiden daarmee de beschaving overboord.” Hij citeert advocaat en kampoverlevende Abel Herzberg: ‘Soms recht, een beetje recht, dat is geen recht’. “Dat zou ik iedereen willen inprenten. We leven al zo lang in vrede en welvaart, en dat zijn we zo vanzelfsprekend gaan vinden dat we ons niet meer realiseren wat we kunnen verliezen.” De historicus vindt het een onrustbarende ontwikkeling, het steeds meer ter discussie stellen van de autoriteit van de rechterlijke macht, maar ook van medici, wetenschappers, politici en journalisten. “Alles wordt teruggebracht tot ‘een mening’, of het nu komt van een rechter of van een anonieme Twitteraar. Die gelijkstelling en dat wantrouwen knabbelen aan onze instellingen. Het lijkt of we een ongeduld hebben met het idee van een samenleving waarin je anderen moet aanhoren en andere standpunten moet kunnen verdragen. Als iedereen zijn eigen uitzondering opeist, dan is er geen recht meer.” Dan, opgewekt: “Het mooie van deze lezing is dat het niet genoeg is om alleen een historisch verhaal te vertellen, je moet er als toehoorder iets uithalen wat nu van waarde is om te weten. Ik ben straks historicus en prediker tegelijk. Maar ik ga niet drammen, hoor.” 

Archiefkasten
Een snijdende wind doet het water rimpelen op de Noord-Hollandse dijk waaraan Goedkoop en zijn partner wonen. Een trekker waar plukjes mest vanaf vallen rijdt voorbij, in de verte is de kerktoren van Monnickendam te zien. We zitten in zijn ruime werkkamer met uitzicht op het water. Eén wand is zijn ‘Indië-hoekje’, waar naast Wajangpoppen zwart-witfoto’s hangen van zijn familie, onder wie zijn beroemde grootvader, KNIL-generaal Van Langen. Het hoekje inspireerde hem toen hij het boek De laatste man schreef. In een rijtje archiefkasten daartegenover ligt materiaal van een project waar Goedkoop al langer mee bezig is: de biografie van columniste en auteur Renate Rubinstein. Die is er (nog) niet, wel komt dit voorjaar het verhaal van haar jeugd uit, dat meteen een oorlogsverhaal is: Vaderskind. De oorlog van Renate Rubinstein.  

Indische kant
“Hoe ouder ik word, des te benieuwder ben ik naar mijn Indische kant”, zegt Goedkoop. “15 augustus (het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog, LP) was geen datum van betekenis in ons gezin, 4 mei wel. Dan zaten we voor de televisie. En ik zat bij de welpen, op Dodenherdenking stond ik bij het monument en mocht ik elke bezoeker een margrietje geven. Als het over de Tweede Wereldoorlog ging, was de teneur thuis altijd wel: ‘Bij ons is alles goed gekomen.’” Goedkoop is van moederskant van ‘gemengd bloed’: zijn moeder komt uit het voormalige Nederlands-Indië (Palembang), zijn vader uit een familie van industriëlen en was directeur van een fabriek van scheepsmotoren. “Mijn opa van moederskant gold als wit/Europees, maar zoals Adriaan van Dis al zei: er wordt nergens zo gejokt daarover als in Indische families. Mijn moeder zei dan: ‘Kijk nou naar pappie, daar zit toch een Chinees in?’ Mijn oma zei dat ze voor een kwart Javaans was, maar vermoedelijk was dat meer.” Goedkoop groeide op in Ermelo als nakomertje, met drie broers boven zich. Oorlogsgeschiedenis te over, van beide kanten van zijn familie. Zijn grootvader van moederskant, de KNIL-militair, was in Nederland met groot verlof toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. “Hij heeft in die meidagen in 1940 nog echt meegevochten en is later als officier die geweigerd had de loyaliteitsverklaring aan de bezetter te tekenen nog geïnterneerd geweest in Slot Colditz, een Duitse gevangenis voor buitenlandse krijgsgevangenen. Na de oorlog ging mijn grootvader terug naar Indonesië, om mee te vechten. Hij kon niet wachten om die Jappen – ‘de Jap’, zoals je toen zei – op hun bek te slaan.” Zijn andere opa zat in Amsterdam en had daar in de Kromhouthal zijn eigen scheepsmotorenbedrijf. “Zijn grote zorg was om zijn bedrijf door de oorlog heen te slepen. De fabriek werd op last van de bezetter steeds meer ingeschakeld om mee te werken aan de oorlogsindustrie, hij moest motoren maken voor de Wehrmacht. Er zijn wel verhalen dat hij de zuigers van motoren expres verkeerd liet afstellen en in de Kromhouthal verborg hij onderduikers. In zijn huis zat een Engelandvaarder ondergedoken. Toen op Bevrijdingsdag een woedende menigte hem uit zijn huis wilde sleuren als collaborateur, heeft de aanwezigheid van die Engelandvaarder hem gered.” De historicus in hem, beschouwend: “Mijn vaders familie is een interessante mengeling van afgedwongen collaboratie en verzet. Dat zou ik nog eens goed moeten uitzoeken.”  


Hans Goedkoop (1963) is historicus. Hij presenteerde negentien jaar lang Andere tijden en was ook presentator van de historische televisieseries De Gouden Eeuw, De IJzeren Eeuw en 80 Jaar Oorlog. Hij is biograaf en schrijver en publiceerde onder meer De laatste man, over zijn grootvader en het verlies van Nederlands-Indië. Hij schrijft de biografie van Renate Rubinstein. In 2015 verscheen Iedereen was er. Een feest voor Renate Rubinstein, over de vooravond van haar vijftigste verjaardag. Goedkoop promoveerde cum laude op de biografie van Herman Heijermans. Op 4 mei 2022 houdt hij in De Nieuwe Kerk in Amsterdam de 4 mei-voordracht. 


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr.21 (voorjaar 2022). Het artikel is geschreven door Larissa Pans, de foto is van Marieke van der Velden.

Tooltip contents