De Bevrijdingsfestivals gaan nauwer samenwerken om toekomstbestendig te worden. Dat is hard nodig. “Zonder extra financiële steun houden de festivals het op termijn niet vol”, aldus Hans Laroes van Bevrijdingsfestival Zwolle.
“Voor de Bevrijdingsfestivals was 2023, qua weer, een rampjaar”, zegt Hans Laroes, bestuurslid van het Bevrijdingsfestival in Zwolle. “Het regende en stormde zo veel dat Bevrijdingsfestivals tijdelijk werden stilgelegd. Dat is hier ook gebeurd, de hele middag; de hele programmering verviel en alle bezoekers waren weg.”
De festivals bleven achter in de blubber, met grote kosten en zonder de nodige inkomsten om die te dekken. Financieel hebben de Bevrijdingsfestivals het al langer moeilijk. De kosten voor onder meer de artiesten, podiumverhuur en de beveiliging zijn sinds de coronapandemie flink gestegen. De gratis Bevrijdingsfestivals willen en kunnen, anders dan andere festivals, deze kostenstijging niet aan de bezoekers doorberekenen. “Het is belangrijk dat de festivals vrij toegankelijk zijn. We willen laagdrempelig zijn voor jong en oud en alle lagen van de bevolking”, zegt directeur van het Utrechtse Bevrijdingsfestival Manja Kerstholt. “Onze belangrijkste doelgroep zijn jongeren, maar ons publiek bestaat uit allerlei soorten mensen. In de loop van de middag komen er veelal ook gezinnen met kleine kinderen, voor wie het vaak hun eerste festivalervaring is.”
Samenwerking
De veertien Bevrijdingsfestivals gaan daarom nauwer samenwerken. Met de oprichting van een koepelorganisatie, Stichting Bevrijdingsfestivals Nederland, hopen de gratis festivals – die van oudsher zelfstandig zijn – vooral gezamenlijk meer financiering te kunnen regelen. “Zo hebben financiers voortaan een duidelijk aanspreekpunt en hebben we een betere onderhandelingspositie bij het binnenhalen van sponsordeals met bedrijven”, vertelt Jarrel Beets, bestuursvoorzitter van Bevrijdingsfestival Utrecht.
Samenwerken doen de festivals al jaren op tal van terreinen, met name inhoudelijk. Bijvoorbeeld met een gezamenlijk thema en door het delen van de Ambassadeurs van de Vrijheid en artiesten. De inhoudelijke samenwerking zal door de koepelorganisatie in de toekomst nog makkelijker worden en verder worden uitgebreid, denkt ook bestuurslid van het Nationaal Comité 4 en 5 mei Nikki Sterkenburg.
Redding
In 2024 werden de Bevrijdingsfestivals gered, mede dankzij een eenmalige subsidie van een miljoen van de Rijksoverheid. “Zonder die steun hadden vijf à zes festivals moeten stoppen,” zegt Laroes, “want door de coronajaren hadden de festivals geen reserves meer.” Die Rijksbijdrage zou structureel moeten worden, vinden de Bevrijdingsfestivals, die ook van gemeenten en provincies subsidies ontvangen.
Volgens Manja Kerstholt is er vijf miljoen euro nodig; vijf euro per bezoeker. “Voor de Rijksoverheid peanuts, natuurlijk”, zegt Laroes, die namens de festivalstichting hierover gesprekken voert met verschillende ministeries. Of dat geld er komt, is onzeker.
“Uit een adviesrapport, dat het adviesbureau Deloitte kosteloos voor ons maakte, blijkt dat de Bevrijdingsfestivals al met heel weinig middelen worden georganiseerd. Dat kan niet nog efficiënter of goedkoper”, zegt Laroes. Kortom: als er niet bezuinigd kan worden, moet er dus geld bij. “Zonder extra financiële steun houden de festivals het op termijn niet vol”, aldus Laroes.
Solidariteit
Aan de onderlinge solidariteit van de Bevrijdingsfestivals hoeft het niet te liggen. Die is groot, ziet Nikki Sterkenburg, die namens het Nationaal Comité 4 en 5 mei als voorzitter van de klankbordgroep Toekomst van vieren veel contact met ze heeft. “Over de verdeelsleutel van de Rijksbijdrage was iedereen er in 2023 snel uit. Dat is zonder veel discussie gegaan”, vertelt het bestuurslid. “Ik vind het ook mooi om te zien hoe de emoties over de tegenslagen onderling werden gedeeld. Die steun is dus niet alleen organisatorisch, ze zijn elkaar ook mentaal heel erg tot steun.”
De bezoekers zelf, voorspelt festivaldirecteur Kerstholt, zullen waarschijnlijk weinig merken van de nauwere samenwerking van de veertien Bevrijdingsfestivals, die hopen nog vele jaren mee te kunnen gaan.
Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 26 (najaar 2024). Het artikel is geschreven door Yasmina Aboutaleb, de foto’s zijn van Ole Rethans