4.000 oorlogsmonumenten in 40 jaar Adopteer een monument: hoe de geschiedenis voor kinderen gaat leven

Het lesprogramma Adopteer een monument bestaat 40 jaar. Daarom wil het Nationaal Comité 4 en 5 mei dit schooljaar met zoveel mogelijk kinderen herdenken.

Overal in Nederland staan oorlogsmonumenten, het zijn er inmiddels meer dan 4.000. Maar waarom zijn ze er? Als je dat aan kinderen vraagt, krijg je verschillende antwoorden. Van: “Heel veel mensen zijn op die plekken doodgeschoten en daar moeten we gewoon aan blijven denken” tot: “We willen daarmee een soort van sorry tegen de mensen zeggen of laten weten dat we aan ze denken”, zo is te horen in de nieuwe campagnevideo waarin scholen worden opgeroepen mee te doen aan Adopteer een monument.

Hoe het begon
Met eerdergenoemde en andere vragen gaan kinderen aan de slag in het lesprogramma Adopteer een monument van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het onderwijsproject is speciaal gemaakt voor groep 7 en 8 van de basisschool en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

Het bestaat al sinds 1985 en is een initiatief van Stichting Februari 1941. Die zette het project sinds de oprichting zo’n twintig jaar voort. In 2004 werd Adopteer een monument ondergebracht bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei, vanwege de omvang die het educatieprogramma inmiddels had bereikt. Momenteel doen er zo’n 1.760 scholen – en in enkele gevallen ook pabo’s, jeugdorganisaties en scoutingverenigingen – mee en zijn er 2.194 monumenten geadopteerd. Sommige scholen adopteren meerdere monumenten en sommige monumenten worden door meerdere scholen geadopteerd. Deelname is geheel kosteloos.

Verhalen levend houden
Maar hoe werkt dat dan, adopteren? De klas kiest een monument in de eigen buurt en onderzoekt het verhaal erachter met behulp van eigen werkboekjes. Die zijn er voor zowel het basis- als voortgezet onderwijs, hetzelfde geldt voor de docentenhandleidingen. Vervolgens organiseren de leerlingen een herdenking bij het monument. Daarvoor kan de leraar een herdenkingspakket aanvragen, waarin een bloemenbon, twee rouwlinten en genoeg vrijheid-pins zitten.

Door een monument te adopteren leren de leerlingen wat herdenken is, ontdekken ze de verhalen uit het verleden en voelen ze hoe belangrijk het is om deze levend te houden. Zo wordt de lokale oorlogsgeschiedenis voor leerlingen ineens behapbaar.

Eigenaarschap
Dat ziet Hester Wynia, projectleider van Adopteer een monument, ook. Ze woonde al verschillende lessen bij op scholen. “Ik vind het bijzonder om te zien wat zo’n herdenking losmaakt bij de leerlingen. Oorlog, vrijheid en herdenken zijn grote onderwerpen, maar kinderen zijn er echt al mee bezig en kunnen verrassend serieus uit de hoek komen”, vertelt ze. “Laatst was ik bij een les aanwezig waarin een leerling spontaan vertelde over zijn overgrootopa die onderduikers op zolder had gehad. Vorig jaar vond de familie op zolder nog een kist met allerlei voorwerpen uit die tijd. Die jongen neemt de kist binnenkort mee naar de klas en gaat er een spreekbeurt over geven.”

Maar een kind hoeft natuurlijk niet per se een persoonlijk familieverhaal uit de oorlog te hebben om zich betrokken te voelen bij het thema, legt Wynia uit. “Aan de ernst waarmee leerlingen tijdens hun herdenking voor hun monument staan, zie je dat ze er eigenaarschap voor voelen: ze zijn er trots op dat zij het verhaal levend houden. Iedere herdenking is anders, het is mooi om te zien hoe de klas oude tradities en nieuwe rituelen combineert. Herdenken is echt niet alleen iets voor volwassenen!”


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr. 26 (najaar 2024). Het artikel is geschreven door Daphne van Breemen, de foto’s zijn van Wietse Visser

Tooltip contents