De oorlog laat ons niet los

In het lustrum 75 jaar vrijheid zijn heel wat betekenisvolle speeches voorbij gekomen. Hoe kunnen we deze speeches duiden?

Het herdenken en vieren van 75 jaar bevrijding is heel anders verlopen dan gepland. Het jubileumherdenkingsjaar was volop bezig toen de coronacrisis uitbrak. Veel herdenkingen en festiviteiten konden niet doorgaan of kregen een andere vorm. De lege Dam is daar een sprekend voorbeeld van. Samenkomen was niet mogelijk, maar er waren wel woorden van troost. Toespraken zijn al sinds lange tijd een belangrijk onderdeel van veel herdenkingen. Ze geven betekenis aan het verleden en vaak ook richting aan de toekomst door de toehoorder een boodschap mee te geven. Wie de grote toespraken uit dit jubileumjaar naast elkaar legt, ziet een aantal opvallende trends.

Excuses
2020 is namelijk het jaar van de betekenisvolle speeches. In januari bood Mark Rutte geheel onverwacht excuses aan voor de houding van de regering ten aanzien van de Holocaust. Verrassend waren ook de haperend uitgesproken excuses van koning Willem-Alexander tijdens zijn staatsbezoek aan Indonesië in maart. Toen bood hij excuses aan “voor geweldsontsporingen aan Nederlandse zijde” ten tijde van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Veelbesproken was eveneens de 4 mei-voordracht van Arnon Grunberg die hij in een lege Nieuwe Kerk uitsprak: “als ze het over Marokkanen hebben, dan hebben ze het over mij.” Diezelfde 4 mei hield de koning op een nagenoeg lege Dam een persoonlijke toespraak waarin hij kritisch was op het oorlogsverleden van zijn familie. Persoonlijk, tot slot, was ook de speech van Rutte tijdens de Nationale Herdenking 15 augustus 1945, al bleven excuses daar achterwege.

Een kritische blik op het verleden én een persoonlijke noot, dat zijn de centrale thema’s in de herdenkingstoespraken 75 jaar na de Bevrijding. Zoals gezegd bood Rutte tijdens de Nationale Holocaust Herdenking in Amsterdam zijn excuses aan voor het tekortschieten van de overheid tijdens de Jodenvervolging. De excuses passen in een brede maatschappelijke trend van terugblikken en verantwoording afleggen. Meerdere instellingen nemen in de 21e eeuw hun oorlogsverleden onder de loep: gemeentebesturen, psychiatrische instellingen, het Rode Kruis, de NS – om enkele voorbeelden te noemen. Maar die trend reikt verder dan de Tweede Wereldoorlog alleen. Denk aan de Nederlandse betrokkenheid bij de slavernij of de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië waar de koning dit jaar ook deels excuses voor maakte.

Familie
Het andere centrale thema is de persoonlijke toon. “Indië was altijd aanwezig in ons gezin”, aldus Mark Rutte tijdens zijn toespraak op 15 augustus. De minister-president vertelde uitvoerig over de ervaringen van zijn vader en de rol van de oorlog binnen het gezin: “Mijn vader zette mij op zijn knie en vertelde zijn verhalen. Voor een jonge jongen vaak spannend en leerzaam, maar je merkte ook dat je soms niet moest doorvragen. Dat er een donker hoekje bestond met herinneringen die mijn vader liever wilde ontwijken.”

Tijdens de Dodenherdenking op 4 mei had koning Willem- Alexander al een persoonlijke toespraak gehouden. Opmerkelijk was dat hij een kritische opmerking maakte over de oorlogsgeschiedenis van zijn eigen familie. Hij sprak over medeburgers in nood die zich tijdens de oorlog in de steek gelaten hadden gevoeld. “Ook vanuit Londen, ook door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat.”

Hoe bijzonder zijn deze woorden? Vaststaat dat nooit eerder een oranjetelg zo openlijk kritisch over het oorlogsverleden van de koninklijke familie heeft gesproken. Niettemin passen Willem-Alexanders woorden in een traditie van kritische herdenkingstoespraken die door zijn moeder is ingezet. In het jaar dat Nederland 50 jaar bevrijding vierde, hield Beatrix een reeks opmerkelijke speeches waarin ze het zwart-witbeeld bekritiseerde dat Nederlanders doorgaans hadden van de Tweede Wereldoorlog. “Voor een juiste beeldvorming kan niet worden verhuld dat naast moedig optreden passief gedrag en actieve steun aan de bezetter zijn voorgekomen”, aldus het voormalige staatshoofd op 5 mei 1995. Ze brak een lans voor het “eerlijk onder ogen willen zien” van de eigen geschiedenis.

Zwarte bladzijden
Dat advies heeft Willem-Alexander letterlijk ter harte genomen. Hij benoemde beide kanten van zijn familiegeschiedenis: in verzet komen en wegkijken. En hij voegt daar met de woorden “het is iets dat me niet loslaat” nog een derde aspect aan toe: de generatielange impact van oorlog op mensen en families. Het plaatsen van kritische kanttekeningen is ook een verschijningsvorm van die doorwerking van de oorlog.

De rode draad in veel toespraken dit jaar is dus naast de persoonlijke noot, het onder ogen zien van de zwarte bladzijden van het verleden. Daarmee klagen de sprekers niet de generaties voor ons aan, maar laten ze zien hoe dat verleden ons nu nog beroert. Of zoals de koning het treffend formuleerde: “Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons.”


Dit artikel verscheen eerder in NC Magazine nr.18 (najaar 2020). Het artikel is geschreven door Ilse Raaijmakers, de foto is van Martijn Beekman.

Ilse Raaijmakers is historicus en senior beleidsonderzoeker/ adviseur bij ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld. Delen van dit artikel zijn eerder verschenen in Impact Magazine (2020, nr. 1 en 3).

Tooltip contents