Naar overzicht
Naar overzicht
  • Het monument
  • Leg een bloem
  • Uw verhaal

Het monument

Vorm en materiaal
Het monument in het bos Elfbergen te Oudemirdum (gemeente De Fryske Marren) is een zuil van natuursteen.

Tekst
De tekst op de zuil luidt:

‘1940 – 1945

HIER WERDEN OP
27 FEBRUARI 1945
DOOR DE VIJAND
GEFUSILLEERD
JACOB WILBERS
EN JOH. WISSINK’.

De geschiedenis

Het monument in het bos Elfbergen te Oudemirdum (gemeente De Fryske Marren) is opgericht ter nagedachtenis aan twee medeburgers die hier op 27 februari 1945 door de bezetter zijn gefusilleerd.

De namen van de twee slachtoffers luiden:

Jacob Wilbers en Johannes Wissink.

Beide slachtoffers werden ook op deze plaats begraven.

Jacob Wilbers werd geboren op 4 mei 1918 in Oudega. Hij was onderwijzer aan de christelijke lagere school in Abbega. In het verzet bekleedde hij de functie van officier van bewapening van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten in de gemeente Wymbritseradeel. Wilbers werd op 23 februari 1945 in Woudsend gearresteerd en vier dagen later geëxecuteerd. Hij werd op 9 juli 1945 herbegraven op de N.H. begraafplaats in Oudega.

Johannes Wissink werd geboren op 4 april 1920 in Scheveningen. Hij was scheepstimmerman bij de Koninklijke Marine in Den Helder. Na de oorlogsdagen in mei 1940 vertrok Wissink naar Sneek, waar hij als oud-onderofficier commandant van de sabotagegroep werd. In het verzet stond hij bekend onder de schuilnaam ‘Alex’. Ook Wissink werd gearresteerd en in het Oudmirdumer bos doodgeschoten. Zijn herbegrafenis volgde op 10 juli 1945 op Nieuw Eykenduynen te ‘s-Gravenhage.

Onthulling
Het monument is onthuld in 1950.

Oorlogsslachtoffers

Achternaam Voornamen Geboren Overleden

De Oorlogsgravenstichting heeft een database met namen en verhalen van oorlogsslachtoffers. Veel van deze slachtoffers worden herdacht door middel van een monument. Wilt u ons helpen om de namen en verhalen van slachtoffers te koppelen aan het monument waarop hun naam vermeld staat? Kijk dan op de website van de Oorlogsgravenstichting, ziet u in de database een naam die ook voorkomt op dit monument? Maak dan een account aan en koppel de persoon uit de database aan dit monument. Enkele dagen na de koppeling verschijnt de naam van het slachtoffer op deze pagina.

Meer informatie

Bronnen

  • Verzetsmuseum Friesland: www.verzetsmuseum.nl;
  • Tekens aan de weg – Tekens aan de wand van C. Reitsma (Leeuwarden, 1980). ISBN 9033020009.

Leg een bloem bij dit monument

Klik op onderstaande knop om een digitale bloem bij dit monument te leggen. Je kunt kiezen uit een rode gerbera, een witte roos of een blauwe Iris. Ook is het mogelijk om een persoonlijke boodschap toe te voegen. Nadat het formulier is verstuurd toont de bloem op deze pagina (vergeet niet om de pagina opnieuw te laden). 

Leg een bloem

Persoonlijke bijdragen van onze bezoekers

Conny Wittekoek-Wissink | 10 feb 2023

Johannes Wissink (04.04.1920 – 28.02.1945)

Jan was een avontuurlijk ingestelde jongen uit een Haags gezin van zeven jongens en een meisje, waar hij de op een na jongste was. In 1939 begon hij als scheepstimmerman bij de Marine en na de capitulatie in 1940 vertrok hij naar Friesland, waar hij in Sneek werk en zijn grote liefde, de drie jaar jongere Trijnie Zijlstra, vond. Daar kreeg hij zijn eerste contacten met mensen uit het verzet. Toen zijn hele familie moest evacueren vanwege de aanleg van de Atlantikwall was hij een tijdje terug in Den Haag. Van januari tot mei 1943 was hij in Amsterdam actief voor het verzet tot de grond hem daar te heet onder de voeten werd. In mei 1943 moest hij zich als krijgsgevangene melden in Amersfoort, wat hij niet van plan was, waarna hij onderdook in Friesland en zich aansloot bij het verzet in Sneek. Hij wilde zijn vrijheid en die van zijn landgenoten terug. Onder een van zijn schuilnamen, Alex, hield hij zich onder meer bezig met wapenvervoer en sabotage. Later werd hij Sabotagecommandant van de Knokploeg Gaastmeer Oudega.
Gaastmeer was een belangrijk knooppunt van verzet waar ook mannen als Peter Tazelaar (Soldaat van Oranje), Lykele Faber, Philip Pander, Haitze Wiersma en Pieter Wijbenga opereerden. De laatste drie vormden het TRIO dat contact met Districtoperatieleiders en de Prins (Bernard) onderhield om inlichtingen over de Duitse bezetting in kaart te brengen en om bij de bevrijding snel te kunnen handelen. Jan was niet bang aangelegd en voerde met anderen de meest gevaarlijke opdrachten uit. Zo was hij ook betrokken bij de bevrijding van verzetsmensen uit het politiebureau in Sneek op 12 februari 1945 die, net als de legendarische overval op 8 december 1944 in de gevangenis van Leeuwarden, zonder bloedvergieten verliep. Een deel van de mensen deed aan beide overvallen mee. Jan was daarbij verantwoordelijk voor de liquidatie van een meedogenloze landwachter. Zijn verloofde Trijnie werkte als koerierster voor het verzet. Hun families waren niet bekend met hun verzetsactiviteiten. Veel joodse mensen en mannen die aan de Arbeitseinsatz wilden ontkomen, doken onder in Friesland. Het werd de belangrijkste onderduikprovincie van Nederland. Razzia’s namen toe en steeds meer mensen werden opgepakt. De Sicherheitsdienst zat het verzet op de hielen. Na verraad werd een belangrijke verzetsgroep in Woudsend rond huisarts Bonga opgerold. Hij sneed zijn polsen door en diende zichzelf nog snel gif toe, maar dat werd opgemerkt. Het gaf een paar dagen uitstel omdat hij niet meteen verhoord kon worden.
Jacob Wilbers, een van de opgepakte mannen, die al langer de spanning niet aankon en door dokter Bonga afzijdig van de groep werd gehouden, sloeg meteen door en vertelde waar wapens lagen verborgen en noemde namen van verzetsmensen, waaronder die van Jan Wissink. In de school werd dezelfde dag nog een inval gedaan. De dag erna, op 24 februari 1945, zette de SD het gebied af en hield met 40 SD’ers en Landwachters een razzia. In een SD-auto die door het gebied reed zat Jacob Wilbers met de SD’ers Strobel en Conraad, gevreesde jodenjagers. Toen hij Jan zag rennen wees hij hem aan als zijnde Sabotagecommandant. Jan die de groep had zien naderen, had kort ervoor nog Matthijs Westra, het hoofd van het verzet in Gaastmeer Oudega gewaarschuwd, die zich op de valreep met zijn gezin in veiligheid kon brengen. Hij probeerde zelf nog een onderduikadres te bereiken maar werd gesnapt en gevangen genomen. Hij had bezwarend materiaal op zak, waardoor ze wisten een goede vangst te hebben gedaan. Ze zagen in hem een terrorist. Het huis en het garagebedrijf van Westra, die als Oberterrorist werd gezien, maar ontkwam, werd door brand met de grond gelijk gemaakt. Een actie van de SD die, evenals executies, vaak werd uitgevoerd als vergelding.
Al gelijk na te zijn opgepakt werd Jan hard onder handen genomen. Op het politiebureau volgden vier dagen van zware mishandelingen, waarin hij niets losliet. Hij heeft nog wel belangrijke informatie door weten te geven aan zijn verzetscollega’s, voor hij er zo slecht aan toe was dat praten, eten en bewegen niet meer gingen. Er is door zijn verzetsmaten nog geprobeerd hem een pistool toe te spelen, maar die had hij niet meer kunnen hanteren. Trijnie heeft wanhopig geprobeerd om het verzet te bewegen hem te bevrijden, waaraan ze zelf wilde meedoen. Die missie was kansloos. Met Jacob Wilbers, degene die hem had aangewezen aan de SD (en die van geen enkel nut meer voor hen was) werd hij op 28 februari 1945 in alle vroegte geboeid in een auto afgevoerd en in het geheim meegenomen naar een bos bij Oudemirdum. Daar werd de kuil gegraven, mogelijk door henzelf waar ze – na door het hoofd en borst te zijn geschoten – in zijn gesmeten om nooit meer gevonden te worden. Dat werden zij gelukkig wel. Aan een lange onzekere tijd kwam daarmee voor de familie een eind. In Den Haag is Jan op 10 juli 1945 met militaire eer herbegraven op Nieuw EykenDuynen in Den Haag. Hij is 24 jaar oud geworden. Hij stond bij de Friezen in hoog aanzien. Voormalige verzetscollega’s roemden zijn betrouwbaarheid en onverschrokkenheid en noemden hem ,,De Hollandse Leeuw onder de Vrije Friezen”. De groep Bonga werd door het verzet uit de cel bevrijd op 6 maart 1945. Tot Trijnie’s grote verdriet zat Jan daar niet bij.
Jans ouders, zijn zus en zes broers hoorden het nieuws van zijn dood pas op 30 juni. Postuum werd aan Jan het Oorlogsherinneringskruis toegekend met de gesp “Nederland Mei 1940”.

Den Haag, Conny Wittekoek-Wissink


Heeft u een persoonlijk verhaal met betrekking tot dit monument en/of de geschiedenis waarnaar deze verwijst? Deel uw verhaal hier en help ons de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden.

Let op: wilt u een wijziging voor deze monumentpagina (zoals een correctie of aanvulling) doorgeven? Maak dan gebruik van de formulieren.

Heeft u een vraag of wilt u ons iets anders melden? Kijk bij de veelgestelde vragen of stuur ons een bericht.

Tooltip contents